Radio Gaga (slot): in het Rode Kruis-opvangcentrum in Wingene
Ver weg van het Turkse strand, tussen de velden van het West-Vlaamse Wingene, puzzelen Dominique en Joris voor de laatste keer hun ‘Radio Gaga’-studio in elkaar. Een handvol vluchtelingen in het Rode Kruis-opvangcentrum staan er verbaasd naar te kijken. Rare jongens, die Belgen.
undefined
'Radio Gaga' bij de vluchtelingen: rare jongens, die Belgen.'
Het centrum oogt als een scoutsterrein: bungalows omcirkelen een voetbalveldje. Elk van de vier blokken biedt plaats aan dertig vluchtelingen. Druk is het vooral aan de receptie, de enige plek op het domein met wifi – of in dit geval: met een link naar het thuisfront. Geliefden missen is hier een dagelijks karwei. Vooral in de namiddag – ’s ochtends krijgen de meeste bewoners een taalbad Nederlands – ontstaat er in de keuken van elk blok een gezellig tafereel, dat de allures van een internationale kookwedstrijd aanneemt.
Aan blok B spreekt een Iraakse man me aan. Hij zit hier met zijn 17-jarige zoon, die het in Wingene tot lokaal voetbaltalent aan het schoppen is. Hij vraagt zich af hoe dat nu precies zit met al die verschillende talen in België: ‘Is it because of war?’ Tja, hoe zat dat ook alweer met die Slag bij Waterloo? Ik antwoord iets à la: ‘Ja, maar dan wel lang geleden.’ De man knikt met een blik van zie-je-wel: ‘Always because of war.’
Een kaarsje dat opbrandt
Omar uit Afghanistan wordt deze maand 25. Met uitzondering van het laatste anderhalf jaar in Wingene – van de 120 asielzoekers zit hij hier al het langst – heeft hij in die kwarteeuw niets anders dan oorlog gekend.
Omar «Oorlog ben ik gewend. Maar toen begonnen de taliban mijn familie uit te moorden. Mijn ouders, mijn broer en ikzelf werkten voor VN-organisaties. Dat mocht niet van de taliban. In mijn land volstaat het om jouw visitekaartje op zak te hebben om te worden vermoord. Dan heul je mee met de vijand, en beweren ze dat je mensen wil bekeren tot het christendom.
»De taliban zetten mijn familie op de zwarte lijst. Om te tonen wat ze met ons zouden doen als we ons niet voegden, sneden ze mijn ene broer z’n vinger eraf. Eerst zijn we naar Pakistan gevlucht. Toen we terugkwamen, hebben ze mijn jongste broer gedood. Toen bleek dat ik hun volgende target was, hebben mijn ouders me gedwongen naar België te vluchten. Ik wilde niet, maar mijn moeder smeekte me om te vertrekken. Ze beloofde me dat ze me achterna zouden reizen. Ik ben eerst naar Pakistan gevlucht met de hulp van een smokkelaar. Mijn vader betaalde hem bijna 22.500 dollar. Zoveel kostte mijn leven. In Pakistan heeft die smokkelaar een vals paspoort voor me gemaakt en zo ben ik naar hier gekomen.
»Van mijn familie heb ik niks meer vernomen. Ik ben voortdurend op zoek naar informatie op het internet, maar ook via de organisatie Tracing. Ik haat het nu om mijn mails te checken, want altijd is het resultaat hetzelfde: geen nieuws. Ik word er gek van. Waarom heeft mijn broer het voorbije jaar niet één keer z’n mailbox geopend? Zij zouden toch ook naar mij op zoek moeten zijn? Mocht ik bericht krijgen dat ze zijn omgekomen, dan zou dat vreselijk zijn, maar dan weet ik het tenminste. De onzekerheid is het ergste. Voortdurend zit ik met mijn gedachten bij hen. Als ik hier een kindje om zijn mama hoor roepen, dan ween ik vanbinnen. Waar is míjn moeder? Waarom ben ik haar kwijt? Why? Binnenkort is het Eid (Offerfeest, red.). Het zal mijn vierde Eid in België zijn, maar ik kijk er niet naar uit. Je hoort het met je familie te vieren. Dan wens je elkaar ‘Eid moebarak’, een gezegend feest. Wie heb ik nog om ‘Eid moebarak’ te wensen?
