Vervuild Vlaanderen (2):stort van eigen bodem
‘PFAS vervuilen grond in een straal van 10 kilometer. Bij 3M is dat het hele Antwerpse woongebied’
Het is de simpele realiteit: in het sterk geïndustrialiseerde en dichtbevolkte Vlaanderen valt er niet aan vervuiling te ontsnappen. Maar hoeveel zorgen moeten we ons maken over de verontreiniging die via de lucht, het water, onze voeding of andere wegen in ons lichaam en bloed raakt? Hoe wordt bepaald welke concentraties veilig zijn en hoe betrouwbaar is dat? Wat wordt er gedaan om schadelijke stoffen zoveel mogelijk uit het milieu te halen en te houden? En vooral: leggen de kippen in Zwijndrecht en omgeving nu levensgevaarlijke gifeieren of niet? Humo ging, na het eten van een hopelijk veilig zachtgekookt supermarkteitje, op zoek naar heldere antwoorden.
HUMO Uit de 3M-affaire blijkt dat de manier waarop milieuvergunningen worden verleend, op zijn zachtst gezegd voor verbetering vatbaar is.
PIETER LEROY (emeritus hoogleraar Milieu en Beleid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen) «De huidige aanpak is eigenlijk achterhaald. We worden constant blootgesteld aan een hele cocktail van stoffen. Het overschrijden van de grenswaarde van één stof is misschien niet zo problematisch, maar het chronisch overschrijden van tientallen waarden – of het nu om PFAS, benzeen, CO2 of stikstof gaat – is iets anders: dat is een enorme zwarte deken waar we in heel West-Europa onder leven. We weten dat het in toenemende mate tot ziekten leidt die samenhangen met de verstoring van het immuunsysteem en het hormoonstelsel, dat bepaalde pesticiden verantwoordelijk zijn voor een toename van de ziekte van Parkinson, enzovoort. We zijn continu aan gevaar blootgesteld.
»Dat men nog altijd met normen voor aparte stoffen werkt, is begrijpelijk. De toxicologische risico’s van een cocktail van stoffen berekenen en inschatten is namelijk wetenschappelijk zeer moeilijk. Zolang we die kennis niet hebben, moeten we met grote onzekerheidsmarges werken om risico’s zoals in Zwijndrecht en omgeving te vermijden. Tegelijk mogen we niet vergeten dat de risico’s van het autoverkeer veel groter, chronischer en structureler zijn dan wat we nu in de omgeving van 3M zien. We hebben lood uit benzine gehaald en roetfilters verplicht, maar aan het autoverkeer doen we nog veel te weinig.»
HUMO Hoe moeten milieuvergunningen dan wel worden verleend?
LEROY «Ze worden nu verleend per bedrijf en er is in vastgelegd wat dat bedrijf mag uitstoten of lozen. Eigenlijk zouden we het moeten omdraaien en bekijken wat het milieu kan verdragen. In het bedrijfsleven zitten gelukkig ook verstandige mensen die het ermee eens zijn dat we naar een veralgemening van het voorzorgsprincipe moeten. Dat wil niet zeggen dat we stoffen meteen moeten verbieden als we niet zeker weten wat hun effecten zijn. Maar wel: zeer voorzichtig, stap voor stap, met goede monitoring andere normen opleggen en van andere cijfers uitgaan om vergunningen te verlenen. Het huidige milieubeleid dateert nog uit de jaren 70 en 80, maar nu moeten we kijken naar de draagkracht van mensen, samenlevingen en de planeet aarde.»
HUMO Milieuadvocate Isabelle Larmuseau zei in de onderzoekscommissie in het Vlaams Parlement dat er met de regelgeving niets verkeerd is, maar dat ambtenaren onmogelijk in elk dossier uitgebreid advies kunnen verstrekken, en dat er ook te weinig controleurs zijn.
