Interview
Pierre Van Damme en Myrjam Cramm, 30 jaar getrouwd: ‘Voor de negatieve kritieken ga ik mijn weinige slaap niet laten, hoor’
Ze zijn dertig jaar gehuwd. Maar dit jaar waren professor Pierre Van Damme (61) en Myrjam Cramm (60) meer dan ooit getrouwd met de wetenschap. Terwijl hij jacht maakte op een coronavaccin, holde zij van de ene patiënt naar de andere. Hun tegengif? ‘We zijn dit jaar doorgekomen met een groot gevoel voor humor.’
Gemakkelijk is het niet om professor Pierre Van Damme (UAntwerpen) en zijn echtgenote Myrjam Cramm samen te laten terugblikken op hun bewogen coronajaar. Hij, de vaccinoloog, is niet weg te branden uit het lab en de media. Zij, de drukbezette huisarts in hartje Antwerpen, klopt lange dagen op het ‘veld’.
Met wat kunst- en vliegwerk strikken we hen thuis, op een grijze zaterdagochtend. Maar we zijn nog niet ter plaatse, of daar horen we Van Damme alweer in het radionieuws. ‘Om zeven uur hebben ze mij daarvoor uit mijn bed gebeld”, lacht de vaccinoloog. ‘Nu had ik in mijn weekend toch eens wat langer willen slapen.’
Even later waait Myrjam de woonkamer binnen, nog wroetend in haar haren: ‘Sorry hoor, maar met de kappers die gesloten zijn...’ Uiteindelijk nestelen we ons in de fauteuil, alle drie met mondkapje aan. Maar zelfs dan, op veilige afstand van elkaar, is de humor in dit huis nooit veraf. ‘Of we elkaar volgend jaar, met de vaccinaties, nog mínder gaan zien dan nu? (Kijken elkaar aan en schateren in koor) Dat kán bijna niet. Onmogelijk.’
- Oei, was het dan zo pover gesteld dit jaar?
MYRJAM «Pas op, misschien zagen we elkaar wel méér dan anders. Normaal zit Pierre heel vaak in het buitenland, om er les te geven als gastdocent. Dit jaar vielen al die internationale reizen weg. Dat bracht wel een zekere rust, al is ‘rust’ dit jaar niet het juiste woord.»
PIERRE «Daardoor hebben we wel, veel meer dan ooit, avonden gehad waarop we eens samen in de zetel konden zitten. Nietwaar, schat?»
MYRJAM (schalks) «Of je zat wel thuis in je bureau, maar je was niet aanspreekbaar. Is het dat wat je bedoelt?»
PIERRE «Maar soms keken we toch eens samen naar een serie? Ik hou wel van die Scandinavische thrillers. Dat was dan onze quality time.» (lacht)
- 2020 was, behalve een razend druk coronajaar, ook het jaar waarin jullie ineens een bekend koppel werden. Hoe hebben jullie dat beleefd?
MYRJAM «Ik weet niet of ik daar wel zo blij mee ben. (lachje) Soms denk ik: de mensen gaan nog een indigestie krijgen van al die virologen en hun aangetrouwden.»
PIERRE «Eerlijk gezegd, ik had daar zelf nog niet bij stilgestaan, bij die bekendheid. Het was Myrjam die dat opmerkte, toen we eens samen op wandel waren in de stad. En later ook aan de kust, toen we daar gingen uitwaaien. ‘Pierre, ze hebben u gespot’, siste ze me toe.» (lacht)
MYRJAM «‘Dat is hem’, hoor je ze dan zeggen. ‘Dat is die van tv, die viroloog.’ In Veurne was er zelfs een koppel dat ons aansprak.»
PIERRE «Oh ja, die wilden zelfs een selfie!»
- Ik hoor het: u moest al bijna handtekeningen uitdelen?
PIERRE «Nu je het zegt, ik heb al één mondmasker moeten tekenen.»
MYRJAM «Dat was voor een quiz, georganiseerd door onze zoon.»
PIERRE «Dat was dus de hoofdprijs: een mondmasker met mijn krabbel erop. (proest het uit) Geweldig origineel vond ik dat. Je ziet: het ludieke blijft toch belangrijk. Wij zijn dit jaar doorgekomen met een groot gevoel voor humor.»
