Review: Crazy Horse - Crazy Horse: lees de originele Humo-bespreking uit 1971
De eerste plaat van Crazy Horse zonder Neil Young, en de enige met de betreurde Danny Whitten, die een jaar na de release overleed. Zijn twee bekendste songs staan erop, 'Downtown' en 'I Don't Want to Talk About It'. Het eerste gaat over drugs scoren, het tweede over een ernstige hartbreuk. Nils Lofgren doet mee, en Jack Nitschze, en Ry Cooder speelt slide zoals alleen Ry Cooder dat kan. - (jub)
Hu paard
Door: Karel de Grote
Toen de grote Neil Young na het uiteenvallen van Buffalo Springfield weer aktief muziek ging maken, omringde hij zich met een backing group die de naam Crazy Horse meekreeg. Door het grote talent van Young werd er eigenlijk nooit zoveel aandacht aan die jongens besteed - hoewel ze voortreffelijk begeleidden - en dat begon kennelijk te irriteren, want zopas maakte Crazy Horse zonder Young een eerste plaat, en dat werd gelijk een elpee om 'U' tegen te zeggen. Ook zonder het ijle stemgeluid van Neil Young, waaraan het sukses van de eerdere Young + Crazy Horse-platen te danken was.
Door die andere vokale opvatting is de totaalindruk die de plaat van Crazy Horse maakt, op het eerste gehoor iets zwaarder dan het werk van de groep met 'the loner', maar bij nadere beluistering blijkt dat toch maar schijn te zijn en gaat steeds meer opvallen dat Crazy Horse nog altijd zeer sterk door Young wordt beïnvloed, zelfs als hij er niet zelf bij is. De komposities van Whitten, Lofgren of Nitzsche hebben toch nog erg duidelijk die zweverige, klaagelijke konstruktie die het werk van Neil Young kenmerkt en dat is vooral te horen op 'I Don't Want To Talk About It' of het vol vertrouwen stekende 'Ill Get By'. Alweer - het zijn dure weken de laatste tijd - een Onvoorwaardelijke Aanrader.