LEROY «Het verlenen van milieuvergunningen staat of valt met de zwakste schakel in de hele keten, en dat is het toezicht en de handhaving. Die schakel is de laatste tien jaar nog zwakker geworden door personeelsbesparingen, en in de geest van het neoliberalisme zijn de normen versoepeld, er worden geen milieueffectenrapporten meer opgemaakt en de vergunningen zijn eeuwigdurend. Men heeft de teugels op allerlei fronten gevierd. Het gevolg is dat de industrie een veel grotere vrijheid heeft, en dat is alleen maar acceptabel als ze haar verantwoordelijkheid neemt. Minister Zuhal Demir (N-VA) zei dat ze van haar stoel viel toen ze de getuigenissen hoorde van de topmensen van 3M in het Vlaams Parlement. Ik ken helaas veel meer bedrijven die blijk geven van die mate van onverantwoordelijkheid.
»Bijna alle grote bedrijven werken met onderaannemers, en verschillende grote industriële rampen van de laatste twintig jaar zijn veroorzaakt door onderaannemers die de risico’s van het vak onvoldoende kennen. Ik weet niet of dat bij 3M speelde, maar bij veel industriële vervuiling kun je de onderaannemers met de vinger wijzen. Het heeft te maken met een gebrek aan inzicht en discipline, maar ook met de tijdsdruk.»
HUMO De chemische nijverheid staat er ook om bekend creatief met regels en wetgeving om te springen.
DE VOS «Ze proberen de regelgeving altijd zo te interpreteren dat hun commerciële belangen niet te veel worden geschaad. Toen PFOS en PFOA (ook een stof die tot de PFAS-familie behoort, red.) werden uitgefaseerd, heeft de industrie nieuwe PFAS-stoffen ontwikkeld die exact dezelfde interessante eigenschappen hebben als de originele PFAS. Dan mag je ervan uitgaan dat ze ook dezelfde negatieve eigenschappen hebben. Het lijkt er ook op dat ze veel verschillende stoffen met een soortgelijke werking in lagere volumes zijn beginnen te produceren. Die stoffen moeten aan minder verplichtingen voldoen, want hoe meer je van een bepaalde stof produceert, hoe strenger de controles. Zo blijft de wetgever altijd achter de feiten aan hollen.»
HUMO De bedrijven zijn ook niet vies van lobbywerk om de wetgever te beïnvloeden.
LEROY «Niet alleen op Europees niveau, waar de meeste milieunormen worden bepaald, maar ook op lagere niveaus. En lobby’s verdedigen altijd het minst coöperatieve deel van een sector.
»Op Vlaams niveau wordt flink gebikkeld over individuele milieuvergunningen voor bedrijven. Er is een soort carrousel ontstaan: een bedrijf vraagt een vergunning aan en als die wordt geweigerd, gaat het in beroep. Als dat beroep echter niet opschortend is, gaan de bouwwerken en investeringen gewoon door. Dan wordt een leger van advocaten gemobiliseerd om het beroep aan te vechten. Vervolgens wordt het beroep vernietigd en de vergunning verleend. Waarna buren, milieu- of natuurbeschermingsgroepen opnieuw in beroep gaan. Advocaten hebben de voorbije jaren miljoenen verdiend aan die carrousel. Het is een permanent spel tussen ambtenarij en kabinet, tussen commissies die de vergunningen verlenen en lagere overheden zoals gemeenten en provincies. Ik hoop dat de parlementaire onderzoekscommissie PFAS-PFOS dat ook eens blootlegt. De overheid heeft het proces rond vergunningen zo ingewikkeld gemaakt dat de mogelijkheden voor het bedrijfsleven om er creatief mee om te gaan eerder groter dan kleiner zijn geworden.»
HUMO Men verwijst ook graag naar de economische belangen die op het spel staan.
LEROY «Het evenwicht tussen economie en ecologie is een zeer ingewikkeld vraagstuk, maar als je de fase bereikt waarin de menselijke gezondheid op zo’n grote schaal wordt aangetast, moet je toch durven te erkennen dat we de milieuregels hebben losgelaten. Economisch onderzoek wijst ook uit dat de herlocatie van bedrijven nauwelijks gebeurt uit milieumotieven, maar vooral wegens de lagere loonkosten.