»Soms heb ik nachtmerries: dat ik het bericht krijg dat mijn vader is gedood, of dat ik wéér een nee krijg van het Commissariaat voor de Vluchtelingen. Ik wil zo graag eens zonder al die stress kunnen slapen, al is het maar voor één nachtje. Na vijfhonderd dagen mag dat wel.»
undefined
HUMO Na je eerste negatieve advies ben je in beroep gegaan. Nu is het wachten op de tweede, definitieve beslissing of je mag blijven.
Omar «Die eerste nee had ik niet verwacht. Ik dacht dat ik een sterk dossier had. Andere Afghanen uit dezelfde regio en met dezelfde problemen als ik hebben al lang hun verblijfspapieren gekregen. Waarom duurt het bij mij zo lang? Waarom mag ik mijn leven niet opnieuw beginnen? Am I not human?
undefined
'Ik kan het woord 'procedure' niet meer uitstaan.' Omar
»Ik wil zo graag deze procedure achter de rug hebben. Ik kan het woord ‘procedure’ niet meer uitstaan. De hele tijd te horen krijgen wat ik moet doen, waar ik heen moet, dat ben ik zo beu. Ik ben naar de VDAB gestapt – ik heb een diploma informatietechnologie – maar daar zeiden ze alleen: ‘You’re a negative. Dan kunnen we je niet helpen.’ Ik ben het zo moe. Ik wou dat ik terug naar mijn land kon, zoals ze kennelijk ook op het Commissariaat willen. Dan zou ik tenminste echt naar mijn familie op zoek kunnen. Maar ik weet: de minuut dat ik weer een voet in mijn land zet, ben ik finished. Mijn oom heeft nauwe banden met de taliban: hij laat ze vast weten waar ze me kunnen vinden. Nee, dan sterf ik liever hier. Ik wéét dat zelfmoord stom zou zijn, maar wat moet ik anders? Je weet toch hoe ze je daar doden? Ze snijden met een mes je keel over.
undefined
'Zodra ik een voet in mijn land zet, ben ik finished. Dan sterf ik liever hier'
»En toch: I still have hope. Hoop dat ik binnenkort iets van mijn familie hoor, hoop dat ik mag blijven. Ik laat het over aan God, het is nu in zijn handen.»
HUMO Hoe frustrerend is het dat de taliban terreur zaaien in naam van diezelfde God?
Omar «Het is moeilijk voor Europeanen om dat te begrijpen: de taliban doen het voor het geld, níét voor God. Ze zijn niet religieus. Integendeel, ze maken de islam kapot. (Windt zich op) Waar in de heilige Koran staat dat je iemands hoofd moet afhakken? Waar in de heilige Koran staat dat onderwijs verboden is voor meisjes? Ik zal het je zeggen: nergens.
»Toen ik voor die mensenrechtenorganisatie in Afghanistan werkte, kwam er een vader uit een dorp naar ons toe. Hij vertelde onze advocaat dat ze zijn dochter hadden verkracht. Daarna keerde hij terug naar zijn dorp en werd hij met de dood bedreigd, dus kwam hij de volgende dag terug met de boodschap: ‘Ik wil mijn verklaring intrekken. Ze hebben mijn dochter niet verkracht.’ En zo zijn er veel verhalen. Je kunt niemand vertrouwen. Een politieman in uniform kan plots een talib blijken die zich midden in een menigte opblaast. Why? I don’t exactly know.
