Review: Frank Black - Frank Black
Scheiden doet verblijden. De Pixies waren - met zowel Black Francis als Kim Deal in een Einzelgangersrol - de meest splitsbare groep van de jaren negentig. Met het verdwijnen van de Pixies zouden immers nieuwe krachten worden opgewekt, zou er plaats ...
Scheiden doet verblijden. De Pixies waren - met zowel Black Francis als Kim Deal in een Einzelgangersrol - de meest splitsbare groep van de jaren negentig. Met het verdwijnen van de Pixies zouden immers nieuwe krachten worden opgewekt, zou er plaats komen voor dubbel zoveel creativiteit en dubbel zoveel meesterwerken. De Pixies die splitten is als een atoom die splijt. Als Extreme morgen split, zal dat meer weghebben van een radijs die in twee wordt gesneden.
Het is me wat met die magische duo's, genre Morrissey/Marr, Mould/Hart en nu dus ook Francis/Deal: ze kunnen niet zonder elkaar maar ze kunnen zeker niet mét elkaar (behalve concurreren). Ze eten uit elkaars hand maar ze lusten elkaar rauw.
Eén ding heeft 'Frank Black' alvast met 'Surfer Rosa', 'Doolittle', 'Bossanova' en Trompe Le Monde' gemeen: het is een groeiplaat, met songs die vaak pas na lang aandringen de deur opendoen. Moeilijke, grillig opgebouwde songs als 'Los Angeles': de climax zit vooraan, waarna Black de strandstoel openklapt en er gezellig bij gaat zitten. Al even merkwaardig zijn het voorzichtig rocksteadyende 'Adda Lee' (een liefdeslied?), 'Everytime l go' en 'Don't ya rile 'em': op het eerste gehoor nogal schraal klinkende deuntjes die tot nu toe ('Frank Black' zit al meer dan een maand in mijn walkman) nog maar weinig van hun ware aard hebben blootgegeven.
Misschien zijn het gewoon drie minder goeie songs. De resterende twaalf nummers op 'Frank Black' zijn ondertussen als volrijpe bloedzweren opengebarsten: van het akoestische, wat wrang klinkende 'l heard Ramona sing' over het volbloed Mexicaanse, in ware Los Rockin' Devils-stijl gezongen 'Brackish Boy' tot het bizarre, beweeglijke 'Parry the wind high': een kruimelende gitaar, een opstijvende, spookachtige finale. Buitengewoon.
'Frank Black' is minder hard dan de gemiddelde Pixiesplaat Two Spaces' is een rimpelloos, ongewoon melodieus nummer met een kermisachtig orgeltje, vrolijke drums en een Frank Black die zowaar ZINGT. In 'Tossed' (de obligate instrumental) zitten blazers, en 'Old black dawning' is een koortsige zij het conventionele popsong. Het zijn mogelijke struikelblokken voor de hardcore Pixies-fans, maar al wie zich niet té hardnekkig aan Het Verleden wil vastklampen, zal er weinig hinder van ondervinden. En zal blijven genieten van een fors aangestampt 'Ten percenter' (I'm a jerk/Making jerk / Soda jerk / And it's good' is ongetwijfeld het fraaiste refrein sinds 'I'm un chien andalusia', uit 'Debaser'), en het prachtige 'Places named after numbers', dat ingezet wordt met een gezwollen science fiction-deuntje en waarin Black op een hoogst vertederende manier uiting geeft aan zijn medelijden met Zwarte Gaten. Als er een Foster Parents Plan voor eenzame sterren bestond, zou hij geen moment aarzelen. Voorlopig moet een serenade volstaan.