»We moeten ook het grotere plaatje bekijken: het is nog nooit zo goed gegaan met de mensheid – al is de welvaart steeds ongelijker verdeeld – maar nog nooit zo slecht met de planeet. De klimaatcrisis, de biodiversiteit, de voortgaande verontreiniging en de uitputting van natuurlijke grondstoffen zijn de vier grote problemen van de 21ste eeuw, en die moeten we ook in Vlaanderen serieus nemen.»
GIFTIGE LEKKEN
HUMO Hebben we een idee van het aantal verontreinigde sites in Vlaanderen, en waar die zich bevinden?
JAN DE VOS (milieu-ingenieur en bodemexpert ABO Group) «Een kaart waarop we kunnen zien waar welke verontreiniging zit, hebben we niet. Er is wel een inventaris van vervuilde of mogelijk vervuilde gronden, maar dat is een zeer uitgebreide lijst. Daar staan alle autoherstelplaatsen, garages en tankstations op. Op een stadskaart is dat één groot lappendeken. Er is ook een databank waar alle onderzoeken van OVAM in zitten. Op basis daarvan kun je in andere databanken meer gedetailleerde informatie opvragen. De gegevens zijn er dus wel, maar ze zitten verspreid, en het is een hele opgave om ze te vinden. Als je alle vervuiling in één gemeente zou willen analyseren, dan is dat haast ondoenbaar.»
HUMO Er wordt in de sector een onderscheid gemaakt tussen brownfields en blackfields. Wat is het verschil?
DE VOS «Met een brownfield wordt doorgaans een grotere site bedoeld die door industriële activiteit is vervuild. Een blackfield is dan een zéér vervuilde brownfield.»
HUMO De meeste en zwaarste verontreiniging is wellicht ook op fabrieksterreinen te vinden?
DE VOS «Industriële activiteit is inderdaad de belangrijkste bron van vervuiling. Wij waren bijvoorbeeld betrokken bij de bodemsanering van de voormalige site van Ford Genk. Het ging vooral om minerale oliën, chemische stoffen die zijn afgeleid van ruwe olie, zoals benzine en diesel. Er zaten ook allerlei soorten lak en verf in de grond, uit opslagtanks die hadden gelekt en uit verfinstallaties waar producten door de betonnen vloerplaat waren gesijpeld.»
HUMO Waarom moeten die stoffen uit de grond worden gehaald?
DE VOS «Ze kunnen in het grondwater terechtkomen, want in Vlaanderen zit het grondwater niet zo diep. Omdat het wordt gebruikt voor de productie van drinkwater of door de industrie, of in het oppervlaktewater kan terechtkomen, halen we de vervuiling beter uit de bodem.
»Daarnaast zijn er de rechtstreekse risico’s. Ford Genk zal een industriële site blijven, maar we hebben terreinen met een vergelijkbare verontreiniging gesaneerd waarop later woonwijken zijn gebouwd. De meeste minerale oliën, zeker benzineachtige stoffen, zijn redelijk vluchtig. Als ze in de grond zitten, zullen ze nog een hele tijd uitdampen en word je voortdurend aan die dampen blootgesteld, want ze dringen door de vloer. Het gaat om zeer lage concentraties en je ruikt het niet, maar het is natuurlijk niet gezond om te wonen of te werken in een huis dat continu met benzinedampen is gevuld.»
HUMO In steden en gemeenten waar vroeger zware industrie was gevestigd, zijn veel wijken gebouwd op voormalige stortplaatsen van vervuilende industrieën. Is het daar wel veilig wonen?
DE VOS «Vlaanderen is een laaggelegen gebied en als er wordt gebouwd, moeten terreinen eerst worden opgehoogd. Dat gebeurde vroeger vaak met verontreinigd materiaal, zoals vervuild slib of andere vervuilde grond. Het hangt ook af van de streek. In de omgeving van Kapelle-op-den-Bos, waar een fabriek van Eternit is gevestigd, werd veel met asbest vervuilde grond en afbraakmateriaal gebruikt. Omdat het vervuilde materiaal daar onder veel straten en opritten zit, is OVAM er een saneringsproject gestart. In de Kempen is er door de zware metaalindustrie vooral grond met metaalslakken verontreinigd. Soms worden vermalen bakstenen gebruikt die met zware metalen zijn vervuild, en ook afval van wegenwerken – onder andere asfalt, dat veel polycyclische aromatische koolwaterstoffen of paks bevat. Door al die ophogingen zijn veel gronden verontreinigd geraakt.»