»Om niet gek te worden probeer ik mijn tijd hier nuttig te besteden. Ik kan niet veel, maar ik kan Nederlands leren. Ik ben net terug van de bibliotheek, waar ik voor mijn theoretisch rijexamen heb zitten studeren. Ik werk zelfs mee aan onderzoek van de universiteit over de drugshandel in mijn land. Vrienden zeggen me: ‘Omar, je bent als een kaarsje: straks brand je jezelf op.’ Tja, zo ben ik. En wat dan nog? Terwijl ik brand, kan ik anderen bijlichten. Zelfs al is de kans dat ik een ja krijg misschien maar 1 procent, dan nog mag ik mijn tijd niet verspillen. Stel dat ik morgen mijn vader terugvind, dan kan hij tenminste trots op me zijn dat ik Nederlands heb geleerd.»
undefined
'Hier in het centrum heb ik niet het gevoel in Europa te zijn. Zou jij deze jungle Europa noemen?' Omar (25), Afghanistan
HUMO Intussen heb je in Wingene ook vrienden gemaakt, die wél al hun papieren hebben en aan hun tweede leven zijn begonnen.
Omar «Ze nodigen me af en toe uit om langs te komen, omdat ze weten dat ik me hier niet goed voel. Dan voel ik me weer even human. Geloof me: hier in het centrum heb ik niet het gevoel in Europa te zijn. (Wijst uit het raam) Zou jij deze jungle Europa noemen?
»Begrijp me niet verkeerd: ik ben blij dat ik hier een dak boven mijn hoofd heb. En het hele team is zo geduldig. Mensen zijn moe, spreken een onverstaanbare taal en hebben het lastig, maar nooit zal het personeel klagen. Ze helpen ons altijd met de glimlach. Ik heb ook respect voor de mensen die de beslissing moeten nemen over mijn leven. Ik beloof hen dat, als ik mag blijven, ik over twintig of dertig jaar, als mijn land weer veilig is en ik terug kan, mijn volk de boodschap zal geven: ‘Dankzij België leef ik nog. Daar weten ze wat menselijkheid is.’»
Smokkelkosten
Als Omar straks een tweede keer bot zou vangen bij het Commissariaat, dan staan Gerrit Beutels en zijn team klaar om de eerste klappen op te vangen.
Gerrit Beutels (adjunct-verantwoordelijke van het centrum)«Het gebeurt weleens dat uitgeprocedeerde vluchtelingen kwaad worden op ons. Wij moeten vaak de beslissing overbrengen die door iemand anders is genomen. Bewoners zien die nuance niet. We weten ook dat, als we mensen met zo’n negatief advies het centrum moeten verlaten,een aantal van hen in de illegaliteit verdwijnt. De gedachte dat iemand dan op straat belandt, is beenhard, maar je moet dat van je afzetten. We moeten onder ons werk een streep kunnen trekken, anders hou je deze job niet vol.»
undefined
'Gerrit Beutels (adjunct-verantwoordelijke): 'Het gebeurt weleens dat uitgeprocedeerde vluchtelingen kwaad worden op ons.'
Hassan en Nour, een jong en mooi Syrisch koppel uit blok C, wachten nog op hun eerste gesprek op het Commissariaat. Ze hebben er vertrouwen in dat ze straks mogen blijven. Op 2 januari van dit jaar zijn ze getrouwd in Damascus. Trots toont Hassan me foto’s van zijn jonge bruid op een groots huwelijksfeest – de IS-horror lijkt ver weg. Maar in plaats van op cruise naar de Malediven te vertrekken ging hun honeymoon per gammele rubberboot van Turkije naar het Griekse eiland Chios. ‘The horror sea journey,’ noemt Hassan het.
Nour (26) «We zijn vreselijk geschrokken van hoe gevaarlijk het was. Iedereen die we om advies vroegen, had het natuurlijk overleefd, dus zeiden ze: ‘Ach, het valt wel mee.’ Ik denk dat ze de gruwel proberen te vergeten. Ze zijn gewoon blij eindelijk in Europa te zijn.»
In Damascus waren Hassan en Nour collega’s: ze werkten allebei voor een grote Syrische bank. Volgens Hassan is zowat de helft van Damascus vandaag betrekkelijk safe, al zijn er onlangs nog 75 raketten terechtgekomen op een buitenwijk, waar ze vrienden hebben wonen.
