Review: Game-review: 'Army of Two: The Devil's Cartel Review'
Army of Two: The Devil’s Cartel is een game geplaagd door veel gebreken en problemen. EA had kennelijk niet echt veel vertrouwen in het product, want het ontwikkelteam is al ontslagen voordat de game in de schappen lag. De game heeft ook geen enkele marketing genoten. En dan wordt deze kleine jongen ook nog eens in dezelfde week als BioShock Infinite uitgebracht, waardoor nog meer mensen deze titel over het hoofd zullen zien. Maar ondanks alles is het een pure co-op knaller die toch ontzettend leuk is om te spelen met een maatje.
Samen is alles leuker
Voor heel veel mensen, inclusief mijzelf, is het argument ‘samen is alles leuker’ niet het sterkste argument voor een game. Want samen is alles leuker, dat zegt niets over de kwaliteit van de game. Maar ik maak wel een uitzondering voor spellen die volledig ontworpen zijn rondom samenspel, zoals Left 4 Dead, Borderlands en dus ook de Army of Two-games. Wanneer een ontwikkelaar zich focust op coöperatieve spelbeleving en dit op subtiele wijze wat meer aanmoedigt dan alleen spelen, ben ik bereid om mee te gaan in die gedachtegang en de game te beoordelen met dit design in het achterhoofd.
Als coöperatieve knalgame is Army of Two: The Devil’s Cartel geslaagd. Zoals de vorige twee delen is ook dit deel weer een rechttoe-rechtaan third person shooter waarin je continu aan het knallen bent - al neem je tussendoor ook een beetje dekking. In dit derde deel speel je echter niet meer met voormalige hoofdpersonen Salem en Rios. Het is nu aan de meer generieke Alpha en Bravo om aan één stuk door te schieten tot ze erbij neervallen. Het verhaal voelt ook meteen anders aan dan de vorige delen en dat heeft mede te maken met deze nieuwe personages, en met de ontwikkelingen van het plot en vorige hoofdrolspelers. Dat brengt me meteen bij het grootste minpunt van deze game.
’Je moeder’-grappen, maar geen high five
Army of Two: The Devil’s Cartel weet niet wat het wilt zijn. Het verhaal en de actie zijn constant over the top en onwerkelijk, vol actie en ‘je moeder’-grappen die zo dom zijn dat ik er soms om moest gniffelen. Daarbij doen de personages hele domme dingen, zo dom dat je al schreeuwend je scherm vol pizzaresten sproeit omdat je weet dat het achterlijk is terwijl de rest van de personages vrolijk meespeelt in alle idioterie - denk aan bekvechten terwijl het hele gebouw om je heen instort. Dit is allemaal geoorloofd mits je dit ‘domme actiegame motief’ congruent doorvoert. Nee, de ontwikkelaars pogen hier en daar emotionele momenten in de game te verwerken, bijvoorbeeld middels personages die vermoord worden. Ze zijn alleen vergeten dat de meeste personages slechts enkele seconden in beeld zijn en dat het niemand interesseert wat hen overkomt.
De ontwikkelaars hebben ook geprobeerd om de personages wat minder eigen persoonlijkheid te geven zodat spelers zich meer konden inleven in Alpha en Bravo. Je kunt je personages namelijk aanpassen met diverse (zelfgemaakte) maskers en outfits waardoor de hoofdpersonen meer ‘jouw characters’ worden dan twee uitgewerkte persoonlijkheden. Het idee is goed en aan het begin lijkt dit te werken, maar zodra het verhaal een beetje op gang begint te komen, beginnen ook Alpha en Bravo eigen persoonlijkheden te ontwikkelen die dit effect weer tegenwerken.
Alle persoonlijkheid en flair wordt uit de game gezogen om plaats te maken voor een meer vlakke en vermakelijke game, maar de ontwikkelaars hebben dit niet durven omarmen. Kleine domme co-op elementen zoals elkaar een boks of high five geven - wat in vorige delen wel mogelijk was - zijn verwijderd, terwijl dit juist bijdraagt aan de richting die ze op wilden gaan. Visceral Montreal en EA Montreal hebben getwijfeld tussen twee stijlen en dat is te zien in het resultaat. Maar dat maakt het knallen niet minder leuk.
Alles kapot en open buikjes
En dat is wat je negentig procent van deze game doet: knallen, knallen en nog eens knallen. Na een tergend saaie tutorial, gaat de actie meteen van start. Je knalt tijdens de gehele game allerlei gangleden van een Mexicaans drugskartel kapot en je mag zelf bepalen met wat voor wapen je dit doet. Je neemt altijd twee grote wapens en één pistool mee. De grote wapens verschillen van assault rifles tot snipers en shotguns; wat je gewelddadige hartje maar begeert. En al deze wapens kun je uitbreiden met scopes, laser sights, grotere magazijnen, explosieve ammunitie, diverse kolven, ga zo maar door. Voor elke speelstijl kun je een bijpassend wapen maken zodat je de Mexicaanse kartelleden maximaal kunt slopen.
