null Beeld

Remco Campert - Nieuwe herinneringen

In de nacht van 22 april 2005 liep Remco Campert naar zijn schrijfkamer, kroop achter de tikmachine en speelde een solo. In de wijnbespatte uren voor de ochtendkrant werkte hij freewheelend de hele toonladder van zijn dichtkunst af.

Davy Coolen

Schaamteloos de donkerste hoekjes van zijn memorie bezemend, dankbaar blije dagen aanhalend, in bokkensprongetjes aanwippend bij wat zich tussen die uitersten heeft afgespeeld. 'Freejazz op zijn Hollands' is het, zonder interpunctie of witregels, 'Parker even ontstegen'. In verzen gegoten memoires, 'glanzend als Van Ostaijen'. Zeven bladzijden lang is deze 'Solo in een drankzuchtige aprilnacht' de meesterlijke spil van 'Nieuwe herinneringen' (De Bezige Bij), een poëziebundel die leest als een jamsessie.

Camperts eerste gedichten sinds 'Ode aan mijn jas' (1997) vormen de neerslag van tien jaar griepjes krijgen, want zo komt de muze hem aanvliegen. Zijn embouchure is nauwelijks veranderd - onverminderd geld wat hij begin jaren vijftig al beleed in 'Credo': 'ik geloof in een rivier / die stroomt van zee naar de bergen / ik vraag van poëzie niet meer / dan die rivier in kaart te brengen'. Ja, zijn 'Nieuwe herinneringen' lijken aan de monding van die waterloop neergepend, maar dat hoeft niet te verbazen: Campert is er intussen 78. Toch denkt, schrijft en leeft hij niet wezenlijk anders dan zijn jonge ik.

'Nieuwe herinneringen': de paradoxale titel suggereert al dat uit deze gedichten geen oudemannenlucht opstijgt. Met de dood in zicht kietelt Campert zijn geheugen, en hij gaat zelfs nog een tikje héviger dan vroeger aan de slag met wat opborrelt. De verbintenis tussen leven en werk is totaal; de straatslijper van weleer rijmt alleen nog over essenties: over zijn persoonlijke geschiedenis, over de liefde en over de poëzie zelf: 'vrienden voor altijd / vergeet dat niet / sterven is geen excuus'. Ongenaakbaar, deze Campert: van de pijn van het schrijven heeft hij geen weet, waardoor elk woord een aanslag is op de ouderdom.

Dat hij desondanks nergens zijn eigen staart zit op te eten, dankt hij aan zijn doeltreffende lyriek. Hij overschreeuwt zichzelf nooit, countert superieure melancholie met schalkse lichtvoetigheid ('Het was laat in het jaar / ach eigenlijk bedoel ik eind november') en is ook stilistisch geen drukdoener: schrijft praterig, maakt geen raadseltjes maar laat zien. Opereert met de achteloosheid van een improviserende jazzmuzikant: alles komt er in één stoot uit, 'zoals snel het licht / dat schampt langs een spoorrail'. Voortdurend heb je het idee: dit is poëzie van dit éne moment. Van dit eindeloze ogenblik.

Ook als hij de tijd met een krimpende duimstok meet, blijft Remco Campert de meester van het kleine: niets om in te verzinken, maar wat kun je er lekker op drijven.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234