HUMO Doordat er zoveel grond wordt verplaatst, is lokale verontreiniging ook over heel Vlaanderen verspreid.
DE VOS «Volgens het Bodemdecreet moet grond die wordt verplaatst, vanaf een zeker volume eerst op vervuiling worden onderzocht. Maar op bijvoorbeeld PFAS is zeer weinig gecontroleerd, omdat we ons lange tijd onvoldoende bewust waren van de schadelijkheid. Nu weten we dat die stoffen niet alleen de grond kunnen vervuilen op fabrieksterreinen, maar ook in de omgeving in een straal van 10 kilometer. De toplaag van alle gronden binnen die straal kan vervuild zijn met PFAS. In het geval van de 3M-fabriek in Zwijndrecht gaat het dus om het hele Antwerpse woongebied en een groot deel van het Antwerpse industriegebied. Het is ook een regio waar enorm veel grond wordt verplaatst. Het is niet onmogelijk dat er zelfs PFAS-houdende grond in Limburg of in de Kempen is terechtgekomen.»
HUMO Moeten mensen die in een wijk wonen die met vervuilde grond werd opgehoogd, voor hun gezondheid vrezen?
DE VOS «Die grond bevat meestal geen vluchtige componenten, maar wel zware metalen, zware minerale oliën en paks. Die vormen vooral een risico als je er rechtstreeks mee in contact komt. Als de vervuiling onder je fundering zit, is het risico op blootstelling zeer klein.
»In stedelijke gebieden zien we wel veel ernstige verontreiniging door tankstations en wassalons. Die kunnen het grondwater vervuilen, en de verontreiniging kan zich ook verspreiden onder de aanpalende woningen. Dan spuiten we chemische stoffen in het grondwater om het te zuiveren, of we halen het naar boven om het te filteren. Dat is een proces van meerdere jaren, maar de huizen moeten dan niet worden afgebroken.»
HUMO Welke chemische stoffen komen er door wasserettes in de bodem terecht?
DE VOS «Vooral vluchtige organische gechloreerde oplosmiddelen, zogenaamde VOCL’s. Die zijn heel efficiënt om vet en ander vuil uit kleding te verwijderen zonder dat er water aan te pas komt – vandaar ook de term droogkuis. Die stoffen hebben heel goede reinigende eigenschappen, maar ze zijn vrij toxisch en verspreiden zich ook makkelijk in het grondwater.»
HUMO Van de ongeveer 600.000 stookolietanks in Vlaanderen zouden er 9.000 verontreiniging veroorzaken door een lek.
DE VOS «Ik vind dat eerlijk gezegd een lage schatting. Bij tanks op industriële terreinen vind je in meer dan 50 procent van de gevallen verontreiniging. Als een tank lekt, mag die niet meer worden gebruikt, maar de vervuiling hoeft niet problematisch te zijn. De olie in een stookolietank is veel zwaarder, dichter en minder oplosbaar dan benzine. Dat blijft makkelijk zitten en zal daarom niet snel een ernstige grondwatervervuiling veroorzaken.»
ZAND EROVER
HUMO Zijn stortplaatsen een probleem? Op lange termijn kunnen die gaan lekken, zelfs als ze goed worden beheerd. Zo zou er ook vervuiling in de bodem en het grondwater kunnen terechtkomen.
DE VOS «Met oudere stortplaatsen van vóór de jaren 90 is er een probleem. Meestal gaat het om zware metalen of paks, en soms ook om zouten zoals stikstof en sulfaten. Daar is geen eenvoudige oplossing voor. Als er geen gevaar is voor een ernstige verontreiniging van het grondwater, kan een stort gesaneerd worden door een toplaag van zuivere grond aan te brengen.
