hittegolf
Reis rond de wereld in 80 hittegolven: ‘Zomers met temperaturen boven de 40 graden kunnen de nieuwe norm worden’
Vandaag nog een dagje bakken en braden, want de hittegolf van de voorbije dagen bereikt zijn hoogtepunt. Als het een troost kan zijn: het is niet de eerste hittegolf die ons teistert en – misschien minder geruststellend – het zal ook niet de laatste zijn. Tijd voor een terugblik op enkele memorabele hittegolven en een blik vooruit op wat ons nog te wachten staat. Een reis rond de wereld in 80 hittegolven!
(Oorspronkelijk verschenen op 30 juli 2018)
Europa 2003: 70.000 doden
Wat we nu meemaken, is klein bier vergeleken met wat Europa in 2003 te verteren kreeg. De hittegolf die ons toen in de maanden juli en augustus in haar greep hield, staat bekend als de grootste natuurramp in Europa in de moderne geschiedenis. Liefst 70.000 mensen lieten het leven in de warmste zomer sinds het beruchte ‘grote zonnejaar’ 1540. In Duitsland werden de Elbe en de Donau onbevaarbaar omdat het water te laag stond, in Nederland braken enkele natuurlijke dijken omdat ze volledig waren uitgedroogd en in Portugal braken gigantische bosbranden uit, waarbij liefst 10 procent van de bossen werd verwoest. Nog in Portugal werd die zomer de hoogste temperatuur van Europa genoteerd: op 1 augustus mat het weerstation in Amareleja een temperatuur van 47,4 graden Celsius, de hoogste die deze eeuw in Europa werd gemeten. Zelfs in het doorgaans frisse Zwitserland steeg de temperatuur in het kanton Graubünden naar 41,5 graden. Handig voor wie een kaasfondue had gepland, maar de hitte deed ook de gletsjers in de Alpen afsmelten, wat een resem lawines en overstromingen veroorzaakte.
Frankrijk werd het zwaarst getroffen. Daar kostte de hitte het leven aan bijna 15.000 mensen, vooral ouderen. Het hoogtepunt van de hittegolf viel in de maand augustus, net het moment waarop veel Fransen met vakantie zijn, dus ook artsen, hulpverleners en politici. Veel kwetsbare ouderen bleven achter zonder dat iemand zich om hen bekommerde. En omdat men in het noorden van het land doorgaans geen hete zomers kent, waren huizen en bejaardenhomes er niet met airconditioning uitgerust. In Parijs vielen er zoveel doden dat begin september 57 lichamen werden gecremeerd die nog niet eens waren geïdentificeerd. Premier Raffarin doorspartelde de crisis, maar zijn minister van Volksgezondheid moest wel opstappen. De man had het niet nodig geacht zijn ongetwijfeld welverdiende vakantie te onderbreken voor de noodsituatie.
De Franse wijnboeren juichten wel: door de hitte droogden de druiven uit, waardoor het sap veel geconcentreerder was, met een vroege oogst en een uitzonderlijk goed wijnjaar tot gevolg.
De zomer van 2003 geeft ons ook een idee van wat ons nog wacht. Stephen Belcher, hoofdwetenschapper van de Britse meteorologische dienst, schetste vorige week in het BBC-programma ‘Newsnight’ een weinig vrolijkmakend toekomstbeeld. ‘Een droge en bloedhete zomer zoals die van 2003 zal tegen 2040 de ‘gewone’ zomer worden in Europa als de klimaatopwarming zich doorzet. En volgens onze berekeningen wijst niets op het tegendeel.’
Rusland 2010: giftige lucht door bosbranden
Bijna even dodelijk was de hittegolf die in 2010 het westen van Rusland trof. Gedurende de hele zomer steeg het kwik soms tot 38 graden. De hoogste temperatuur werd gemeten in de zuidwestelijke republiek Kalmukkië: 44 graden. De aanhoudende droogte zorgde ook voor enorme bosbranden die, samen met de toegenomen smog, ernstige luchtvervuiling veroorzaakte. In steden hing een sterke brandgeur en op sommige plekken was het zicht door de giftige mist tot een paar meter beperkt.
