Review: John Banville - Schijngestalte
Applaus! De Ier John Banville heeft - tegen de verwachtingen in - de Booker Prize 2005 (én 50.000 pond) op zak. De jury viel voor 'The Sea', een roman over verlies, identiteit en herinnering. Intussen lieten wij ons spiedend oog vallen op een eerder...
Applaus! De Ier John Banville heeft - tegen de verwachtingen in - de Booker Prize 2005 (én 50.000 pond) op zak. De jury viel voor 'The Sea', een roman over verlies, identiteit en herinnering. Intussen lieten wij ons spiedend oog vallen op een eerder boek van Banville: het zopas in het Nederlands verschenen 'Schijngestalte' (Atlas).
Net als in 'The Sea' volgen we in 'Schijngestalte' een melancholische weduwnaar. Banville haalde de mosterd voor zijn personage bij Yale-professor en literatuurcriticus Paul de Man. Van hem werd postuum ontdekt dat hij in zijn jonge jaren antisemitische artikels had geschreven voor Le Soir en Het Vlaamsche Land. Dat historische gegeven wordt in de roman wel een stuk complexer. Hoofdpersonage Axel Vander verbergt inderdaad dat er tijdens de oorlog (in Antwerpen, of all places) een paar anti-joodse teksten onder zijn naam zijn gepubliceerd. Maar hij heeft nog een essentiëler geheim: om te ontsnappen aan zijn joodse roots heeft hij de identiteit van een bourgeois jeugdvriend aangenomen, en die échte Axel Vander is morsdood. De ironie: eigenlijk heeft niet het hoofdpersonage maar wel zijn jeugdvriend de bezwarende artikels geschreven, maar de smerige waarheid is dat hij het er deep down wel mee eens was.
Het verhaal begint op het moment dat Axel Vander vreest dat zijn zorgvuldig opgebouwde façade zal worden neergehaald. De dreiging komt van Cass Cleave, een briljante maar gestoorde jonge vrouw die lijdt aan het Mandelbaum-syndroom, epileptische aanvallen en stemmen in haar hoofd inbegrepen. Cleave ontmoet Vander in Turijn, niet toevallig de stad waar Nietzsche zijn verstand verloor. Gaandeweg groeit er iets tussen deze twee eenzame zielen - iets dat neigt naar liefde en uitloopt op een treurige climax.
'Schijngestalte' is ongetwijfeld een intelligent en lyrisch boek, maar het is verdomd niet vanzelfsprekend. De alcoholische nevel en de leugens van verteller Vander vertroebelen het verhaal. Zwaar op de maag vallen ook de eeuwige zoektocht naar 'identiteit', het steeds ter discussie stellen van de eigen tekst en de belerende filosofische mijmeringen ('Is liefde niet de vuurvergulde spiegel waarin we ons glanzende ego beschouwen?'). Uiterst smaakvol allemaal, maar licht verteerbaar is anders.