»Stortplaatsen die grotendeels voor één bepaalde afvalstof werden gebruikt, komen wel in aanmerking voor zogeheten landfill mining. Dan worden ze ontgonnen om die grondstof te recycleren. Zo bekijkt men bijvoorbeeld of het mogelijk is om gipsafval te hergebruiken, omdat er veel vraag is naar gips. Ook mijnbouwafval bevat vaak nog interessante grondstoffen. Het probleem is dat de kosten van die ontginning vaak niet opwegen tegen de opbrengsten.
»Het enige wat je kunt doen met stortplaatsen waar vooral huishoudelijk afval ligt, is het verbranden om energie op te wekken. Maar vaak is het daarvoor te nat. En het gebeurt hoogst zelden dat een stortplaats volledig wordt gesaneerd om het terrein een andere bestemming te geven.»
HUMO Oude zavel- en kleiputten worden vaak volgestort met industrieel afval. Een bekend geval zijn de kleiputten van Terhagen in Rumst en Boom, die vol asbest, huisvuil en gipsafval zitten. In hoeverre zijn die volgestorte sites een probleem?
DE VOS «Vaak bevinden ze zich in weinig waardevol landbouw- of natuurgebied. Niemand woont er bovenop, en ze liggen ook niet vlak naast een school of een speeltuin, waardoor de risico’s eerder beperkt blijven. Als zo’n site in een natuurgebied ligt waar mensen komen wandelen, zou je ze kunnen saneren door het asbest deels te verwijderen en de rest met een grondlaag te bedekken.»
ASBEST OP SCHOOL
HUMO Sinds 2018 is er het actieplan Asbestafbouw: de ambitie is Vlaanderen tegen 2040 asbestveilig te maken. Hoeveel zorgen moeten we ons maken om al dat asbest?
DE VOS «Het is een gevaarlijk product, vooral wanneer er onvoorzichtig wordt omgegaan met asbesthoudend materiaal of als het in slechte staat verkeert. Je vermijdt best zoveel mogelijk dat je aan vrijkomende of vrijgekomen asbestvezels wordt blootgesteld. We weten dat asbest een aantal ziekten kan veroorzaken: hoe minder vezels je binnenkrijgt, hoe beter (het inademen van asbestvezels kan tot ernstige long- en luchtweg-aandoeningen leiden, red.).
»Wanneer asbest als isolatiemateriaal in een muur zit, of op een andere plek waar je er niet mee in contact kunt komen, laat je het beter zitten. Het heeft weinig zin om je muren open te breken om het te verwijderen. Als er werken gepland zijn, moet het met de juiste techniek worden verwijderd. Vaak is het asbest echter niet ingesloten en dan moet er doordacht mee omgegaan worden. Een klassiek voorbeeld zijn de asbesthoudende golfplaten die als dakbedekking worden gebruikt. Door verwering kunnen er asbestvezels vrijkomen. Zulke daken worden beter vervangen, want na een tijd begint er mos op te groeien en om de zoveel jaar kruipt iemand er met een hogedrukreiniger op om het schoon te spuiten, ook al is dat bij wet verboden. Dat is geen goed idee, want zo kunnen er heel wat asbestvezels vrijkomen.
»Als er brand uitbreekt in loodsen of woningen met een asbestdak, kan dat oververhit raken en uit elkaar spatten, waardoor asbestfragmenten zich over een grote oppervlakte kunnen verspreiden. Het Asbestafbouwplan voorziet daarom ook in de verwijdering van alle asbesthoudende daken en gevelbekleding.
»Een minder bekende toepassing is de asbesthoudende gipsisolatie rond leidingen. De vezels zitten daar losser, zodat ze veel sneller vrijkomen als ze beschadigd raken. Omdat het risico zo groot is, moet dat soort isolatie door professionelen worden verwijderd.»
HUMO De Vlaamse regering wil het asbest in schoolgebouwen verwijderen. Een zware klus?
DE VOS «Wij hebben aan het steekproefproject asbestinventarissen van scholen in opdracht van OVAM meegewerkt. Uit de steekproef bleek dat in 98 procent van de scholen die vóór 2001 zijn gebouwd, asbest te vinden is. Hoe veilig of onveilig een school is, hangt af van hoe verweerd of beschadigd het bouwmateriaal is, en er zijn nogal wat oude schoolgebouwen. Zelfs in oude krijtborden kan asbest zitten.»
