Prince (7 november, Viage, Brussel)
Niemand had er geld op durven inzetten dat Prince amper vier maanden na zijn laatste aftershow in de Viage in Brussel op dezelfde plek wéér vijfhonderd fans zou doen zweven na een meer dan drie uur durende nachtelijke showcase, nog beter en heter dan die van 10 op 11 juli. Op zaterdag 6 november, twee dagen voor hij in het Sportpaleis zou aantreden, kreeg zelfs de radio de tijd om luisteraars op te trommelen, wat helaas alleen betekende dat er meer gefrustreerden waren - voor de deur stonden naar schatting vijftienhonderd wachtenden.
Bovendien wist bijna niemand dat de Viage, een casino, op de eerste verdieping een eigen pinautomaat heeft. Veel fans verloren kostbare tijd terwijl ze in het door de staking van de geldkoeriers geteisterde hoofdstad wanhopig op zoek gingen naar een machine die nog geld ophoestte.
''Nooit was zó briljante muziek zó goedkoop''
In vier maanden tijd had Prince zijn prijs met twintig procent opgedreven. Binnenraken kostte honderd euro - cash only - en er waren weer géén tickets, maar à rato van ongeveer zeventig cent per minuut briljante muziek was een concert nooit goedkoper.
(Ter vergelijking: Neil Young en Tom Waits vroegen hier jaren geleden al anderhalve keer zoveel voor een beduidend korter en in Neils geval veel saaier concert in een grotere zaal.) Blijkbaar was Prince tevreden over organisator Nathan 'N8N' Ambach, de Viage (perfecte akoestiek) én hoe de Belgische fans zich in juli hadden gedragen.
Een tip voor wie een eventuele (pigs will fly) derde showcase wil meemaken: Twitter-analfabeten zonder smartphone waren zwaar gehandicapt.
Eigenlijk zou ik in de eerste alinea's van dit stuk geen woorden mogen gebruiken, want ook Prince, die er die nacht om drie uur aan begon, speelde het eerste halfuur alleen instrumentals. Op het internet begrijpen fans of criticasters dat steevast verkeerd, alsof die start 'saai' was.
Nee, Prince is speels en gezellig op zo'n pre- of aftershow. Het is geen wedstrijd. Hij probeert ook nooit te scoren met zijn hits - 'Purple Rain' heb ik 'm op zo'n show nooit horen spelen. Hij warmt rustig op, en laat z'n muzikanten en de achtergrondzangeressen alle kansen om te schitteren.
Na een dromerig, spacy 'Joy in Repetition' en een ook zonder vocalen mooi 'Sometimes It Snows in April' stak onze held de lont aan: 'Delirious', 'Soft and Wet', 'I Wanna Be Your Lover' en 'Why You Wanna Treat Me So Bad?' in één lavahete geut.
Al vroeg in de set, vanaf 'Sexy Dancer', mocht een dertigtal fans een uur lang (!) het podium op, om naast Prince - die de ene keer stage left en de volgende minuut stage right opdook, om toch een béétje ongrijpbaar te blijven - te jammen en te dansen op 's mans partyclassics als 'Uptown' en 'Let's Work', afgewisseld met covers als Chics 'Le Freak'.
Ik wil opscheppen noch namedroppen, dus het is de veertienjarige fan in mij die trots meldt dat Natalia en ik tijdens 'I Like Funky Music' zelfs backing vocals gezongen hebben - zij iets beter dan ik. Prince liet later ook grootmoedig een dwerg op de eerste rij meezingen, en gaf hem nadien een soul-brother handshake - omdat die man zo klein was, heeft niemand het gemerkt. Ik zie het zelfs Bono niet doen.
De bisrondes startten met een prachtig 'The Love We Make' en een jamsessie die een flard 'America' versmolt met een meer gospelachtig dan soulvol 'Get On the Boat'. Tijdens 'Which Way Is Up?', een Stargard-song uit het blaxploitation-tijdperk, spoot Prince twee pijlen met rode verf op de basdrums. Er waren nog meer covers, zoals 'Dance', de ouwe discohit van kitsch-funkateer Sylvester. Toen Prince naar de coulissen wenkte, kwam zijn vriendin Bria Valente even mee percussie spelen.