Hassan (33) «Telkens als ik mijn Facebookpagina open, lees ik over weer één of andere vriend die is gedood. It’s crazy. Maar dat is niet de reden waarom Nour en ik Syrië zijn ontvlucht. Ik ben weggegaan omdat ik me ten laatste op 15 mei moest aanmelden voor mijn legerdienst.»
Nour «Was hij gegaan, dan was het kill or be killed.»
Dus vluchtte Hassan in zijn eentje naar Libanon. Maar na twee maanden van elkaar gescheiden leven beseften ze: ‘Dit lukt ons nooit.’
Nour «We huilden elke dag. Ik reisde naar Libanon, maar daar blijven kon niet. Dus hakten we de knoop door om de overtocht naar Europa te maken. Hadden we het niet gehaald, at least we would have died together.»
Hassan «Nu, anderhalve maand later, hebben mijn vrouw en ik nog altijd nachtmerries over onze bootvlucht. Ik maakte me vooral zorgen om haar: het was mijn schuld dat ze op die boot zat. Ik kon haar niet achterlaten, because I love her.
»Ze hadden ons gezegd dat de oversteek maar een uurtje zou duren, maar in werkelijkheid was het veel langer. En zo maakten ze ons nog wel meer wijs: dat er maar dertig mensen in de boot zouden zitten, om onze veiligheid te garanderen. De baas van de mensensmokkelaars was een Turk, maar de hele operatie werd uitgevoerd door Algerijnen. Bad luck.»
Nour «De Algerijnse bestuurder van onze boot was een slechte man. De hele tijd was hij aan het roepen en het schelden op ons.»
Hassan «Hij wilde maar één ding: Europa bereiken. Hij gaf geen zier om de mensen in zijn boot.
»De oversteek kostte ons 1.050 euro per persoon. Die 50 euro waren voor het kantoor dat de centen in ontvangst nam – administratiekosten, zeg maar. Daar gaven ze me een geheime code en een telefoonnummer. Eenmaal in Europa moesten we die code doorbellen naar het telefoonnummer. Pas dan zou ons geld doorgestort worden naar de smokkelaars. Maar veel vertrouwen had ik er niet in. Toen ik die grote som geld had afgegeven, zei ik nog tegen Nour: ‘Ik heb het gevoel dat ik mijn geld net zo goed had kunnen weggooien.’»
undefined
Natte voeten
Op de ochtend van hun vertrek moesten ze zich op een onderduikadres melden. Daar hielden zich al een vijftigtal aspirant-vluchtelingen klaar van overal in het Midden-Oosten. Na een hele dag opgesloten zitten wachten, barstte ’s avonds de actie los.
Hassan «Plots begonnen ze te schreeuwen: dat we één voor één naar beneden moesten komen, dat we op hun teken naar een bestelwagen moesten lopen – zo’n gesloten wagen waar ze beesten in vervoeren. Ik heb stalen zenuwen, maar mijn vrouw is niet opgewassen tegen dat soort stress.»
Nour «We konden niet terug. Dan zouden die Algerijnen denken dat we spionnen waren.»
Hassan «We hadden geluk: Nour kon in een hoekje van de wagen staan en ik stelde me voor haar op, als een bodyguard. Zo reden we naar een klein strand bij Izmir, een rit van twee uur. Terwijl de Algerijn met een paar mannen de boot klaarmaakte, moest de rest van ons zich onder de bomen schuilhouden: ‘Laat je niet in het maanlicht zien!’ Natuurlijk was hij bang: als de politie hem vatte, dan vloog hij voor tien jaar de cel in. Rond 5 uur ’s ochtends begon hij te schreeuwen: ‘Go now! Go now!’»
Nour «We liepen blootsvoets. We hadden onze schoenen uitgetrokken, omdat we niet wilden dat ze nat zouden worden. Very stupid! (lacht) De vrouwen gingen in het midden van de boot zitten, de mannen eromheen.»
Nauwelijks had de boot het strand verlaten, of de schipper maakte een verkeerd manoeuvre. De boot liep vast en begon meteen water te maken. Ze moesten terugkeren.