HUMO Je leest ook vaak berichten over sluikstortingen van asbestafval.
DE VOS «Dat is inderdaad zeer jammer, vooral omdat je vast asbest gewoon naar het containerpark kunt brengen. Mensen moeten aangemoedigd worden om hun asbest te verwijderen wanneer het een risico vormt, maar als de kosten te hoog zijn om het volgens de regels te laten verwerken, kan de verleiding groot zijn om het ergens te dumpen. De Vlaamse overheid is zich daar ook van bewust en er zijn ondertussen tal van projecten om mensen die hun asbest willen verwijderen te ondersteunen, onder andere via subsidies of ophaling aan huis.»
GIFTIG DRINKWATER
HUMO OVAM wil tegen 2036 met de sanering van alle historische bodemvervuiling beginnen. Is dat realistisch?
DE VOS «Voor de bekende historische vervuiling moet dat lukken. Het zal wel wat voeten in de aarde hebben om sommige grote bedrijven tot actie aan te manen. En er zullen altijd vervuilde terreinen zijn waarvan we niet wisten dat we ze als een verdachte site moesten beschouwen, of terreinen met stoffen waarvan we destijds niet wisten dat ze een probleem waren, zoals PFAS. Het kan best dat we in 2034 plots van een andere groep stoffen ontdekken dat ze een gevaar vormen.»
HUMO Hoe wordt een verontreiniging doorgaans aangepakt?
DE VOS «De eenvoudigste en efficiëntste techniek is afgraven. Maar het afgraven, transporteren en reinigen van grond veroorzaakt een aanzienlijke CO2-uitstoot. In veel gevallen blijft er ook een restfractie over die je niet kunt hergebruiken en dus ergens moet storten. En soms moet de héle bodem worden gestort, wat ook niet duurzaam is. Bij afgravingen zijn vaak ook stabiliteitswerken nodig, wat weer geld kost.
»Ook een mogelijkheid is een leeflaagsanering. Daarbij wordt de grond niet volledig verwijderd, maar breng je een propere toplaag aan. Vluchtige verontreiniging kun je eventueel aan de bodem onttrekken, en soms wordt de grond verwarmd om de vervuiling eruit te krijgen.
»Grondwater kun je oppompen en reinigen, maar dat kan zeer lang duren. Daarom worden vaak agressieve chemische stoffen in het water gespoten die de verontreiniging tot een onschadelijk eindproduct afbreken. Dat kun je ook biologisch doen. Dan spuit je voedingsstoffen in het grondwater voor de bacteriën die erin zitten. Die bacteriën eten dan de vervuiling op.»
HUMO Er lopen ook onderzoeken naar bacteriën die de niet-afbreekbare PFAS de baas zouden kunnen.
RONNY BLUST (professor milieufysiologie en toxicologie UAntwerpen) «We weten dat sommige bacteriën inderdaad stoffen kunnen afbreken die voor de meeste organismen te taai zijn. Uit een bepaalde bodembacterie heeft men een stam geïsoleerd die erin slaagt PFAS af te breken of in andere stoffen om te zetten. Maar er is een verschil tussen een experiment in een laboratorium en de toepassing op het terrein.»
HUMO Verontreiniging wordt soms ingekapseld in beton of ander materiaal. Wanneer is dat nodig?
DE VOS «Als we niet aan de verontreiniging kunnen, of wanneer de behandeling te duur zou zijn. Vaak is dat met een constructie van wanden in de ondergrond en een overkapping, zodat je rond de vervuiling een soort sarcofaag maakt.»
HUMO Tijdens de overstromingen in Wallonië zijn lekkende stookolieketels, spuitbussen, auto’s, mazout, benzine en andere chemische stoffen in rivieren en in de bodem terechtgekomen. Is dat hele gebied rijp voor een bodemsanering?
