Review: Interpol - Antics
'Antics', de tweede cd van het pijnlijk hippe Interpol, is wat we een groeiplaat noemen. Bij de eerste luisterbeurten zult u zich ergeren omdat de wolken geluid die de stereoinstallatie in uw richting spuit vaagweg klinken als Echo & The Bunnymen e...
'Antics', de tweede cd van het pijnlijk hippe Interpol, is wat we een groeiplaat noemen. Bij de eerste luisterbeurten zult u zich ergeren omdat de wolken geluid die de stereoinstallatie in uw richting spuit vaagweg klinken als Echo & The Bunnymen en The Sisters Of Mercy, die u twintig jaar geleden ook al niks vond. Sommige songs zullen een uhuh losweken, andere dan weer een whatever. Wees gerust: het zijn symptomen van voorbijgaande aard.
Want groeiplaten slaan niet alleen, vroeg of laat beginnen ze ook te zalven. En dan zult u 'Evil' een verdomd sterke song vinden. U zult toejuichen dat de single 'Slow Hands' zich deze week bovenaan in onze Arriba-lijst mag ophouden. U zult de minimalistische, repetitieve hooks van gitarist Daniel Kessler - waar u zich tot een beurt of twee geleden nog rót aan ergerde - tamelijk geniaal in hun eenvoud beginnen te vinden. Het is mogelijk dat u bij pakweg 'Narc' denkt: 'Dit lijkt me een verdomd fijne song om zestien op te zijn,' en meteen uw persoonlijke assistente belt om na te gaan wanneer uw volgende botoxbeurt gepland staat. Erger is het met u gesteld wanneer u denkt zich iets te kunnen voorstellen bij de openingszin van het anderzijds fantastische 'Take You on a Cruise': 'Time was like a broken watch/ I make money like Fred Astaire.' Er hebben al dichters voor minder zelfmoord gepleegd.
Daarmee is 'Antics' een goeie plaat geworden, maar níét het meesterwerk dat u over twintig jaar uit de kast zult halen als u nog eens terug wilt naar het gouden rockjaar 2004. Omdat frontman Paul Banks en zijn gezellen vooralsnog de diepgang, de overtuigingskracht en de tragiek missen om ambacht tot kunst te verheffen - iets waar illustere voorgangers als The Cure en Joy Division ooit wél in slaagden.