Review: Camilla Läckberg - Engeleneiland
Hoe merk je anno 2012 dat de zomer eraan komt? Niet aan weerpraatjes over Atlantische storingen die de normale neerslaghoeveelheid negatief beïnvloeden, wél aan de blinkende stapels nieuwe thrillers waarover je in elke boekhandel struikelt en die 'Koop mij! Lees mij!' roepen. De volgende negen weken scheidt Humo voor u uit pure goedertierenheid het bloederige kaf van het moorddadige koren.
De Zweedse Camilla Läckberg (37) schreef met ‘Engeleneiland’ haar achtste thriller met inspecteur Patrik Hedström en zijn vrouw, misdaadschrijfster Erika Falck, in de hoofdrol. Een paar weken na de verschijning waren er in Zweden al meer dan driehonderdvijftigduizend exemplaren van verkocht - iets waar zelfs Stieg Larsson niet in slaagde, en dat wil wat zeggen.
Läckbergs boeken spelen zich allemaal af in Fjällbacka, haar geboortedorp bij de Zweedse westkust. Het romantisch ogende dorp en de eilandjes voor de kust worden elke zomer overspoeld door horden toeristen. Die idyllische omgeving lijkt ideaal om er bijvoorbeeld een bed and breakfast uit te baten - precies wat hoofdpersonages Ebba en Martin in ‘Engeleneiland’ van plan zijn. Maar dat plan loopt behoorlijk uit de klauw.
Het begin: 'Ze hadden gehoopt dat het renovatieproject hen zou helpen om hun verdriet achter zich te laten. Ze wisten geen van beiden of het een goed plan was, maar het was het enige dat ze hadden.'
Het eind: 'Alsof ze het stilzwijgend hadden afgesproken, hadden ze het er niet over gehad dat hij haar weer bijna kwijt was geweest. Ze was nu hier. En ze hielden van elkaar. Dat was het enige wat telde.'
De feiten: Ebba en Martin hebben hun zoontje van drie verloren. Dat peilloze verdriet proberen ze te verwerken door terug te keren naar Ebba’s ouderlijke huis op het eiland Valö. Ze willen van het huis een bed and breakfast maken, maar na een stevige (aangestoken?) brand, komen de demonen van het verleden naar boven: onder een paar oude vloerplanken worden bloedsporen gevonden. Inspecteur Patrik Hedström en zijn collega’s onderzoeken de zaak en ze stuiten op een nooit opgehelderde verdwijningszaak. Op paaszaterdag 1974 verdween namelijk de hele familie van Ebba van het eiland zonder één spoor achter te laten. Dood? Of gevlucht? En voor wie of wat dan wel? Ebba was nauwelijks één jaar toen het gebeurde, maar ze kan de speurders wel een aanknopingspunt geven: elk jaar krijgt ze een verjaardagskaartje van een onbekende afzender ‘G’ in de bus.
De dader: Camilla Läckberg is econome, maar na een paar jaar hield ze die branche voor bekeken en ze stortte zich in 2002 op het schrijven van thrillers. Ze verkocht inmiddels zo’n slordige tien miljoen boeken in vijfendertig landen. Vanuit economisch standpunt heeft ze dus goed geboerd. Ze komt er rond voor uit dat Läckberg een bedrijf is, en haar misdaadromans zijn het product van dat bedrijf.
undefined