DE VOS «De vraag is of de vervuiling zich over een grote oppervlakte heeft verspreid, dan wel op bepaalde punten geconcentreerd zit. Al die overstroomde gebieden onderzoeken wordt in ieder geval een gigantische opdracht.»
BLUST «Het had alvast voor problemen met het drinkwater kunnen zorgen. Via de Maas komt het vervuilde water uit Wallonië in het Albertkanaal terecht, en daar komt het drinkwater voor de Antwerpse regio vandaan. Het waterbedrijf heeft vooralsnog geen concentraties gemeten waar we ons zorgen over moeten maken. Mocht dat wel het geval geweest zijn, dan zaten we met een probleem.»
NIET OP TE SPOREN
HUMO Wat de PFOS-affaire ook duidelijk heeft gemaakt, is dat de bodemnormen voor veel chemische stoffen sterk verschillen tussen de Europese lidstaten. Volgens experts zou een eenvormige wetgeving op Europees niveau een goede zaak zijn.
DE VOS «Er zijn de afgelopen jaren wel aanzetten geweest voor een Europese verordening over bodemverontreiniging, maar die hebben nog niets concreets opgeleverd. Dat komt ook omdat bodemverontreiniging regionaal gebonden is. Ze is minder grensoverschrijdend dan luchtvervuiling of verontreiniging van oppervlaktewater. Op Europees niveau wordt enkel gereglementeerd wat een Europese impact heeft.
»We moeten trouwens niet eens naar Europa kijken. Zelfs in België hebben we drie regio’s met telkens een andere wetgeving en een ander normenkader.»
HUMO Wat in het ene land als aanvaardbaar wordt beschouwd, ziet men elders als een groot gevaar voor de volksgezondheid. Dat kan verwarrend overkomen, en het wekt ook de indruk dat die normen arbitrair worden vastgelegd. Waarom verschillen ze zo sterk van land tot land?
BLUST «Die verschillen zouden inderdaad niet mogen bestaan als we het over dezelfde stoffen hebben. Het is de bedoeling om die normen meer op Europees niveau vast te leggen. Voor oppervlaktewater is dat bijvoorbeeld al in belangrijke mate het geval. Er zijn echter nog heel wat stoffen waarvoor de lidstaten zelf de normen vastleggen, telkens op basis van andere analyses en streefdoelen. De wetenschappelijke onderbouwing is niet altijd even stevig en daardoor kunnen er grote verschillen zijn.
»Het bepalen van die normen is eigenlijk zeer ingewikkeld. Ze moeten bescherming bieden tegen een langdurige, zelfs levenslange blootstelling aan zeer lage concentraties. Wat de effecten daarvan zijn, is heel lastig te achterhalen. Een klassiek voorbeeld is het verband tussen roken en longaandoeningen. Sommige rokers worden ziek en krijgen longkanker, andere rokers niet. Maar omdat je makkelijk kunt vaststellen hoeveel sigaretten iemand per dag rookt en hoelang, heeft men in studies toch het verband tussen roken en allerlei long- en andere aandoeningen kunnen aantonen. Met chemische stoffen is dat een stuk moeilijker, omdat we allemaal aan andere concentraties en combinaties van stoffen worden blootgesteld.
»Hoe toxisch stoffen zijn, verschilt ook zeer sterk. Sommige kunnen een miljoen keer giftiger zijn dan andere. En de concentraties in de omgeving lopen ook sterk uiteen. Dat maakt het uiterst complex.»
HUMO OVAM zegt zelf dat voor veel nieuwe stoffen geen normen bestaan. Er zitten ook veel chemische stoffen in het milieu die niet op te sporen zijn en niet geanalyseerd kunnen worden in laboratoria, omdat er te weinig over bekend is. Men zou zich voor minder zorgen maken.
DE VOS «Het onderzoek is vooral gericht op stoffen die verdacht zijn en relatief veel voorkomen. Op de lijstjes van mogelijk gevaarlijke stoffen staan chemische stoffen die in de hele wereld misschien op twee sites in gevaarlijke concentraties aanwezig zijn. PFAS is dan weer een extreem voorbeeld van stoffen die wijdverspreid gebruikt zijn.»