Gedaan? Nee, 'My body don't wanna quit, I need another hit!' riep Prince, en hij zette een werkelijk briljant 'Controversy' in. Even later vloeide z'n eigen 'Mountains' naadloos over in 'Shake Your Body' van The Jackson 5. Nog meer moois: 'She's Always in My Hair' (feller dan anders), de ode aan model 'Chelsea Rodgers' en het antiracistische statement 'Dreamer' ('I was born, raised on a slave plantation (...) Never knew that I was different, till Dr. King was on a balcony / Lyin' in a bloody pool (...) Race, race still matters (...) / You can call me a dreamer too / Ah, I got one eye open for these devils').
Na 'Baby I'm a Star' gooide Prince zijn feedback spuiende gitaar als was het een bowlingbal over het podium, zodat je dacht: nu is 't voorbij. Maar nee, de víérde bisronde bood een rondje Sly Stone, en de zelfs tien minuten nadat Prince het podium had verlaten nog altijd door het publiek meegebrulde 'I Want to Take You Higher'.
En dan - 'We got room for a hundred more!' - een prachtig 'All the Critics Love U in Brussels', met Prince op bas, inclusief vingervlugge riffs die het publiek (tevergeefs) probeerde na te zingen.
Het enige minpunt: Prince had de hele tijd problemen met zijn lichttechnicus, die nooit leek te begrijpen wat hij bedoelde. Prince: 'Andy, turn the lights down.' (De spots gaan harder schijnen) Prince, sarcastisch: 'Thanks, Andy.'
Eerlijk? Tijdens dat laatste halfuur dacht ik: 'Mag ik nu naar huis?' Niet omdat het slecht was, maar omdat Prince zijn publiek éérst weet uit te putten en niet omgekeerd - ook een kunst! Na afloop was het zondagochtend, tien over zes.
Old School Is Cool
undefined
undefined
Waarom doet Prince deze pre- en aftershows? Het geld heeft hij niet nodig, en da's een understatement - de recette verdeelt hij trouwens onder z'n muzikanten, hij houdt geen cent zelf. Nee, hij gunt de harde kern onder zijn fans een extraatje, da's alles.
Dit keer droeg hij geen zonnebril, en evenmin de kap die hij in juli over zijn hoofd had getrokken. Wel verrassend, ook voor mij: tegenwoordig staat tussen de effectpedalen ook een autocue.
Fans die, zoals ik, een tijdje vlak achter Prince op het podium stonden, konden de teksten van de 'Raspberry Beret'/'Cream'/'Cool'/'Let's Work'/'U Got the Look'-medley meevolgen op het scherm. Maar zelfs dan verknoeide een dronken en/of opdringerige fan het door naar de microfoon te grijpen: zijn kennis van 'U Got the Look' was niet half zo goed als hij had gedacht.
Zelfs iemand als ik, die al vijftig concerten en twintig pre- en aftershows van hem zag, heb Prince nog nooit zo informeel, ontspannen en gul gezien. Op een bepaald moment deelde hij percussie-instrumenten uit aan een paar mensen op de eerste rijen.
Nee, hij gooide ze niet in het publiek, hij gáf ze, met de glimlach, en nadien mochten de gelukkigen ze houden. Een detail, maar veelzeggend. Ik roep het al jaren: Prince is géén gek, géén weirdo en géén kluizenaar. Wie die roddels na vanavond nog gelooft of verspreidt, is simpelweg van slechte wil.
Er stond zelfs geen security op of voor het (lage) podium, ongehoord bij zo'n superster. Een uur lang was Prince, zoals gezegd, op minder dan één meter omringd door een dertigtal fans, waarvan sommigen anderen verdrongen om zo dicht mogelijk bij de meester te staan en/of zo veel mogelijk in het zicht van hun vrienden in de zaal. Ik betrapte me erop dat ik de andere gelukkigen vanuit m'n ooghoeken zat gade te slaan, want één gek had volstaan om...
'We're cool, because we're old school, and we know it, right?' zei Prince over het publiek. Maar niet iedereen was cool. Een paar fans maakten, terwijl ze op het podium dansten, toch stiekem foto's van henzelf met (desnoods de rug van) de zanger.
