Pirates of the Caribbean: At World's End
'At World's End', het sluitstuk van de onwaarschijnlijk succesvolle zeeschuimerstrilogie van regisseur Gore Verbinski en producent Jerry Bruckheimer, heeft nog wel een volle scheepslading ongebreidelde fun in petto - Zeeslagen! Kanonnengebulder! Wervelend zeilwerk! Zeevruchten! - maar ons staat het zeewater na precies vierhonderdeenenzestig minuten 'Pirates of the Caribbean' toch ook wel een beetje aan de lippen.
Je voelt dat het tijd is om de zeilen op te plooien, de luiken te schalmen, en het anker uit te gooien. Nummertje drie begint met een merkwaardige lapsus: Kapitein Jack (de nog steeds in mascara dippende Depp is weer in grote vorm) bevindt zich immers niet langer in de slokdarm van de Kraken, maar op een trillende zoutvlakte waar hij, in een reeks doorgetripte scènes die nog het beste vallen te omschrijven als 'Fear and Loathing in the Caribbean', ten prooi valt aan een psychedelisch delirium. Intussen reppen Elizabeth (Keira ik smelt u met mijn blik Knightley), Will Turner (Orlando Bleek, eh, Bloom) en de uit de halfdood teruggekeerde Kapitein Barbossa (fijn om Geoffrey Rush terug te zien!) zich in een van de Chinese kaperkapitein Sao Feng (Chow Yun-Fat) geleend fregat naar de Verste Poort om Jack te bevrijden, en er is haast bij want de verdorven Lord Beckett (Tom Hollander) en inktvissensmoel Davy Jones (Bill Nighy) broeden op een plan om alle piraten voorgoed in de dieperik te sodemieteren. Door het eerste, verrassend donkere deel van de film voel je soms de spirit van Terry Gilliam en Tim Burton waaien: de spookachtige trip door de tussenwereld en vooral het ronduit fantastische 'Keep on rockin' the boat!'-tafereel behoren in ieder geval tot de meest magische momenten uit de hele trilogie. Aan het verdere verloop van de plot valt werkelijk geen matrozenbroek meer vast te knopen - wie heeft nu eigenlijk een vloek over wie uitgesproken? - en het eindeloos aanslepende gescharrel tussen Will en Elizabeth joeg ons bijna het want in, maar de langverwachte cameo van Keith R. en de spectaculaire finale maken veel goed. Deze landrot heeft zich dus zeker niet verveeld, al moeten we hieraan toevoegen dat we - en het is tijd voor een kleine roundup - de 'Pirates'-trilogie alles bij mekaar lang niet zo episch en existentieel vinden als 'Lord of the Rings', 'Star Wars' of de 'Wicked Anthology' van Jenna Jameson. Het blijft de verfilming van een pretparkattractie: je neemt plaats, je roetsjt er gillend doorheen, en die kriebels zijn zo weer verdwenen. Maar goed, zoals we zelf altijd zeggen wanneer we 's avonds in ons kraaiennestje van een lekker glaasje oude bruine rum (gebotteld in Cuba, te koop in de Oxfam Wereldwinkel) zitten te nippen: meer heeft een echte piraat niet nodig.