Bewoners werd aangeraden ramen en deuren dicht te houden, maar met temperaturen die overdag tot 38 graden opliepen, werd dat advies massaal in de wind geslagen. Uiteindelijk zouden 56.000 mensen sterven als gevolg van de giftige smog, uitdroging, overhitting of omdat ze in een bosbrand bleven. Opmerkelijk: duizenden Russen lieten ook het leven doordat ze stomdronken of getroffen door een zonneslag verkoeling zochten in rivieren of zwembaden.
Niet alleen Rusland kende problemen in 2010, quasi het hele noordelijk halfrond werd getroffen door een hittegolf in twee fases. De eerste, van april tot juni, werd veroorzaakt door El Niño (een stroming van ongewoon warm water rond de evenaar) en zorgde voor recordpieken in veel landen. De tweede fase, het gevolg van een bijzonder sterke La Niña (stromingen van ongewoon koud water rond de evenaar), duurde van juni tot oktober en had pas echt catastrofale gevolgen. China werd geteisterd door grote bosbranden, in de Sahel sloeg een verschroeiende droogte toe en in augustus brak een deel van de Petermann-gletsjer af, een ijsplaat die het noorden van Groenland met de Arctische Oceaan verbindt. Het was de grootste ijsplaat in bijna vijftig jaar die losraakte in het Noordpoolgebied.
2010 kende wereldwijd de warmste junimaand ooit, voor het vierde opeenvolgende jaar bovendien. Wereldwijd vielen dat jaar 18 miljoen doden. De hittegolven verdwenen pas eind oktober, toen de krachtige hogedrukgebieden boven de getroffen gebieden oplosten.
Groot-Brittannië 1976: 23 miljard lieveheersbeestjes
De hete zomer van 1976, waar men nu vaak naar verwijst, sloeg vooral hard toe in Groot-Brittannië en Ierland, die toen de warmste zomer sinds het begin van de waarnemingen kenden. Gewassen die massaal op de akkers lagen te verkommeren zorgden niet alleen voor een half miljard pond schade, maar ook voor een stijging van de voedselprijzen met 12 procent. In sommige delen van het zuidwesten viel in de maanden juli en augustus geen druppel regen, met felle bos- en heidebranden als gevolg. De zuidelijke en westelijke kusten van Engeland kregen af te rekenen met gigantische zwermen van ongeveer 23 miljard lieveheersbeestjes, omdat er door de warmte zoveel bladluizen waren, hun favoriete voedsel.
Na de hittegolf kenden Groot-Brittannië en Ierland dan weer een uitzonderlijk natte september en oktober.
India en Pakistan 2015: smeltend asfalt
In India is men wel één en ander gewoon – in de zomerperiode, die in het grootste deel van het land van maart tot juni loopt, kruipen de temperaturen overdag vlotjes boven de 40 graden – maar in mei 2015 deed een hittegolf er nog een paar graden bij. In New Delhi smolt het asfalt in de straten. Het in normale omstandigheden al niet geweldig vlotte verkeer liep daardoor helemaal vast. Niemand waagde zich zonder beschermende paraplu in de zon. Toen de eerste moessonregens een einde maakten aan de hittegolf, waren er 2.500 doden geteld.
Een maand later steeg de temperatuur in het zuiden van buurland Pakistan drie dagen na elkaar tot net geen 50 graden. Er vielen meer dan 2.000 doden. Regeringsfunctionarissen weten de hittegolf aan de ontbossing, de aanleg van een aantal snelwegen en de snelle urbanisatie in de regio rond Karachi. Mensen stierven echter ook van uitdroging en oververhitting omdat het elektriciteitsnet geregeld uitviel, waardoor ventilatoren, airco’s en – vooral ook – installaties om water op te pompen het op veel plaatsen niet meer deden. De hittegolf viel in het islamitische Pakistan ook nog eens samen met de ramadan: de vastenperiode waarin moslims tussen zonsopgang en zonsondergang niet mogen eten en drinken. Er werd pas alarm geslagen toen in Karachi de mortuaria de aanvoer van doden niet meer aankonden. Moslimleiders vaardigden een fatwa uit die stelde dat gelovigen hun vasten mochten onderbreken, zij het wel pas na toelating van een dokter en de belofte om de verloren dagen later in te halen.
