Review: John Cale op Gent Jazz 2016
John Cale mankte een beetje bij het opkomen, maar weigerde anderhalf uur lang voor zijn keyboards te gaan zitten. Leeftijd: 74. Genre: Now Wave. Sterren: vier.
Het zal inmiddels zowat iedereen die John Cale een warm hart toedraagt zijn gaan dagen: de man doet de dingen alleen op zijn geheel eigen voorwaarden. Het concert voor dat van Gent vond in juni plaats in Cardiff, in Cale's heimatland Wales. In maart van dit jaar tourde hij in Zuid-Amerika, in Lima, Santiago, Montevideo en Buenos Aires. In augustus trekt hij naar Japan.
Eind 2014 stond Cale in Mesen, om de Groote Oorlog te herdenken, en om het volledige 'Paris 1919' om te bouwen. Een Humo-recensie en een paar flarden Youtube hebben ons toen twee dingen doen denken: 'Damn!' en 'Wish we were there'. Onlangs herschreef Cale 'Music for a New Society', waarop de arrangementen graatmager zijn; het is en blijft met voorsprong onze favoriete Cale. De nieuwe bewerking vinden wij maar zozo, maar blijkt gewoon een opstapje naar nu, en naar de paar moderne 'New Society'-upgrades waar we vanavond niks over te klagen zullen hebben.
Maar eerst is 'The Endless Plain of Fortune' de gedroomde opener. Vier muzikanten op een podium, en toch horen we er fantoomklankgewijs de weelderige orchestratie van de original doorheen. Te laat komende vips treuzelen - pal in ons gezichtsveld dan nog - op zoek als ze zijn naar een plek vooraan, net op het moment dat Dustin Boyer zijn eerste gitaarsolo speelt. Cale lijkt van achter zijn keyboards goed bij stem.
'Hemingway' komt met geprepareerde beat, een strijkstok die over de bas gaat maakt walvisgeluiden, de drummer speelt toetsen, een moderne thereminachtige doet de rest. Veel vips zijn nog aan het eten, dus mogen we naar voren opschuiven. Nog beter!
'Chinese Envoy' zit vol kliks en klaks, we zijn in song 1 al naar Transvaal afgereisd, 'Hemingway' bevatte de zinnen 'He didn't have the help he wanted / And when he saw Guernica fall', en nu komt een Chinese gezant langs: geschiedenis, oorlog, geopolitiek, Cale heeft veel liedjes gemaakt in dat immense decor, en hoe de verhalen die hij van daaruit verzint in mekaar zitten, wij durven al lang niet meer te beweren dat we er veel van begrijpen. Maar o zo mooi.
Van 'If You Were Still Around' kennen we de huiveringwekkende original met kerkorgel. De tekst is geen wandelingetje in het park: ‘If you were still around / I’d chew the back of your head / ‘Til you opened your mouth / To this life’. Maar de sfeer in deze versie is vrolijk, het funkriffje doet aan The Impressions denken.
'Thoughtless Kind' komt met een trage stomp van een beat - denk 'Nightclubbing'. Uit Cale's keyboards komen basklanken, de song zit vol oehoe's. Heel wat anders dan de kale, ijskoude spookgeluiden, het akelige gelach en de doedelzakken van het origineel. De tekst blijft dezelfde mijmering (‘If you grow tired of the friends you make / Never ever turn your back on them / Say they were the best of times you ever had / The best of times with the thoughtless kind’), maar dit concert lijkt er veel meer één te worden van blokjes omgooien dan van avant-gardedemonen uitdrijven. Cale hééft die klus kennelijk al eens geklaard.
Tijd om een echo van The Velvet Underground in te lassen via 'Sunday Morning'. 'Leaving It up to you' is de enige song waarvoor Cale zijn plek aan de keyboards verlaat om midden op het podium de gitaar in te pluggen. De krak die daar van komt is al goed. U moet John Cale zich eens kwaad horen maken in de original, tot bij 'I'd do it now / right now / you fascist'. Uitgerekend deze song doet in 2016 aan Brian Eno's ambient denken, en aan de bedelvingswerken van Daniel Lanois. Aan het eind zitten een paar heel mooie drones.
Cale klikt opnieuw op de laptop voor 'Dirty Ass Rock 'N' Roll'. Hoeveel keer hebben wij die song beluisterd? De tel kwijt. Hoe lang duurde het voor we 'm herkenden, deze versie met tegentonen die van onderwater lijken te komen? Een volle twee minuten.
'Hanky Panky Nohow' heeft een Massive Attack-diepe bas, operastemmen komen uit doosjes, Dustin Boyer neemt de gitaar op schoot om haar beter te kunnen mishandelen. Blue, cherry and killing moon kenden we al, en Cale voegt ‘Coral Moon’ toe, een trage sleper met kggg's en rinkelbelletjes, die af en toe in de buurt komt van de manier waarop Bob Dylan dezer dagen melancholisch croont.
In 'Ghost Story', iets psychedelisch uit de vroege solojaren, zit een zich immer herhalende gitaar met een funkriff die uit 'Tighten Up' van Archie Bell and The Drells lijkt geleend. 'Close Watch' komt met digitale castagnetten en een machine die ping doet. Bij 'Wasteland' staat in ons boekje alleen een uitroepteken: van de amper elf jaar oude plaatversie die we vandaag beluisteren hebben we alleszins niet veel gehoord.
Cale en Co. worden uiteraard voor een encore gevraagd. Het wordt 'I'm Waiting For The Man'. Hoe raar is het om deze Velvetklassieker - die niet is gemaakt om naar een silly love songs-playlist te slepen - als popdeuntje te verwelkomen. Wij wlden vooraf 'Buffalo Ballet' en 'Ship Of Fools' en 'Gun' en nog drie of vijf anderen die er niet bij waren. Achteraf wilden wij helemaal niks meer, behalve dan fris bier, en dat kon geleverd worden. Toen wij nog kuikentje piep waren plakten er stickers met 'Geef voor new wave' op platen. Wij geven vandaag voor de now wave van Cale, en we hebben nog veel te geef, dus dat hij nog vaak moge langs komen.
Het moment
Doe maar 'Wasteland', de afsluiter van de reguliere set. Nóg zo'n arrangement met een bizar crescendo na al die andere rare, maffe, kronkelende, dromerige, bloedmooie crescendi. Hulde aan de groep ook: Joey Maramba aan de walvisbas, Deantoni Parks is een drummer die al gewerkt heeft voor The Mars Volta én Meshell Ndegeocello. Bij wat gitarist Dustin Boyer deed hebben wij echt zitten denken: welk fantastisch Victormonster heeft Dr. Gitaarstein daar weer tot leven gewekt, zeg.
Het publiek
Mocht bier drinken uit gespoelde glazen(!), kon opwarmen met Lyenn en Dave Harrington Group en natafelen met Max Richter en Oaktree, en moest bij hoge nood niet op een Dixi. Voor de Brabander die we denken te zijn is een uitstapje naar Gent als een vakantie aan de kust, compleet met daar een keer zot doen en iets bij de traiteur gaan halen. Dat traiteurvoedsel wás er, de tafeltjes stonden op het gras, de Bijlokesite is historisch erfgoed, de zomer was op z'n aangenaamst, het leven werd eventjes een te versturen postkaart.
Quote
Aan het begin: 'Hello Ghent, nice to see you'. Aan het eind: 'Thank you so much, Ghent, great to see you'. Daartussen: een vriendelijke, op zijn droomset gefocuste man van weinig woorden.