Reportagereeks: Medialogica: The Usual Suspects
Op 22 juli 2011 loeien de sirenes van de wereldmedia: er is iets loos in Noorwegen. Omstreeks halfvier ontploft een autobom in de regeringswijk in hoofdstad Oslo, niet veel later kijken we naar helikopterbeelden van voor hun leven rennende tieners op het Noorse eilandje Utøya, en voor het avondeten lijkt iedereen het er al over eens dat het moslimextremisme achter de aanslagen zit. Groot is dan ook de verwondering als blijkt dat de evil mastermind geen boze Mohammed is, maar de blonde Noor Anders Behring Breivik.
In ‘The Usual Suspects’ praten documentairemakers Bergittha Nuyten en Frederick Mansell met journalisten van BBC, Al Jazeera en ARD over hun collectieve offday.
Frederick Mansell «Het is duidelijk dat grote media het moeilijk hebben om de belangrijkste feiten op een rijtje te zetten en daar meteen nederig aan toe te voegen: ‘Eigenlijk weten we niets meer.’ Het publiek verwacht meteen een uitgebreid verslag.»
HUMO Aanvankelijk wist men niet eens of het om een ontplofte gasleiding of om een bomauto ging.
Mansell «Neen, maar het was wél van meet af aan duidelijk dat het een belangrijke gebeurtenis was. De ontploffing vond plaats in de regeringswijk van Oslo en er waren doden. Media gingen meteen op zoek naar experts om duiding te verschaffen en zodra duidelijk was dat het om een autobom ging, bogen die zich over het gebruik van autobommen en de mogelijke daders. Dat was een opvallende gelijkenis: alle media gingen meteen op zoek naar antwoorden die op dat ogenblik nog niet voorhanden kónden zijn.»
HUMO Het antwoord op de schuldvraag lag vrij snel vast: dit was het werk van een moslimextremist.
Mansell «Ja. Nieuwszenders begonnen wel allemaal met de boodschap dat ze het niet zeker wisten, maar tegelijk speculeerden ze vrij en openlijk over het profiel van mogelijke verdachten. Waarom was Noorwegen het slachtoffer van een aanslag? Had het misschien te maken met de militaire missies in Libië en Afghanistan? En had een moslimgeestelijke onlangs geen bedreigingen geuit aan het adres van Noorwegen? Op die manier word je al snel in een bepaalde richting geduwd. Daarover praten we met de bekende Engelse socioloog Frank Furedi, bekend voor zijn onderzoek naar onze angstcultuur.
»Achteraf is het makkelijk praten natuurlijk, maar als men vlug even de rapporten van de Noorse veiligheidsdiensten had bekeken, dan zou men weten dat die zich grote zorgen maakten over de opmars van extreemrechts, de strekking waartoe Breivik behoorde.»
HUMO Gaven de geïnterviewde journalisten achteraf blijk van enig schuldbesef?
Mansell «Dat verschilt van journalist tot journalist. De Duitse omroep ARD reflecteerde bijvoorbeeld erg open over hun werkwijze die dag. Maar het was ook niet onze bedoeling om iemand met de vinger te wijzen of mensen schuld te doen bekennen. We wilden gewoon weten hoe de media zo’n grote nieuwsgebeurtenis verwerken en wat de kijkers daaruit kunnen leren.»
HUMO Volgens cijfers van Europol waren 6 van de 219 terroristische aanvallen in Europa in 2012 religieus geïnspireerd, een luttele 2,7 procent. Meer dan 70 procent van de aanslagen was het werk van separatistische groeperingen. Vanwaar toch die angst voor de moslimextremist?
Mansell «Ook daarover hebben we met sociologen gepraat. De laatste tien jaar hebben moslimextremisten bijzonder veel doden gemaakt in Europa met enkele spectaculaire aanslagen, denk maar aan Madrid of Londen. Die beelden staan in ons collectieve geheugen gegrift. Daarom is de moslimextremist onze gemeenschappelijke vijand: hij spreekt tot de verbeelding.»