Twee jaar later werd dezelfde regio overigens opnieuw getroffen door een hittegolf. Op 20 april steeg de temperatuur in Larkana tot 51 graden. Niet eens een record voor Larkana, dat bekend staat als de warmste – letterlijk dan – stad van Pakistan: in mei 2010 steeg het kwik er naar een bepaald onverkwikkelijke 53 graden.
Australië 1997-2012: jarenlang sproeiverbod
Mocht u een paar weekjes droogte al veel vinden: Australië werd van 1997 tot 2012 getroffen door wat nu bekend staat als de millennium drought. Het land kent wel vaker lange periodes van droogte, maar deze was de ergste sinds de komst van Europese kolonisten. De situatie was het nijpendst in het zuidoosten, waar zich met Sydney, Melbourne, Brisbane en Adelaide vier van de vijf grootste steden van het land bevinden. De inwoners moesten het watergebruik flink aan banden leggen: op sommige plaatsen mocht er liefst vier jaar lang buiten geen water worden gebruikt. In rivieren zakte het waterpeil 10 tot 20 procent, bossen stierven massaal af en meerdere diersoorten stonden op de rand van uitsterven of verdwenen helemaal. De landbouw in het Murray-Darlingbekken, goed voor een derde van de voedselproductie van het hele land, viel volledig stil, waardoor schaarste dreigde. In 2010 maakten ongeziene, Bijbelse stortregens eindelijk een einde aan de droogte. De vele overstromingen namen de Australiërs er graag bij. In mei 2012 was de droogte ook in de laatste gebieden officieel voorbij.
Om een soortgelijk scenario in de toekomst te vermijden, werden na de droogte zes enorme ontziltingsinstallaties gebouwd om van zeewater drinkwater te maken. 2010 was voor Sidney dan weer een ongewoon nat jaar; 2011 zelfs het natste in meer dan 150 jaar.
Syrië 2005-2010: Kiem voor oorlog?
Droogte kan ook wereldwijde geopolitieke gevolgen hebben. Volgens experts is de droogte die Syrië van 2005 tot 2010 trof één van de oorzaken van de oorlog in het land. De droogte was de ergste in meer dan 900 jaar. Boeren die hun vee zagen sterven en hun akkers in woestijn zagen veranderen, trokken vanuit hun dorpen massaal naar de steden. Die hadden tussen 2003 en 2007 echter al anderhalf miljoen vluchtelingen van de Irakoorlog moeten slikken. In veel grote steden verdubbelde de bevolking in amper vijf jaar tijd. Vreedzame protesten tegen het bewind van president Assad, die de boeren niet echt tegemoet kwam, en sektarische spanningen leidden in 2011 tot gewelddadige onrusten, de opkomst van IS en een gewapend conflict dat ondertussen meer dan 200.000 mensenlevens heeft gekost en tot een grote humanitaire crisis leidde.
Londen 1858: ondraaglijke stank
Londen heeft zijn rioleringssysteem te danken aan een hittegolf die later met de naam The Great Stink werd bedacht. Daarvoor moeten we terug naar het negentiende-eeuwse Engeland. Door de industrialisering groeide de bevolking in de steden snel, maar de infrastructuur was daar niet op voorzien. De komst van het doorspoeltoilet veranderde de Theems, die dwars door Londen stroomt, in een open riool. De situatie werd onhoudbaar toen de stad in juni 1858 door een hittegolf werd getroffen. Door temperaturen tot 47 graden werd de geur van de Theems, die volgens getuigenissen uit die tijd schuilging onder een dik deken van menselijke drollen, ondraaglijk. Het waterpeil zakte fors, waardoor menselijk, dierlijk en ander onwelriekend afval op de oevers lag te broeien. De misselijkmakende stank hing over de hele, toen ruim 2,5 miljoen inwoners tellende stad. Wie het zich kon veroorloven, ontvluchtte Londen en in het aan de rivieroever gelegen parlementsgebouw werden de gordijnen in chloorkalk gedrenkt om de geur toch enigszins draaglijk te houden.
