Pukkelpop 2011: het drama door veertien paar Humo-ogen
Pukkelpop 2011, gezegend met een uitstekende affiche, zou hét festival van de zomer worden. Een uitgebreid Humo-festivalteam was dan ook ter plaatse, tuk op drie overvolle dagen van werk en vertier. Zo werden Onze Mannen en Vrouwen bevoorrechte getuigen, tegen wil en dank. Een reconstructie van het drama door veertien paar Humo-ogen.
Onze Man achter de schermen
Omdat ik de sms die ik heb verstuurd bij mijn aankomst nog heb, weet ik het perfect: stipt om 18.01 uur sta ik op het festivalterrein. Niet al te laat vertrokken maar file gehad, en in een hagelbui beland. Ik weet nog dat ik dacht: 'Die hoeven we ten minste op Pukkelpop al niet meer te doorstaan.'
Naast mij op de persparking stapt een andere bezoeker uit zijn wagen. Hij draagt een korte broek en T-shirt, kijkt even naar de lucht en vraagt dan aan een parkeerwachter: 'Wat denk jij: gaat het nog regenen?' Ook die kijkt even omhoog en zegt met een lachje: 'Ik denk het wel.' Ik kijk op mijn horloge. Amper zes uur en al donker. Raar, maar het zal de nasleep van die hagelbui zijn.
Het inchecken aan de perskassa duurt even, en als ik erdoor ben en de weide opstap is het al begonnen. Dikke druppels, per seconde méér, waardoor ik het op een drafje zet. Dan haal ik de perstent aan de andere kant van de weide wel zonder écht zeiknat te worden. Een plan dat ik amper vijftig meter verder noodgedwongen bijstuur: ik ga schuilen in het tentje van de Belgacom/Generation-stand, op de relatief smalle strook tussen de Main en de rest van het veld.
Ik ben hier niet alleen. Het is kwart over zes en hoe harder de regen neerdondert, hoe meer volk erbij komt. De wind jaagt heelder plassen water naar binnen, waardoor we besluiten het tentzeil dicht te trekken. Dit is niet die hagelbui van daarstraks op de autosnelweg. Dit is een storm, en wel één zoals ik er nog nooit één heb gezien. Hier en daar al wat ongerustheid in de ogen. Ik sms naar huis - ook die heb ik nog, om 18.27 uur: 'Ginds oké? Hier totaal niet. Fout aant lopen. Storm.' En dan... Crrrràààààshh!!!! Fucking hell! Dat was een bóóm! Een vijftal meter rechts van mij, goed kan ik het niet zien, ik sta muurvast tussen de mensen geprikt en geplakt. Eén van die gróte bomen? Shit, en zo staan er hier nóg. Maar waar precies? Ik ken dit terrein op mijn duimpje, ik zou het met mijn ogen dicht kunnen natekenen. Maar waar sta ík in godsnaam? Totaal niet op gelet toen ik hier binnenwipte om even te gaan schuilen voor de regen.
Het zeil is dicht en een wild klepperend streepje van af en toe vijf centimeter is mijn enige zicht op de hels tekeergaande buitenwereld: die is zwart, en er vliegen dingen horizontaal doorheen. Kleine dingen én grote dingen. Ik voel de schrik tot in mijn darmen. Was dit het dan? Wanneer valt die volgende boom? 'We mogen niet panikeren,' zegt een meisje, ik schat haar veertien, en ik schaam mij. Volwassen schelm. Ik probeer, de armen gestrekt tegen mijn lichaam, nog een paar keer naar huis te sms'en, maar ik zie dat geen enkel bericht er nog door raakt. Ik probeer mij sterk te houden, en als een paar tienerogen paniekerig de mijne kruisen, pers ik er een glimlach uit, maar ik ben geen acteur.
Een paar minuten later mogen, nee, móéten we eruit. De storm is grotendeels gaan liggen, het ergste lijkt voorbij, het Belgacom-tentje wordt ontruimd. Ik durf niet te kijken waar de boom is neergekomen, een gebroken potlood van een méter dik. Ik hink-stap-spring verweesd langs de plassen, takken, puin, wat is het allemaal? Tussen mensen door, tegen mensen aan. Dit is de hel, hier heeft de apocalyps plaatsgevonden. Al die veel te grote woorden die eigenlijk alleen voor films en boeken zijn bedoeld, in één klap op maat van de werkelijkheid gesneden. In fucking Kiewit!