Hassan «Eén jongen begon terug te krabbelen: ‘Ik wil terug naar Turkije!’ Toen werd de schipper nog bozer: ‘Shut up or I will kill you!’»
Nour «Hij was ertoe in staat. Had hij het lichaam van die jongen in zee gedumpt, dan had er geen haan naar gekraaid.»
Hassan «Na uren was de boot eindelijk hersteld en konden we weer vertrekken. De tweede keer waren we nog banger dan de eerste: nu wisten we welke horror ons te wachten stond. We waren ervan overtuigd: ‘We will die.’ Maar alweer had ik geluk: ik stapte als eerste in de boot en stond helemaal vooraan. Samen met een Algerijnse man hield ik de hele tijd een zeil omhoog om het water uit de boot te houden.»
Nour «Met zijn andere hand hield hij me vast bij een vinger om me te kalmeren.»
Hassan «Toen we de Griekse kust naderden, zagen we plots de lichten van de kustwacht. De Algerijn dacht dat het de Turkse politie was, dus nam hij zijn mes om de rubberboot kapot te snijden. Hij joeg ons nog liever met z’n allen de dood in, dan dat hij zich door de Turken liet vangen. Ik kon nog net op tijd het mes uit zijn hand grijpen.»
Bij nader inzien bleek het de Griekse kustwacht te zijn. Dat stelde de Algerijn gerust: hij wist zeer goed dat de Grieken hem niet naar de cel, maar naar het vluchtelingenkamp zouden sturen. Zodra de politie vragen begon te stellen, beweerde hij uit Syrië te komen.
HUMO En niemand op de boot die hem verlinkte? Ook al hadden jullie door hem net doodsangsten doorstaan?
Nour «We durfden niet: hij was in staat ons te vermoorden. In Griekenland veranderde hij compleet van toon en smeekte hij: ‘Please, please, verraad me niet!’»
Hassan «‘We zijn toch allemaal broeders,’ zei hij. Hij begon ook vragen te stellen over mijn land: ‘Wat is jullie nationale gerecht?’ En: ‘Wie is de bekendste familie van Syrië?’ Maar later viel hij toch door de mand, toen de tolk van de Griekse politie hem vragen begon te stellen: ‘You are liar! Your accent is not Syrian!’ Je kon de Algerijnen er zo uithalen: de Syriërs waren allemaal uitgeput door de oorlog en de vreselijke reis, terwijl de Algerijnen hun geluk niet op konden. Ze waren eindelijk in Europa.
»De politie begeleidde ons naar het vuile kamp. Sorry dat ik het vuil noem, maar zo was het. Onbegrijpelijk! Het valt toch onder de verantwoordelijkheid van de UNHCR? Er hing een rare sfeer. Het zat er vol met Syrische mannen die op karton op de grond sliepen of zaten te zingen. Om de kou en de problemen te vergeten, denk ik. Twee nachten hebben we er onder de bomen geslapen. En twee keer hebben we eten gekregen. Dan begint iedereen te dringen om iets te pakken te krijgen. En wéér waren het de Algerijnen die iedereen wegsloegen en schopten. Ze stalen ook Syrische paspoorten in het kamp. Die van ons hadden we gelukkig nog. De rest van onze bezittingen hadden we in zee gegooid, toen we dreigden te zinken.»
Na twee dagen reisden Hassan en Nour door naar Athene, waar ze 7.000 euro neertelden voor twee valse paspoorten. Omdat Nour geen hoofddoek draagt en eerder licht van haarkleur is, besloot de vervalser hen de Italiaanse nationaliteit te geven.
Hassan «Voor dat geld mochten we twee keer proberen. Het eerste wat mijn vrouw en ik deden, was een nieuwe, Europese outfit kopen bij H&M.»
Nour «Ik had een paar Italiaanse woorden geleerd voor in de luchthaven: ‘Buongiorno.’ We gedroegen ons ook Europees: we zaten met onze armen rond elkaar en gaven elkaar af en toe een kusje. Normaal doen we dat niet in het openbaar.»
