Review: Enon - Hocus-Pocus
Voor een beknopte situering van Enon in het post-millenniale muzikale landschap, de muzikale stamboom van de bandleden én John Schmersals favoriete ontbijtgranen verwijzen we u graag naar onze recensie van hun vorige worp 'High Society' (check de ar...
Voor een beknopte situering van Enon in het post-millenniale muzikale landschap, de muzikale stamboom van de bandleden én John Schmersals favoriete ontbijtgranen verwijzen we u graag naar onze recensie van hun vorige worp 'High Society' (check de archieven van De Werkgroep op www.humo.be). Het moet hier vooruitgaan, en dus beperken we ons tot de essentie: Enon heeft een fijne nieuwe plaat gemaakt.
Clement Peerens zou Enon vast pop mè nen 'oek af noemen, en 'Hocus-Pocus' is dan ook een verdomd schizofreen plaatje. Dat heeft veel te maken met de vruchtbare wisselwerking tussen John Schmersal en Toko Yasuda: leg de ritmische, bitterzoete electropop van 'Monsoon' (Yasuda) maar eens naast de Sonic-Youth-aan-een-strakke-leiband-gitaren van 'The Power of Yawning' (Schmersal). Wanneer John en Toko met elkaar in duet - excuus: duel - gaan, komen er vonken van: zoals in het op een zangerige New Order-baslijn gefundeerde 'Murder Sounds', of in onze favoriet, het hoekige, haast hysterische 'Starcastic'.
'Hocus-Pocus' is in vergelijking met 'High Society' niet echt nieuw te noemen, maar in twee songs laat Enon een fascinerende glimp zien van hoe het drietal verder zou kunnen evolueren: de klassieke Japanse klanken in 'Mikazuki' klinken exotisch, frivool en lichtjes bedwelmend, terwijl 'Daughter in the House of Fools' - niet meer dan Toko's stem die zich door een mijnenveld van knetterende beats en gruizige elektronische ritmes slingert - de beste hiphop en electronica naar de kroon steekt. Klasse!