MYRJAM «Die grap met professor Barabas, dat was een goeie. Ken je die rubriek in Humo, met lookalikes? Daar hadden ze Pierre vergeleken met de professor uit Suske en Wiske. Daar hebben we nadien zoveel leuke reacties op gekregen. Die gaat nog altijd mee.»
- Dus u noemt uw man weleens professor Barabas?
MYRJAM «Ja. Of in de WhatsApp-groep met onze vrienden. Dan schrijf ik: ‘Barabas vanavond op tv’.» (gniffelt)
- Pierre, u voerde dit jaar mee een klopjacht op het coronavirus. Intussen gaf u ook les op afstand, adviseerde u onze ministers, en was u niet weg te slaan van de buis. U moest niet veel slapen?
PIERRE «Klopt. Niet zelden begint mijn dag om zes uur, en eindigt hij pas om twee uur ’s nachts. In de eerste lockdown kwam ik maar aan vier of vijf uur slaap per nacht, en dat gedurende langere tijd. In de zomer kon ik wat langer blijven liggen, dat deed deugd. Maar nu de vaccinaties eraan komen, en alle voorbereidingen daarrond, moet ik weer op slaap beknibbelen.
»Al waakt Myrjam er wel over dat ik voldoende bijslaap. Dat probeer ik dan in het weekend te doen, met middagdutjes. Ik ben nogal goed in powernaps. En ik voel ook wel dat ik die nodig heb, dat het heftig is.»
- Myrjam, ik zie u fronsen. Maakt u zich daar zorgen over?
MYRJAM «Chronisch slaapgebrek is toch wel een risico voor hart- en vaatziekten. Dus ik ben daar wel bezorgd over, als arts en als echtgenote. En als ik voor mijn patiënten streng ben, moet ik dat thuis toch ook zijn, niet?» (lachje)
- U klopte dit jaar wellicht ook lange dagen als huisarts?
MYRJAM «Mijn collega’s en ik hadden soms toch wel dagen van elf uur.»
PIERRE «Ik denk dat we dit jaar, meer dan ooit, de fysieke en mentale vermoeidheid van onze job hebben gevoeld. Ik zie dat ook aan Myrjam, hoe ze na het werk soms echt óp is. Haar manier van aan geneeskunde doen is nog anders, denk ik. Nog intenser.»
MYRJAM «Het is al heel intens geweest. Ik ben de voorbije maanden natuurlijk ook oudere patiënten verloren aan het coronavirus. Ik zag ook jonge mensen die er flink ziek van werden, die naar het ziekenhuis moesten. Maar het fijne is: je haalt veel voldoening uit je job. Onze patiënten zijn ook zo dankbaar. We hebben nog nooit zoveel kaartjes, bloemen, pralines, en zelfs taarten, gekregen als dit jaar. Hartverwarmend is dat. Patiënten vragen ook oprecht: ‘Zeg, dokter, hoe gaat het nu met ú?’ Of ze zouden zich haast verontschuldigen omdat ze maar voor ‘iets banaals’ komen, omdat ze niet willen ‘storen’. Ze zijn heel meelevend.»
- En dat terwijl uw man intussen de haatmails binnenkrijgt?
PIERRE «Zo is dat. (knikt heftig) Sommigen schelden je dan verrot omdat je als expert bepaalde maatregelen hebt gesteund. ‘Het kan toch niet dat die scholen nog altijd open zijn! Stop met op onze kinderen te experimenteren!’ Soms krijg ik bijna vijfhonderd mails per dag binnen. Dan zit je dus al snel tot twee uur ’s nachts op, om daar grote kuis in te houden. Op sommige mails ga ik wel in, probeer ik de afzender gerust te stellen. Maar als ik zie: dit is fanatiek gedrag, gestoeld op zoveel onzin, dan begin ik er niet aan.»
MYRJAM «Er komen echt wel maffe dingen binnen. Die laatste was ook weer fantastisch. Iemand had zitten uitpluizen hoeveel een krantenadvertentie kost, hoeveel een halve pagina waard is.»
PIERRE «En dan krijg ik dus een mail: ‘Hebt gij nu wéér een half blad in de gazet? Ge zult ze weer goed verdiend hebben.’ (schaterlacht) Ik kan je verzekeren: als het zo zou werken, dan had ik nu al een villa in Spanje. Velen denken ook dat ik voor elk tv-optreden betaald word. Niet dus.»
MYRJAM «Maar in mijn wachtzaal? Nee, daar heb ik nog geen kwaad woord over Pierre horen vallen. Mijn patiënten zijn allemaal heel positief.»
