BOEK★★★☆☆
‘Prooi’ van Ayaan Hirsi Ali filtert in de boosheid heel wat nuance weg
U moet tegenwoordig haast terugbladeren naar Salman Rushdie om een schrijver te vinden die al zo lang internationale beveiliging nodig heeft als Ayaan Hirsi Ali. Deze Somalisch-Nederlands-Amerikaanse ex-moslima en voorvechter van vrouwenrechten is al meermaals moeten onderduiken door haar islamkritiek.
Eerder schreef ze boeken waarin ze beargumenteerde dat de islam zich moet hervormen om werkelijk toe te treden tot de moderne wereld, en ook ‘Prooi’ haalt gelijkaardige heikele punten aan: massamigratie, religieus conservatisme en vrouwenrechten. Ze stelt dat echte feministen de vrouwonvriendelijke islam zouden moeten afwijzen. Hoewel Hirsi Ali scherpe vragen poneert (is het tolerante liberalisme zichzelf aan het vernietigen?) en het Europese immigratiebeleid vurig in vraag stelt, is haar politiek-wetenschappelijke onderbouwing, zeker over het populisme, vaak pover. Het boek is doordrongen van onvolledig en anekdotisch bewijs en filtert in de boosheid heel wat nuance weg. Haar pleidooi voor antiliberalisme lijkt bovendien gevaarlijk voor de democratie.
Zo legt ‘Prooi’ ons een serieus dilemma voor: we moeten Hirsi Ali’s ervaringen als vrouw in een asielcentrum serieus nemen, maar tegelijk lijkt dit boek bedoeld om het al lang ontkrachte idee van de ‘clash der beschavingen’ weer te doen opflakkeren.