Uren later zoemt het nog steeds door mijn hoofd: ik heb GELUK gehad. En: wat was ik bang. En klein.
Van the day after zijn twee uitspraken me bijgebleven. Op Lowlands werd één van de zijpodia geopend met de woorden: 'We verwachten niet dat er dingen gaan gebeuren waar je bang voor zou moeten zijn, maar dat deden ze op Pukkelpop ook niet.' En in de Franse krant Le Monde getuigt iemand: 'C'était la fin du monde.' Dat heb ik letterlijk ook gedacht. Zo'n tien minuten lang. La fin du monde - in het Frans. De geest doet gekke dingen als het lichaam stijf staat van de schrik. Voor een aantal mensen was het ook het einde. Mijn godsgloeiend medeleven aan alle betrokkenen.
(jub)
U leest nog meer getuigenissen op dinsdag 23 augustus in Humo 3703.
De site-verantwoordelijke
Niemand in Humo's bloghut heeft dit ooit eerder meegemaakt. Een mens zou voor minder enkele tellen beduusd en verweesd het hoofd schudden. Maar niet lang dus. Eerste opdracht: checken of iedereen binnen óf gelokaliseerd is. De blogcrew blijkt ongedeerd. Maar op de weg naast onze container sleept zich ondertussen een gehavend leger van gewonde en geschokte festivalgangers voorbij. De ravage is niet te overzien; een niet aflatende stroom interventiewagens van de hulpdiensten met loeiende sirenes; door het raam zien we een mug-eenheid verwoede pogingen ondernemen om iemand levend te houden. Het wordt meteen duidelijk dat dit een catastrofe is.
Niet veel later steken we de hoofden bij elkaar om af te spreken hoe we dit zullen aanpakken. Geen reviews of foto's van artiesten meer op de site. We brengen enkel gecheckte of bevestigde informatie, we gaan niet mee in het hysterische opbod van het afficheren van cijfers van doden of gewonden. En we proberen mensen te helpen via Twitter en Facebook. Dat zijn onze vuistregels.
Een ongeluk komt nooit alleen. Net nú, wanneer andere mediasites abusievelijk berichten over een omgewaaide Humo-stand en iedereen plots beseft dat we het thuisfront moeten geruststellen zonder te kunnen bellen of sms'en, gaat onze site drie uur lang uit de lucht. Het enige wat ons rest: Twitter en Facebook. De eerste drie uur na de ramp zijn dat onze enige communicatielijnen met de buitenwereld.
Vervolgens: de taken verdelen. Onze fotograaf Jan en videoman Gunter worden onze ogen en oren op en rond de weide: op een serene en respectvolle manier zullen ze de fall-out registreren. Journalisten Jeroen, Noud en Nicolas vatten post in het mediadorp en de vipruimte om aan de bron van de officiële informatie te zitten, maar dat valt dik tegen. Er wordt niet officieel gecommuniceerd. Dus vinden we het niet kies om de videobeelden en foto's te publiceren zonder dat we duiding kunnen brengen. Ondertussen trekt collega Kelly naar het commandocentrum van de politie voor info, om daarna de rest van het team te vervoegen in de container. De collega's volgen het nieuws via andere kanalen en fungeerden als klankbord voor de inhoud, de stijl en de vorm van de berichten die ik op Facebook en Twitter post. Een paar uur later is de site weer online en kunnen Humo-webredacteurs Stijn en Laura hun artikel inclusief ruwe videofootage en fotoreeks op de wereld loslaten.
Updatend, tweetend en retweetend, tien keer denkend over elk woord dat we schrijven, wordt het vrijdagochtend halfzes. Op dat moment rolt het formele persbericht binnen dat Pukkelpop 2011 definitief afgelast wordt. Dat wordt m'n laatste Pukkelpop-post op Twitter, Facebook en Humo.be. De 2,5 uur durende nacht die daarop volgt, wordt een mix van loeiende sirenes, overvliegende helikopters, brommende werktuigen, binnenlopende tweets, sms'jes en mails en te verwerken indrukken.