PIERRE «Oef, dat is mijn fanclub dan.» (lacht)
- Het deert u precies niet te hard, die negatieve kritieken?
PIERRE (wuift weg) «Daar ga ik mijn weinige slaap niet voor laten, hoor. Ik kan dat gemakkelijk van me afzetten.»
MYRJAM «Mocht het mij overkomen, ik zou daar wakker van liggen. Maar Pierre kan dat allemaal relativeren.»
Het is alsof de duivel ermee gemoeid is. Ineens veert de professor recht, verdwijnt in zijn bureau, om er dan weer bij te komen zitten, met de laptop opengeklapt op zijn schoot. Myrjam kijkt hem vragend aan. ‘Over haatmails gesproken’, grinnikt hij. ‘De rector stuurde me net een bericht. Blijkbaar hebben sommige collega’s aan de universiteit bedreigingen ontvangen. Daar moet ik even op antwoorden. Maar goed, waar waren we?’
- Wel, wat ik net wilde vragen: konden de man uit het lab en de vrouw op het veld dit jaar van elkaars expertise stelen?
MYRJAM «Zeker en vast. Via mij pikt Pierre op wat er bij de mensen leeft, en waar de noden bij artsen liggen.»
PIERRE «Klopt. Door haar krijg ik veel scenario’s mee uit het echte leven, en dat helpt wel. Zo kan ik ook beter inschatten met welke vragen de bevolking zit, wat we nog beter moeten duiden. Na een vergadering met de experts toets ik soms ’s avonds bij Myrjam af hoe haar patiënten op een bepaalde maatregel zouden reageren. Dat is wel een verrijking, om zo’n klankbord te hebben.»
MYRJAM «Ook voor mij is dat handig. Je moet weten: als huisarts worden wij vaak erg laat over de nieuwste richtlijnen of teststrategieën ingelicht. Meestal komen die zaken eerst in de krant en op tv. Gevolg: patiënten vuren al hun vragen op je af, maar zelf weet je officieel nog van niks. Dat is soms echt frustrerend.»
- U krijgt nu vast ook vragen over het vaccin dat eraan komt?
MYRJAM «Zeker, dat is bij alle nieuwigheden zo. ‘Dokter, ik ben nogal allergisch aangelegd. Ik zal die prik maar niet laten zetten, zeker?’ Als ik dan hoor dat er twee Britse patiënten nevenwerkingen hadden van het vaccin, dan ben ik ook wel blij dat ik met een expert getrouwd ben die dat kan duiden. Want wat is dat dan, zo’n nevenwerking? Is dat een anafylactische shock, een ernstige allergische reactie? Of gewoon een dikke arm die wat rood uitslaat? Want je wilt toch zelf ook geen risico lopen.
»Dat wantrouwen leeft dus zeker. Al zie ik evengoed patiënten die staan te popelen, die het liefst van al als eerste die prik willen.»
‘Zeg, papa, je hebt onze gast toch al iets te drinken gegeven, hoop ik?’ Met een plaagstoot komt Eline Van Damme de woonkamer binnen. Het adoptiemeisje, met Vietnamese roots, is met haar 22 de jongste uit het nest. Dat ze toch wat zenuwachtig is, zegt ze. Straks een stageles voor haar opleiding muzikale opvoeding. ‘Komt wel goed, schat’, zo stellen vader en moeder hun knuffelcontact gerust: ‘Geen stress’.’
- Jullie hebben één dochter en twee zonen, alledrie twintigers. Zagen jullie de kinderen eigenlijk wel dit jaar?
MYRJAM «Tijdens die eerste lockdown zijn onze dochter en jongste zoon hier terug komen wonen, nestwarmte komen zoeken. Onze zoon werkt voor een reisorganisatie, en was op dat moment technisch werkloos. Hij heeft hier dan gekookt, heeft een serre gebouwd in onze tuin. Eerlijk gezegd, die periode hier samen was eigenlijk heel gezellig.»
PIERRE «Wij hebben daar echt van genoten, hoe erg die hele crisis ook was en is. Dat virus heeft ons wel dichter bij elkaar gebracht. We voelden dat ook: samen geraken we hierdoor.»
- Maar jullie kroost werd wel getroffen door de crisis?