De parlementairen schoten met dichtgeknepen neus in actie: in ijltempo keurden ze een wet goed die voorzag in een volledig nieuw rioleringssysteem. Rioolwater zou niet meer rechtstreeks in de Theems worden geloosd en er werden kades aangelegd, de befaamde Thames Embankment, die de stroom van het water moesten versnellen. Het plan werd uitgedokterd door Joseph Bazalgette, een geniale ingenieur wiens standbeeld nog steeds op de kades te bewonderen valt. De man is wellicht ook de Victoriaan die het grootste aantal levens heeft gered. Het weinig smakelijke water van de Theems werd door de arme bevolking van Londen namelijk als drinkwater gebruikt. Velen bezweken aan cholera en tyfus. Bazalgettes rioleringssysteem is nog steeds in gebruik.
Chicago 1995: kromme treinsporen
De geschiedenis van de Verenigde Staten leest haast als een aaneenschakeling van droogtes en hittegolven. Eén van de meest beruchte uit de recente geschiedenis is de hittegolf van 1995 in Chicago. Door de slechte aanpak van het stadsbestuur stierven toen in amper vijf bloedhete dagen 700 mensen. De dodelijkste dag was 15 juli, toen liefst 215 lijken in de overvolle mortuaria werden aangevoerd. Net als veel andere grote Amerikaanse steden had de Windy City al veel hittegolven meegemaakt, maar de stad bleek totaal niet voorbereid op een felle hittegolf met temperaturen tot bijna 38 graden. Het stadsbestuur onderschatte de situatie schromelijk en riep pas extra hulpverleners op toen de hospitalen en mortuaria overvol begonnen te raken. Bewoners die verkoeling zochten, zetten overal in de stad brandkranen open, waardoor in veel gebouwen de waterdruk wegviel. Ondertussen viel door het overdadige gebruik van airco’s de elektriciteit uit. Treinsporen trokken krom en wegen en straten barstten, waardoor mensen niet meer op hun werk raakten en het verkeer compleet vastliep.
Achteraf bleek de hittegolf ook een sociaal drama: het overgrote deel van de doden waren alleenstaande ouderen uit achtergestelde buurten die wegens de hoge criminaliteit hun huis niet uit durfden of ’s avonds de ramen niet durfden te openen, ook al was het binnen verstikkend heet.
Toen Chicago vier jaar later opnieuw een hittegolf te verwerken kreeg, was men beter voorbereid en vielen er ‘slechts’ honderd doden te betreuren.
New York 1896: president dankzij hitte
De hittegolf van 1896 in het oosten van de Verenigde Staten is om een heel andere reden legendarisch. Tijdens tien gloeiend hete dagen in augustus vielen toen ruim 1.500 doden. De meesten daarvan in New York, waar veel mensen in buurten als de Lower East Side in veel te krappe en bloedhete appartementen samengepakt woonden. Omdat het door de hoge luchtvochtigheid ’s nachts niet afkoelde en het verboden was om in openbare parken te slapen, gingen velen op daken, brandtrappen of pieren aan de East River liggen. Een groot deel van de dodelijke slachtoffers waren mensen (ook kinderen) die in hun slaap (of dronken) van een dak waren gerold en een paar verdiepingen lager te pletter waren gestort. Terwijl het New Yorkse stadsbestuur niks ondernam ontpopte één man zich tot de grote held: de jonge en onbekende politiecommissaris Theodore Roosevelt. Hij kon het niet langer aanzien en organiseerde de bedeling van gratis ijs in de armere wijken, en zorgde ervoor dat zieken medische hulp kregen. Roosevelts politieke carrière was toen op sterven na dood – hij had zich onpopulair gemaakt door hard op te treden tegen kroegen die het sluitingsuur aan hun laars lapten – maar volgens sommige historici betekende de hittegolf zijn wederopstanding. Na zijn optreden werd hij gouverneur van New York en later president van de VS. De progressieve Theodore Roosevelt, die in 1901 de vermoorde William McKinley opvolgde, wordt nog altijd beschouwd als één van de beste presidenten die het Witte Huis ooit hebben bewoond.
