Review: Co-auteur: Sylvie Marie - Speler X
Eerst was er ‘The Secret Footballer’, een veelgelezen column van een anonieme profvoetballer die in The Guardian geheimen, roddels en grove waarheden over de Premier League loste en daarmee kwaad bloed zette / voetbalfans aan het likkebaarden bracht / het hele land liet gokken naar zijn identiteit.
Voor wie het Angelsaksisch niet machtig is, doet ‘Speler X’ (Uitgeverij Vrijdag) dat nu nog eens over. Sylvie Marie, Humo’s voormalige Gouden Aap, noemt zichzelf nadrukkelijk co-auteur, en op de kaft valt haar naam op door afwezigheid.
De bijsluiter bij het boek vermeldt dat Marie benaderd werd (aan de dokken bij nachte? Een motel langs de A12? De eerste cafetaria links na de grote Plopsaland-ingang?) door de raadsman van een profvoetballer, manuscript onder de oksels. Een bundeling ervaringen die met de wereld gedeeld moesten worden.
Marie ging ermee akkoord alle losse verhalen (waarvan een deel ook uit tweede of derde hand) samen te brengen in een vlot vooruitdribbelende roman, waarin de schaamstreek van het profvoetbal in al zijn lelijkheid wordt ontbloot. Komen aan bod: het gekuip in de catacomben, de onderhandse pesterijen onder ploeggenoten, de sluimerende groepsdruk om - terwijl vrouwlief en kinderen nietsvermoedend naar ‘Familie’ zitten te kijken - overwinningen te vieren met luxehoeren, het met pluche omkranste dedain waarmee in bestuurslokalen over supporters wordt gedacht, het favoritisme en de onconventionele coachmethodes.
Kortom: wat u níét hoort wanneer Filip Joos na de match zijn microfoon onder iemands snor duwt en dat alwéér leidt tot mediageniek geneuzel over ‘het collectief’, ‘de sterke tegenstander’ en ‘de punten die toch maar binnen zijn’.
Hoofdpersonage en verteller van ‘Speler X’ is Guy, een Brits voetbaltalent dat – in de rug gepord door de ambitie, clubliefde en discipline van zijn alleenstaande soccer dad– doorbreekt bij een topclub uit de Premier League, genre ‘lange geschiedenis, pieken en dalen’. Een ploeg die zich, in alles behalve naam en clubkleuren, gemakkelijk laat herkennen als Manchester City.
Maar dat is dus de rook die Marie in de lezersogen blaast: de wortels van dit boek kunnen net zo goed de ervaringen van een gerateerderechtsback van Zulte-Waregem zijn. Het verhaal en zijn details (de extraverte rechtsvoor Mosi, hoofdtrainer Stalin, de liefjes du jour) zijn façade, wat erachter zit een onthullende blik in tegelijk een persoonlijke neerwaartse spiraal en een omgeving waarin amoraliteit het geijkte pad geworden is.
‘Speler X’ is een goed geschreven, bedreven met flashbacks en tempowisselingen goochelende roman, maar is inhoudelijk wel haast alléén interessant als getuigenis (***). De spanningsboog is vastgeklonken aan de waarachtigheid van het achtergrondverhaal; mocht ooit blijken dat de uitgever dat bij wijze van gimmick uit de duim zoog, schiet weinig meer over dan een tussen voor- en achterkaft gedwongen zaterdagavondfilm (**).
Tot zover geven we Marie graag het voordeel van de twijfel, en dus: goeie bal!