Review: Bambi II
Drie cruciale momenten deden ons al op zeer jonge leeftijd beseffen dat het leven geen plezierreisje is: de dood van Robur de eik in het Suske en Wiske-album 'De Boze Boomzalver', Han Solo die in 'The Empire Strikes Back' in vloeibaar carboniet wordt gegoten, en, uiteraard, het heengaan van de moeder van Bambi in 'Bambi'. Onze herinneringen aan de hindekalfklassieker uit 1942 - 't was de eerste film die we ooit zagen - worden nu ten dele bedoezeld door de minkukels van Disney, die het in hun onmetelijke genialiteit nodig achtten een sequel uit hun breinen te persen.
Als men nu eens voor een origineel vervolgverhaal had gezorgd, door bijvoorbeeld Bambi uit te rusten met een zweetbandje en een snelvuurgeweer en hem vervolgens naar Irak te sturen onder het motto 'They sent him on a mission... But they made one mistake... They forgot they were dealing with BAMBO!', ja, dan hadden we misschien nog wat fun kunnen beleven, maar de makers durfden blijkbaar geen enkel risico te nemen en hebben van 'Bambi 2' een uit afzichtelijke kleuren opgetrokken reclamespot voor gezinswaarden gemaakt. Tijdens de openingstitels horen we iemand 'Na pijn komt vreugd!' zingen, sprekende bosdieren overvallen ons met hartverheffende wijsheden als 'Een gezin dat speelt met elkaar, blijft bij elkaar!', de ooit zo mysterieuze vader van Bambi daalt af van zijn mythische bergtop en blijkt vreemd genoeg krék dezelfde stem te hebben als Enterprise-kapitein Jean-Luc Picard (Patrick Stewart), terwijl Bambi himself ons aan het lachen tracht te brengen door in zowat de helft van de scènes te blaten als een schaap in doodsnood. Maar de grootste heiligschennis geschiedt wanneer de makers ook nog eens de doodgewaande moeder van Bambi uit een krans van licht te voorschijn laten komen: kijk, zoiets doe je niet - van sommige iconen blijf je áf, en zéker van de moeder van Bambi. Onze wraak zal zoet zijn: vanavond eten we hertenfilet in veenbessenconfituur.