Hassan «Drie controles moesten we passeren. De derde is doorgaans de moeilijkste, maar ze zeiden gewoon: ‘Italiaans? Welkom.’ Een stempel en we konden gaan. De opluchting! Van Athene ging het naar Charlerloi, en nu zitten we hier.»
undefined
undefined
'Hier doen mensen verontwaardigd over onze smartphone. Snappen ze dan niet dat dat ons kostbaarste bezit is?' Nour (26), Syrië
Drinken en dansen
HUMO Hebben jullie nog vaak contact met het thuisfront?
Nour «Elke dag. We kunnen alleen via het internet contact opnemen (wijst naar de smartphone die ze al de hele tijd in haar hand houdt).»
Hassan «Nour is echt heel knap: om onze smartphone te beschermen tegen het water, stopte ze hem in verschillende nylontasjes en daarna nog eens in een ballon. Maar hier doen sommigen verontwaardigd over vluchtelingen met een smartphone.»
Nour (op klaagtoon) «‘Why do you come to our country? To take our money?’ Vandaag nog kreeg ik er een opmerking over van de chauffeur van de belbus. Snapt die dan niet dat die smartphone ons kostbaarste bezit is?»
Hassan «Ik begrijp wel dat niet iedereen in België staat te springen om al die vluchtelingen binnen te laten. Zo zou het in Syrië ook gaan.»
Nour «Toen ons land grote vluchtelingenstromen uit Irak zag komen, waren ook veel mensen boos.»
HUMO Hoe is de situatie nu voor jullie familie in Syrië?
Hassan «Mijn moeder vertelde me dat ze nu slechts om de vijftien dagen één dag water hebben. Elektriciteit hebben ze maar drie of vier uur per dag.»
Nour «We willen zo graag onze moeders naar hier laten komen, al is het maar voor een paar jaar. Dan zijn zij tenminste veilig.»
HUMO Zal de oorlog over een paar jaar voorbij zijn?
Hassan «Nee. Nobody wants to fix it. Toen de VS beslisten dat ze geen Kadhafi in Libië wilden, wás er even later geen Kadhafi meer. Toen de VS beslisten dat ze geen Saddam Hoessein in Irak wilden, wás er geen Hoessein meer. In Syrië doen ze niks.»
Nour «Drie jaar geleden was het nog simpel: het was een oorlog tussen twee partijen. De mensen in Syrië wilden vrijheid, en Assad en zijn leger hielden dat tegen. Maar de situatie nu? Daar valt geen touw meer aan vast te knopen.»
Hassan «Er zijn nu veel legers in Syrië, die allemaal tegen elkaar vechten. Je hebt ook kleine gangs die er belang bij hebben dat de oorlog blijft duren. Ze kidnappen mensen en vragen de familie om losgeld. En dan heb je nog de buitenlanders die zogezegd de jihad komen uitvechten in Syrië.»
Nour «Pff, ze weten niet eens wat jihad betekent.»
Hassan «Al die mensen die met de islam staan te schermen: ‘Assad is not islam. Kill him!’ Dag na dag begint de islam meer op Al Qaeda te lijken.»
HUMO Jullie zijn toch ook moslims?
Hassan «Wij zijn ismaïlieten, één van de vele kleine religies die Syrië rijk is – er zijn daar minder dan een half miljoen ismaïlieten. Het ismaïlisme is een gematigde tak van de islam. Ismaïlieten leven zoals de Europeanen: we studeren, dansen, worden verliefd, we zijn vrij om onze mening te uiten en hebben een open geest. Het probleem is dat we ons in het midden van het conflict bevinden: Assad wil ons aan zijn kant hebben, maar wij willen niet sterven for a stupid man. IS haat ons dan weer omdat we volgens hen geen echte moslims zijn. Al die crazy people leiden het land naar de afgrond.»
Nour «Hier in het centrum is het soms wel raar: de andere Syriërs vinden het niet kunnen dat Hassan voor mij koffie zet en fruit snijdt. In hun ogen hoort de vrouw alles te doen.»
