Review: Gabriel Rios op Rock Werchter 2015
‘Het is van 2007 geleden dat ik hier stond, en er is heel wat veranderd sindsdien.’ Welzeker, Gabriel Rios stond in die dagen op zowat elk zomerfestival geprogrammeerd als knuffelidool. De heruitvinding drong zich op.
Ondankbare taak: afsluiten in een tent terwijl enkele honderden meters verderop Muse op het hoofdpodium allerlei Close Encounters of the Third Kind uitlokte. Het was de solo-uitvoering van Gabriel Rios die het podium opkwam, in een soort van gevangenisplunje, enkel gewapend met een akoestische gitaar en een gefluisterde versie van ‘Voodoo Chile’ van Hendrix. Vervoegden hem druppelsgewijs vanaf song twee: contrabassist Ruben Samama, celliste Amber Docters van Leeuwen (een naam als uit een Couperus) en een bescheiden blazerssectie (als mijn bronnen correct zijn: trompet, trombone en Franse hoorn). En dit om een set te brengen in de sfeer van ‘This Marauder’s Midnight’ - sprookjesachtig en sierlijk. Soms ook wat te stil en te uitgekleed, toch voor een festivaltent op dag vier. Maar vaak ook guitig. Met name die gestripte versie van Rios z'n oude Latin tokkelhit ‘Angelhead’, toonde hem als marauder, outlaw in een business die hem jarenlang gijzelde als melkkoe van de firma. Tot het idool op een dag besloot om een zoeker te worden. Dat vergt moed, maar het is ook nog steeds: zoeken. ‘Work Song’ had bijvoorbeeld last van ruis. Rios zong z’n ‘calling out your name’, maar werd overstemd door het publiek. Hij sloeg terug: na z’n laatste ‘can you hear me calling’, barstte een luid applaus los. Toch gewonnen.
‘Little songs for a big place’ omschreef Rios z’n set ergens onderweg – maar dan toch voor een kleinere big place dan een Werchter-tent. Na ‘Gold’, sprak Rios: ‘Dank om hier te staan in de hitte, zo allemaal dicht bij elkaar.’ Euh, Gabby, even rond gekeken en veel lege plekken gezien. En ook wel een fris tochtje voelen opkomen. Ik hou het op een beperkt gezichtsvermogen, eerder dan op grootspraak.