Review: Dopo Mezzanotte
De duisternis die als een warme deken over je heen glijdt. Zacht openschuivende gordijnen. Het roestige ratelen van een 16 mm-projector. Op het scherm flikkert het logo van de filmmaatschappij. Het vreemde schimmenspel kan beginnen... Nee, niets gaat...
De duisternis die als een warme deken over je heen glijdt. Zacht openschuivende gordijnen. Het roestige ratelen van een 16 mm-projector. Op het scherm flikkert het logo van de filmmaatschappij. Het vreemde schimmenspel kan beginnen... Nee, niets gaat boven de heerlijke Cinemascope-sensaties die je in een ouderwets bioscooptheater kan beleven. Digitale projectie? Onze rug op! Dvd? Cinema voor droogneukers! Ook regisseur Davide Ferrario wil in 'Dopo Mezzanotte' een lans breken voor de magie van projectielampen en lantaarnplaatjes, maar het lukt hem niet eens half zo goed als Giusseppe Tornatore, François Truffaut of Federico Fellini. Een dromerige nachtwaker en een kortgeschoren dienstertje houden zich schuil in het filmmuseum van Turijn: zij is op de vlucht voor de flikken, hij voor de buitenwereld tout court. De problemen beginnen al bij de belangrijkste locatie, het filmmuseum: geen sprookjesachtige microkosmos, maar een gigantische mega-attractie voor dagjestoeristen. Dat Ferrario de poëzie van het bioscoopgebeuren niet écht goed aanvoelt, blijkt voorts uit zijn keuze om 'Dopo Mezzanotte' niet op warme pellicule maar op killige digitale video te draaien. Ferrario's liefdesverklaring blijkt al bij al even vervelend als het met computertoetsen gestuurde klank-en-lichtspel in het Turijnse filmmuseum, de plot even ongeïnspireerd als de 9.5mm-filmpjes die de hoofdpersoon stiekem in mekaar steekt, de Buster Keaton-achtige humor even pijnlijk als de hete olie die het dienstertje in de schoot van haar tirannieke chef gooit. Zo kan Lumière het echt niet hebben bedoeld.