Hassan «Thuis deed ik dat ook, dus waarom hier niet?»
Nour «Pas op: het lukt wel om samen te leven, hoor. Ik let er alleen op dat ik geen jurkje of shorts draag. Ik zorg er ook voor dat ik niet constant bij Hassan ben – dan vinden ze me te controlerend. Tegen mijn vrienden thuis vertel ik weleens over de Syriërs die ik hier ontmoet: ze zijn zo anders dan de mensen met wie ik thuis omging.»
Hassan «Het verschil is: wij komen uit een grootstad, zij komen van het Syrische platteland. Mijn zussen trouwden toen ze 25 of 26 waren. De Syrische vrouwen die hier zitten, zijn getrouwd op hun 15de en hebben nu al drie kinderen.
»Discussies over godsdienst of politiek voeren we hier sowieso met niemand. Als die onderwerpen ter sprake komen, stop ik meteen het gesprek.»
Nour «Als ze zouden horen dat we ismaïlieten zijn, dan denken ze misschien dat we bij Assad horen. Dat is niet zo.»
Hassan «Als ik hier vlees sta te bakken, komt er weleens iemand verschrikt vragen: ‘Is dat wel halal?’ Ik lach dan gewoon: ‘It is clean. Dat is genoeg.’ Of iemand komt me in de Lidl raad vragen over de Smarties die hij voor zijn kinderen wil kopen: of die wel halal zijn. ‘Oei, nee,’ zeg ik dan, ‘blijf daar maar af.’ (lacht) Ze zullen er toch voor moeten zorgen dat ze hun geest wat meer openen. België zal zich niet aan hén aanpassen.
»Mijn broer deed zijn legerdienst al in 2012, maar nu loopt hij het risico weer opgeroepen te worden. Daarom leeft hij ondergedoken en betaalt hij de politie een omkoopsom. Elke dag belt hij me: ‘Hassan, ik wil ook naar België komen.’ Maar het is niet veilig, omdat hij de grens niet op een legale manier over kan. Hij zou de grens over kunnen op een plek die in handen is van IS, maar de kans is groot dat hij dan wordt gedood. Zo hebben we al vrienden verloren. Ik heb drie vrienden die op de vlucht gingen voor Assad en illegaal de Turkse grens over wilden. Eén van hen werd in Aleppo gevangengenomen door IS. Ze hebben hem naakt tot z’n middel in de grond begraven en vervolgens gestenigd. Ik heb een foto van zijn lijk, maar daar kan ik niet naar kijken. It is not human.»
'Als iemand me in de Lidl vraagt of die Smarties wel halal zijn voor zijn kinderen, zeg ik: 'Oei, blijf daar maar af'' (lacht)' Hassan (33), Syrië
Belfius-manager
HUMO Midden oktober hebben jullie pas je eerste interview op het Commissariaat.
Nour «In de tussentijd willen we graag vrijwilligerswerk doen. Dat deden we in Syrië ook.»
Hassan «We willen ons graag nuttig maken. Het gelukkigst voel ik me hier als ik voor anderen kan vertalen en als ik Nederlands kan leren – elke dag gaan we in Brugge les volgen. Ik heb Gerrit al gevraagd waar ik een tweedehands laptop kan kopen. Ik wil absoluut kunnen studeren en bijleren. Wat kan ik anders? Terug naar Syrië gaat niet.»
HUMO Nooit meer?
Hassan «Da’s een ingewikkelde vraag. Nu hebben we nog geen kinderen, maar wat over tien jaar? Je kunt kinderen niet zomaar uit hun leefwereld losrukken. Maar het zal nog wel even duren voor we aan kinderen beginnen. Eerst willen we alles op orde hebben: een huis, een job. Ik voel me er niet goed bij dat ik geld van de gemeenschap moet aannemen– hier in het centrum krijgen we elk 7,40 euro zakgeld per week, en 5 euro per dag in de vorm van een maaltijdcheque om te eten. Ik wil mijn eigen geld verdienen. Ik heb veel professionele ervaring, dus die wil ik ook gebruiken. Ik weet best dat we laag zullen moeten beginnen, misschien als ober in een restaurant, of als schoonmaker. Ik zal niet meteen manager van een Belfius-kantoor worden. Het wordt hard werken, maar we willen het zo graag.»
