Review: Beth Orton - Daybreaker
Voor wie gehaast is kan ik in de eerste zin al zeggen: 'Daybreaker' is een heel, heel mooie plaat. Minder beklijvend en diepgravend dan Ortons vorige, ook al mooie werk, maar dat is omdat vrolijkheid en zomerse riedeltjes nu eenmaal oppervlakkiger li...
Voor wie gehaast is kan ik in de eerste zin al zeggen: 'Daybreaker' is een heel, heel mooie plaat. Minder beklijvend en diepgravend dan Ortons vorige, ook al mooie werk, maar dat is omdat vrolijkheid en zomerse riedeltjes nu eenmaal oppervlakkiger lijken.
Dat Beth Orton vroeger alleen zwaarmoedige muziek maakte, had zo zijn redenen. Mama was stichter van de Britse Nationale Eczema-Kring. Papa en mama gingen uit elkaar toen Beth acht was. Papa stierf op haar elfde, mama toen dochterlief negentien was. Beth vertrok naar Thailand en werd daar een soort boeddhistische non. Op de melancholische (volgens sommige 'depressieve') cd's 'Trailer Park' en 'Central Reservation' werden die demonen uitgedreven.
Beth leek vroeger vies van arrangementen en alles wat niet sober is, maar op 'Daybreaker' bloeien bijna alle songs majestueus open, gedeeltelijk dankzij de goeie producer Victor van Vugt en William Orbits (haar ex) mooie arrangementen. En misschien ook dankzij haar ontmoeting met Ryan Adams ('Een openbaring', zegt ze zelf).
'Paris Train' opent vrolijk - een zomersong, ook al hoor je 'm in november. 'Concrete Sky' is een perfecte radioplaat (en een prachtige video), mede dankzij Ryan Adams en Johnny Marr, die na The Smiths en duizend omwegen nu blijkbaar hier is gestrand. Mijn favoriet 'Mount Washington' is zo glorieus en inspirerend als de berg uit de titel; kamerbreed en toch niet pompeus. Bij het sfeervolle 'Thinking About Tomorrow' zie ik graag door de vingers dat een deel van de melodie en het strijkersarrangement zijn gejat van Lou Reeds 'Walk on the Wildside'. Het ingetogen 'God Song' wordt nog mooier dankzij de backing vocals van Emmylou Harris. En dan volgt 'OK', kanshebber voor de titel van Mooiste Ballad Van Het Jaar, en we zijn nog maar augustus.
Twee nummers hadden op eerdere platen kunnen staan: 'Carmella' en 'OK', niet toevallig allebei simpel, en allebei geproducet door Beth zelf. Maar twee songs vallen tussen wal en schip. 'Daybreaker' zelf zal het dankzij de bijdrage van de Chemical Brothers goed doen bij folkies die zich wijsmaken dat ze trendy bezig zijn als er een drummachine of een breakbeat lite in het verschiet is. Maar het ritme zit de song vooral in de weg. En 'Anywhere' neigt wat teveel naar reggae lite om Orton als gegoten te zitten. Maar dat zijn minuscule smetjes op een prachtige plaat.
Beth Orton speelt op 18 september hoogstwaarschijnlijk in de Botanique te Brussel, dezelfde avond dat Craig Armstrong in het Koninklijk Circus met koor en groot orkest aantreedt. Een verscheurende keuze, tenzij Beth wacht tot Craig klaar is. Het zal weer te veel gevraagd zijn, zeker?