MYRJAM «Toch wel. Onze jongste zoon is intussen opnieuw aan de slag, hij zit in Spanje nu. Maar het blijft koffiedik kijken of zijn werkgever dit overleeft. Onze oudste zoon, die in de horeca werkte, is maanden technisch werkloos geweest. Na die eerste lockdown kon hij tijdelijk terug aan het werk, maar onlangs kreeg hij zijn ontslag. Hij heeft nu beslist om opnieuw te gaan studeren.»
- Dat moet toch stress geven, als die crisis zo dichtbij komt?
PIERRE «Het houdt ons alleszins met onze twee voeten op de grond. Weet je, soms krijg ik weleens het verwijt: ‘Jullie, experts, jullie zitten in een ivoren toren. Jullie zien niet wat die maatregelen allemaal aanrichten.’ Maar ik heb zelf twee zonen die technisch werkloos zijn geweest. Wij weten verdomd goed waarover we het hebben.»
- Intussen zijn de kinderen weer de deur uit. Geen last van het legenestsyndroom?
MYRJAM «Op dat vlak vind ik die tweede lockdown toch lastiger. Gelukkig hebben we onze dochter nog als knuffelcontact: zij zit in de week op kot, en komt in het weekend naar huis. Maar het voelt toch raar en tegennatuurlijk: afstand moeten houden van je zonen, ze niet meer mogen vastpakken. Dat is wel een moeilijke voor mij.»
PIERRE «En het zijn ook knuffelaars. Wij allemaal. We moeten natuurlijk goed voor ogen houden dat dit tijdelijk is. Ik bedoel maar: afstand houden is geen definitieve maatregel. Veel mensen zien het als een straf die ze niet verdienen. Maar het is geen straf. Het is een manier om met de hele samenleving een ernstige epidemie te overbruggen.»
MYRJAM «Maar naast de hele economische impact, is dat toch het lastigste, denk ik: die huidhonger. Kijk naar mijn broer. Hij is dit jaar opa geworden, maar zijn zoon woont in Canada. Hij heeft zijn kleindochter nog niet kunnen zien, niet kunnen vastpakken. Dat is iets wat ik van veel grootouders hoor: dat het toch niet evident is om je kleinkinderen alleen maar op afstand te zien. Ook het idee dat er nu baby’s zijn die, buiten hun gezin, nog nooit iemand gezien hebben zonder mondmasker aan. Dat voelt toch een beetje tegennatuurlijk?»
- Merkt u dat ook in uw praktijk: dat de tweede lockdown moeilijker valt?
MYRJAM «Absoluut. Het zijn ook donkere dagen nu, dat maakt velen al wat zwaarmoediger. Onlangs zei een vrouw van 92 me nog: ‘Dat ze dat virus maar gewoon zijn gang laten gaan. Dan is ineens die hele generatie 85-plussers weg.’ Voor haar was het duidelijk: ze kon maar beter ‘normaal’ leven. En werd ze ziek, dan was dat maar zo. Ze had toch niks meer te betekenen, vond ze.»
PIERRE «Straf, zeg.»
MYRJAM «Dat merk ik wel: hoe dat coronavirus toch niet voor iedereen hetzelfde is: één jaar in een mensenleven is niet veel als je veertig of zestig bent. Maar als je 85 bent is het misschien je laatste jaar, je laatste kerst.»
- Over die kerst: hoe gaan jullie vieren?
MYRJAM «Onze jaarlijkse skivakantie in Oostenrijk valt alleszins in het water. Heel spijtig is dat.»
PIERRE «Ik ga dat echt missen. Dat is zoiets waar ik altijd naar uitkijk. Je kunt dan een heel jaar hard werken, wetende: met kerst gaan we skiën. Telkens weer voelt dat als een beloning, ook omdat we daar dan met het hele gezin zijn. Dat is altijd een leuk, warm moment, waar we nu een alternatief voor zullen moeten zoeken.»
MYRJAM «Onze dochter zal hier op kerstavond wel zijn. Wellicht wordt het een Zoom-feestje met de zonen. Met vrienden hebben we ook al eens zo’n etentje via videocall gehad. We hadden toen hetzelfde menu afgehaald, waren tegelijk aan het aperitief begonnen. Dat was eigenlijk wel plezierig. We hebben die avond goed gebabbeld en gelachen.»