En dan eindigt hij met de verzuchting: ‘God help the people and save Syria. Het is er prachtig. Als het ooit weer veilig is in Damascus, dan moet je er absoluut naartoe. We invite you.’
De dienst Tracing van het Rode Kruis helpt families op de vlucht in contact te brengen met elkaar en probeert vermiste personen op te sporen. Ook u kunt daarbij helpen met een gift op BE53 0000-0000 5353.
Meer info op rodekruis.be/hulp/breng-families-samen/
undefined
'Een warme deken over het tv-landschap'
Dominique Van Malder «‘Radio Gaga’ heeft zich de voorbije weken als een warm deken over het televisielandschap gelegd. Zoveel warme reacties van de kijkers hadden Joris (Hessels, red.) en ik niet verwacht. Na de aflevering met de oudjes van Godtschalck schreef iemand ons: ‘Ik ga meteen mijn oma bellen en haar nog deze week bezoeken.’ Dat een programma zoiets teweegbrengt, dat is toch schoon?
»De warmte van de kijker was er niet alleen voor ons, maar vooral ook voor de mensen die we portretteerden. Yammie, het meisje uit de psychiatrie in Zoersel, werd na de uitzending overladen met fijne Facebookberichtjes. Voor iemand die het gewend is patiënt te zijn en zich niet helemaal begrepen te voelen, is het maf plots te merken dat mensen wél oren hebben naar haar verhaal. Of neem Luc, de man met asperger uit Zoersel: na de uitzending kreeg hij massa’s vragen van mensen die z’n kunstwerken wilden kopen.
»Het verbaasde me wel hoe vlot we toegang kregen tot al die biotopen. Zelfs in Le Mesnil, waar het iets langer duurde om het vertrouwen te winnen, zijn we er toch maar mooi in geslaagd om op dag twee samen met het hele dorp een Chimay te drinken. Het hielp natuurlijk dat onze ploeg overal de tijd nam om de mensen te leren kennen en uit te leggen wat we wilden doen. Plus: we lieten hén altijd beslissen of ze naar de caravan wilden komen – met dat soort respect staat of valt alles. Ook wie niet in beeld wilde, maar toch een plaatje kwam aanvragen, werd door ons bediend. Elke dag maakten we 10 tot 12 uur radio, waarvan je maar een fractie te zien krijgt op tv. Ook ’s nachts zetten we een mix op voor onze luisteraars. In het revalidatiecentrum Pellenberg, waar patiënten vaak wakker liggen van de pijn en de zorgen, maakte dat mensen gelukkig. In Godtschalck kwam een oud vrouwtje ons zeggen (met Oostends accent): ‘’k Hèm hiel de nacht naar uldere muziek geluisterd.’ Onze luisterdichtheid was er groter dan die van Radio Maria (lacht).
»Op onze longlist stonden aanvankelijk vijftien biotopen, waarvan we er acht hebben gedaan. Nu Canvas een tweede seizoen ziet zitten, moeten we die lijst maar weer eens opdiepen. Sinds het succes van de reeks krijgen we ook aanvragen toegestuurd: ‘Ik werk in een kringloopwinkel en heb collega’s uit alle hoeken van de wereld. Zin om langs te komen met de caravan?’ In elke minigemeenschap waar kwetsbaarheid hangt, kan ‘Radio Gaga’ iets betekenen. Misschien ‘Radio Gaga’ in de gevangenis? Hoewel: daar heeft Luk Alloo wellicht al te veel schade aangericht. Of gewoon bij Canvas zelf? Dat lijkt me op dit moment ook een kwetsbare biotoop (lacht). En als we écht mogen dromen, dan zie ik ons met de caravan naar het buitenland trekken: ‘Radio Gaga’ goes Benidorm. Waarom ook niet?»