Hitte in het hoge noorden
De hittegolf die ons vandaag teistert, slaat zelfs in de noordelijkste regionen van de planeet toe. In Lapland klom het kwik vorige week naar 31,8 graden, de hoogste temperatuur in honderd jaar. Nog meer naar het noorden, in het arctische gebied, werden de voorbije maanden ongewoon hoge temperaturen genoteerd. Een vroeger zeer zeldzaam fenomeen dat, verontrustend genoeg, tijdens vier van de vijf voorbije winters optrad. In grote delen van het noordpoolgebied was het 10 graden warmer dan normaal en werden de hoogste temperaturen sinds 1958 opgetekend.
Wetenschappers vrezen dat die warmtepieken het afsmelten van het ijs in de Arctische Oceaan nog kunnen versnellen. En dat is slecht nieuws op lange termijn. Als het ijs afsmelt, komt het onderliggende warmere water bloot te liggen. Dat water brengt extra warmte in de atmosfeer en dat beïnvloedt op zijn beurt de straalstroom: een sterke wind die 9 à 10 kilometer boven het aardoppervlak blaast en mee het weer over de hele planeet bepaalt. Het resultaat zou kunnen zijn dat we in onze contreien meer bar koude winters krijgen.
De straalstroom speelt overigens ook een rol bij de huidige hittegolf: op dit moment is hij bijzonder zwak, waardoor hogedrukgebieden zeer lang op dezelfde plek blijven hangen. De situatie vertoont grote gelijkenissen met die van de zomer van 1976, toen er ook weinig beweging zat in de straalstroom. En net als toen treden er nu veranderingen op in de temperatuur van het oppervlaktewater in de noordelijke Atlantische Oceaan. Dat is overigens een natuurlijke cyclus, en heeft niks te maken met de klimaatopwarming. Zoals ook de hittegolven die momenteel een groot deel van de wereld geselen niet noodzakelijk een gevolg zijn van de klimaatverandering. Het enige verschil, aldus enkele wetenschappers in The Guardian, is dat we ondertussen veertig jaar opwarming verder zijn en dus van een hogere gemiddelde temperatuur starten. Waardoor – u had het ongetwijfeld al gemerkt – de effecten veel groter zijn. Wetenschappers denken ook dat de kans op felle of zeer lange hittegolven veel groter wordt als er geen maatregelen worden genomen om de klimaatopwarming een halt toe te roepen.
Hittegolven op zee
Hittegolven slaan overigens niet alleen op het land toe: ze komen ook voor op zee, waar ze een enorme impact hebben op alle leven. Zo vernietigde een grote mariene hittegolf in 2017 voor de Australische kust delen van het al fel geteisterde Great Barrier Reef. Drie jaar geleden kostte een soortgelijke hittegolf voor de kust van Zuid-Californië het leven aan talloze watervogels, zeeleeuwen en een vijftigtal walvissen. Studies hebben uitgewezen dat zulke hittegolven door de opwarming van de oceanen niet alleen opvallend vaker voorkomen, maar ook langer duren. Door overbevissing en (plastic)vervuiling zijn de oceanen bovendien een stuk kwetsbaarder geworden, waardoor mariene hittegolven nog meer schade kunnen aanrichten. Ze kunnen niet alleen hele ecosystemen ontwrichten of uitvagen, in regio’s met veel visserij of aquacultuur kunnen ze ook voor een economische ravage zorgen.
Een mariene hittegolf in 2010 in Shark Bay, voor de kust van West-Australië, beschadigde ook ’s werelds grootste zeegrasweide. Zeegras is een waterplant die CO2 opslaat en dat ook zeer lang kan vasthouden – de weide in Shark Bay zou 8.000 jaar oud zijn. De hittegolf van 2010 veroorzaakte volgens recent onderzoek een ‘CO2-bom’ waarbij miljoenen tonnen broeikasgas vrijkwam dat al duizenden jaren onder het wateroppervlak was opgeslagen. Het zette ook een vicieuze cirkel in gang: het CO2 kwam in de atmosfeer terecht, wat dan weer bijdraagt aan de opwarming van het klimaat, hogere oceaantemperaturen, een grote kans op nieuwe mariene hittegolven en nog méér zeegras dat verdwijnt.
Ons advies derhalve: een paar extra ventilatoren aanschaffen, een nieuwe en nog krachtigere airco installeren of – voor de positivo’s onder ons – toch maar werk maken van dat zwembad(je) in de tuin. We hebben, zo valt te vrezen, namelijk nog niks gezien.