En slopen zul je. Dankzij de Frostbite 2 engine zijn de omgevingen meer vernietigbaar dan voorgaande delen. Veel soorten dekking, zoals houten palletjes en muurtjes van betonblokken, zijn geen permanente schuilplaatsen. De brokstukken vliegen om je oren en na een tijdje stort menig dekking volledig in zodat je snel van positie moet veranderen. Het mag dan wel een eenvoudige shooter zijn, je bent bepaald geen kogelspons dus je moet weldegelijk gebruik maken van de omgeving als je wilt overleven. En niet alleen de omgeving is vernietigbaar; ook de vijanden worden flink gesloopt. Hoofden, armen en benen worden compleet kapot geschoten - de lichaamsdelen verdwijnen in een soort bloedige explosie - en zelfs de torso’s worden opengescheurd door jouw kogels. Jouw zelfgemaakte wapens laten veel lijken en rompjes achter in de strijd tegen dit drugskartel.
Tactische moordmachines
Deze wapens en al hun aanpassingen koop je met geld dat je verdient door het spelen van levels. Maar gewoonweg achter dekking zitten en rustig de bendeleden afknallen, levert je niet bijzonder veel geld op. Army of Two: The Devil’s Cartel kent namelijk een systeem dat beoordeelt hoe tactisch jij vecht. Wanneer jij vanuit de flank iemand doodschiet, krijg je meer punten. Fungeert jouw maatje als afleiding waarna jij vanuit de flank het doelwit doodschiet en jouw maatje knalt hem ook neer? Dan krijg je een flank, decoy en tag team bonus. En als je dit met meerdere vijanden tegelijk doet, krijg je ook nog eens combopunten. Het loont dus werkelijk om goed met je collega knaller af te spreken wie waar loopt en wat je precies gaat doen zodat je snel door de levels beweegt.
Mocht je vastzitten, dan heb je altijd nog de overkill feature. Het afschieten van bendeleden vult een balkje in beeld. Wanneer deze vol is, druk je op de linker schouderknop en ben je tijdelijk een onstuitbare moordmachine; je bent onsterfelijk, je hebt oneindig veel kogels in je magazijn en al je kogels doen excessief veel schade. Maar jouw maatje heeft een eigen balk. Indien je tegelijk in overkill gaat, vertraagt de game tot slow motion en zijn de kogels nog krachtiger. Daarbij krijg je ook nog eens meer punten voor elk slachtoffer dat je maakt. Je kunt deze feature dus gebruiken als tactisch ontsnappingsplan wanneer je bijna doodgaat, of je gaat voor zoveel mogelijk punten/geld en je zet dit middel in op het moment dat een groot gevecht op het punt van beginnen staat.
Leuk, met gebreken
Al die (eenvoudige) tactische elementen maken dit een ontzettend vermakelijk coöperatieve knalgame. Gedurende de hele game blijft het leuk om samen tactieken te hanteren en vervolgens de kapot geschoten rompjes op hilarische wijze door het beeld te zien vliegen. Dat was het echter in eerdere delen ook al. Deze reeks heeft de potentie om veel groter en toffer te zijn, maar de ontwikkelaars weten gewoon niet het onderste uit de kan te halen en maken simpele fouten die voor kleine ergernissen zorgen.
Liever goed gejat…
Het cover-systeem werkt niet altijd zo soepel als het zou moeten. Soms denk je dat een object dekking biedt en dan blijkt dat je hier niet achter kunt schuilen. En je sprint door de linker stick in te drukken, terwijl je dekking zoekt met de A-knop, waardoor je niet altijd meteen vanuit je dekking kunt rennen omdat de timing niet goed is. Waarom is er niet naar
Gears of War gekeken en hebben ze de gehele cover-mechaniek van deze game overgenomen? Ook hier geldt: liever goed gejat dan slecht bedacht.
Door dit soort slordigheden, de acht uur durende verhaallijn en verdere gebrek aan modi, valt de game eigenlijk alleen bij fanatieke co-opgamers aan te bevelen. Het is mogelijk om de game in je eentje uitspelen - de AI is competent genoeg - maar dan zul je niet echt genieten van de tactische mogelijkheden. Koop deze game samen met je co-op maatje, zodat je de rekening deelt. Dan kun je samen voor een zacht prijsje de game in één intensieve gamedag of een relaxt weekendje uitspelen. Mocht je de game echt heel leuk vinden, dan zijn er nog altijd de hogere moeilijkheidsgraden waarin je jouw tactieken en zelf samengestelde wapens verder kunt testen.
Deze game is getest op de Xbox 360
Army of Two: The Devil’s Cartel is een eenvoudige knalgame die gemaakt is om met een vriend of vriendin te doorlopen. Je stelt je eigen wapens samen, je bespreekt tactieken en zo werk je al knallend door de acht uur durende verhaallijn heen. Het is een heerlijke co-op actiegame met jammerlijke gebreken die dit deel ervan weerhouden om de vorigen te overstijgen. Voornamelijk het verhaal en de personages zijn te wisselvallig dankzij de ergerlijke variatie tussen domme actie en emotionele momenten. Het gebrek aan afwerking en modi maakt dit tot een game die slechts voor de rasechte co-opgamer geschikt is.
Cijfer: 7-
Pluspunten:
Vernietigbare omgevingenLekker gewelddadigVermakelijke actieTactisch vechten werkt echt
Minpunten:
Voorspelbaar en wispelturig verhaalMatige afwerkingGeen andere modi
Bron: InsideGamer.nl