Telkens als weer iemand z'n gsm naar zijn hoofd ophield, stak Prince z'n hand afwerend uit. En tegen het eind verzuchtte hij: 'Listen, there's a thousand million photos of me, you don't need another one. And I don't need to see my face. In fact, I'd rather be invisible.' Dat vat het mooi samen: je wilt gewoon muzikant zijn, maar je wordt wereldwijd aangestaard en geflitst.
Een merkwaardige vaststelling: ook al stond ik drie uur lang nooit verder dan twee meter van Prince, ik heb 'm niet zien zweten. Wij, daarentegen, smolten bijna. Ook opvallend: de hoffelijke security in Viage én in de entourage van Prince, die bestaat uit discrete, zacht pratende, beleefde mensen en niet uit arrogante grote muilen.
En, onthutsend: in de Viage en later in het Sportpaleis zag je een zee van blanke gezichten. Minder dan één procent was allochtoon - toch merkwaardig voor een qua afkomst, huidskleur én genre bij uitstek zwarte artiest?
All the critics love you in Belgium? Ik ben geen nerd, en nog objectief genoeg om Prince kritisch te benaderen mocht dat nodig zijn. Ik ben niet zo kinderachtig om iets briljant en legendarisch te vinden, alleen omdat vijfhonderd gelukkigen waaronder ik erbij waren en duizenden anderen niet.
En ik ben evenmin één van die amateurstalkers die slijmen bij Prince' muzikanten in de hoop zo bij Hem te raken. Ik durf bijvoorbeeld nog hardop te zeggen dat bassist/evangelist Larry Graham al dertig jaar teert op dezelfde drie solo's (gelukkig werd hij in de Viage vervangen door de sexy en zeer competente Ida Nielsen). Prince' huidige combo is, ondanks tonnen talent, niet zijn beste ooit.
Dat gezegd zijnde is het een simpel feit: live overklast Prince ook anno 2010 iedereen. Om een rijmpje uit mijn kindertijd te parafraseren: God is groot, Allah is machtig, maar alleen Prince heeft een piet van één meter tachtig. 'Hey, I ain't got no money / But honey, I'm rich on personality' zong hij zondag in 'Baby I'm a Star'. Alleen de eerste helft van dat statement was gelogen.
Epiloog
undefined
Twee dagen later gaf Prince een verpletterend concert in het Sportpaleis. Uit die set bleek dat de preshow in de Viage een openbare generale repetitie was geweest, in Antwerpen aangevuld met de grote hits: 'Purple Rain', '1999', 'Let's Go Crazy', 'Kiss' en ga zo maar door. Perfecte gitaarsolo's. Perfecte falset. Tot twee keer toe gooide hij z'n gitaar in het publiek.
Ook in Antwerpen mochten we vanaf 'A Love Bizarre' met z'n vijftienen een halfuur op het podium dansen. Eén man raapte een plectrum op en gooide het naar iemand op de eerste rij. Prince riep hem tot de orde, met een quasi-strenge blik die zei: 'Hela, je steelt mijn eigendom!', bood dan een high five aan, miste de uitgestoken hand opzettelijk, en aborteerde plagerig ook een tweede high five.
De derde keer raakte de man met een speelse karateschop Prince' hand. Die man was ik. Ik heb ook percussie gespeeld, en m'n hand gesneden aan een tamboerijn: de veertienjarige fan in mij vindt dat een kleine prijs voor een droom.
Vlak daarop vroeg een blond meisje dat naast me danste of ze Prince een kus mocht geven. Dat mocht, en uit vijftienduizend kelen steeg een vertederd 'Aaaaah' op. Voor het eerst kon ik ook vaststellen hoe een zee van mensen die in het donker met hun oplichtende gsm zwaaien eruitziet vanwaar Prince staat: prachtig en indrukwekkend.
En toen volgden nog twaalf (!) funky bisnummers, waaronder 'Cool', 'Peach', 'Forever in My Life' en een prachtig, met wonderlijke gitaarsolo's uitgesponnen 'Shhh'. 'Come on, go home, I gotta go to sleep!' zei Prince toen de fans 'm niet wilden laten gaan.
Het gonsde nog lang van geruchten over weer een aftershow - de Petrol én de Viage waren geboekt - maar iets na middernacht kwam het bericht dat onze held vond dat het welletjes was.
Wie een superster kent die zijn fans méér geeft, mag het altijd zeggen.