Phall Fatale - Moonlit Bang Bang
Toegegeven: sinds het verschijnen van de laatste plaat van de postindustrial band The Young Gods hebben wij geen Zwitserse platen meer beluisterd. Op die manier zijn er ons wellicht veel schijfjes ontgaan de voorbije zes jaar, maar ‘Moonlit Bang Bang’ van Phall Fatale gelukkig niet. De opvolger van het vijf jaar oude debuut ‘Charcoal from Fire’ is een volwassen, eclectische parel. Gezien de achtergrond van dit kwintet kan dat bijna niet anders: contrabassist John Edwards musiceerde met grootheid Robert Wyatt en de anderen verdienden hun sporen in hiphop-, jazz- en noisecombo’s.
Uit al die ervaringen destilleert de band boeiende avant-gardepop. Zo doet ‘The Girl, The Beat’ ons denken aan punkettes als The Slits met een spliff te veel achter de kiezen, en ‘Crocodile’ aan een electrorockband die kamermuziek wil spelen. En als Jimi Hendrix ‘Manic Depression’ met de – in een foxy mood verkerende – noiserockers van Royal Trux had opgenomen, zou dat ongetwijfeld als ‘Moonlit Bang Bang’ geklonken hebben. In ‘Un grand sommeil noir’ lijkt Beth Gibbons zich dan weer aan een Frans chanson te wagen. Alleen het wat banale ‘Funny Money’ en het zorgwekkend laag over oi!-punk light scherende ‘Sleeping Beauty’ doen afbreuk aan een voor het overige straffe plaat. Maar dat zijn schoonheidsfoutjes die wij graag door de vingers zien. Zwitserland is voorlopig trouwens de enige plek waar de band toert. Toch verdienen ze ook elders een kans. Op Gent Jazz bijvoorbeeld.