Een mondmasker kan het niet verbergen. En zijn luide lach verraadt het ineens helemaal. De vaccinoloog, nog altijd met een half oog op zijn laptop, zit zich te verkneukelen voor zijn scherm. ‘Sorry, maar deze mop moét ik delen.’ Myrjam zet zich schrap, benieuwd naar wat er nu weer komen zal. ‘Ik krijg hier net een mail binnen: ‘Goedkope vaccinatie voor een prikje!’ (schaterlacht) Dat gaat hier dus in een halfuur van dreigmails naar grappenmakers. Kijk, maar daar geniet ik dus van.’
- Jullie zijn dit jaar dertig jaar getrouwd, lijken perfect op elkaar ingespeeld. Hoe leerden jullie elkaar eigenlijk kennen?
PIERRE «Ook door de wetenschap.» (lacht)
MYRJAM «Dat was op de eerste dag van onze studies geneeskunde, in oktober 1977. We zaten naast elkaar in het auditorium. En Pierre had blijkbaar meteen een... Hoe noemen ze dat nu weer?»
PIERRE «Een crush. Oh jawel.»
MYRJAM «Maar langs mijn kant kwam dat niet zo snel. We hebben toen een tijdlang een knipperlichtrelatie gehad.»
PIERRE «Voor haar was het nog wat te vroeg, denk ik.»
MYRJAM «Ik was nog maar zeventien, kwam uit een nonnenschool. Ik had nog niet veel jongens van dichtbij gezien. Komt daarbij: dat zijn zware studies van zeven jaar lang. Het idee van een relatie leek me toen soms meer beknellend dan bevrijdend.»
- Eind jaren tachtig richtten jullie, als koppel, een huisartsenpraktijk in Antwerpen op. Ook in die tijd focusten jullie al op een – toen nog onbekend – virus: hiv.
MYRJAM «Klopt, wij hadden toen een aantal van de eerste seropositieve patiënten, vaak homoseksuele mannen. De toenmalige aidstelefoon verwees hen naar ons door.»
PIERRE «Vaak wilden die mannen anoniem blijven voor hun eigenlijke huisarts, door het taboe erop. Want dat zat allemaal nog in een clandestiene sfeer. Of je had soms artsen die hen weigerden te behandelen. Wij stonden daar wel open voor, en hebben ons zo in dat virus vastgebeten.»
MYRJAM «In die eerste jaren hebben wij enorm veel aidspatiënten gezien, van wie er helaas ook veel overleden zijn.»
PIERRE «Dat waren toch ook heftige tijden, alleen was dat toen meer gespreid. Nu, met het coronavirus, zit alles heel sterk geconcentreerd in dit ene jaar.»
- Zien jullie gelijkenissen tussen die hiv-periode en het voorbije coronajaar?
PIERRE «Ook toen moesten we een hele samenleving iets duidelijk maken wat niet zo evident was. Toen was het: beperk je seksuele contacten. Nu is het: beperk je sociale contacten. Het condoom van toen is zo’n beetje het mondmasker van nu.
»Eigenlijk hebben we nu veel sneller zicht op een oplossing dan toen. We hebben nog altijd geen hiv-vaccin. Maar er zijn aidsremmers, en ons gedrag is toen ook aangepast geraakt. Dat stelt mij ergens wel gerust: ook nu kunnen we dit.»
- Jullie hadden dit jaar welgeteld drie dagen verlof: een verlengd weekend aan onze kust. Waren jullie meer dan ooit met de wetenschap getrouwd?
MYRJAM «Dat denk ik wel, ja.»
PIERRE (knikt heftig) «Die honger naar informatie was ook zo groot. Normaal kun je dat nog wat spreiden, maar nu hadden wie die kans niet. Je wilt die eerste maanden niks, maar dan ook niks, van nieuwe inzichten missen. Daardoor verkeer je voortdurend in een staat van alertheid. Zeker als je merkt dat de media hier en daar op jouw duiding rekenen. Dan wil je dat toch met kennis van zaken doen.»
- Jullie nemen het coronavirus soms mee naar bed?
MYRJAM (droogjes, met opgetrokken wenkbrauwen) «Letterlijk.»
PIERRE (schatert) «Amai, schat, dat kwam er wel heel snel uit. Pas op, het is niet dat er een bundel vakliteratuur tussen ons in bed ligt.»
MYRJAM «Nee, het ligt nààst jou, aan jouw kant. (plagerig) Je wilt niet zien wat er allemaal van wetenschappelijke bladen naast zijn bed ligt.»
PIERRE (vrolijk) «Maar ik slaap tenminste goed.»
(DM)