Review: Kelley Polar - Love Songs of the Hanging Gardens
Dat Kelley Polar als kleuter meegesleept werd in de disco-obsessie van zijn grote zus; dat hij een wonderkind was op piano en viool; dat hij op het conservatorium een housebeat onder zijn afstudeercompositie zette; dat zijn strijkersarrangementen mee...
Dat Kelley Polar als kleuter meegesleept werd in de disco-obsessie van zijn grote zus; dat hij een wonderkind was op piano en viool; dat hij op het conservatorium een housebeat onder zijn afstudeercompositie zette; dat zijn strijkersarrangementen mee het gesofisticeerde geluid van het invloedrijke Metro Area hebben bepaald: het verbaast ons allemaal niets meer nu we 'Love Songs of the Hanging Gardens' gehoord hebben.
Polar maakt spacey discopop met een royale dosis strijkers, en dat klinkt - mede dankzij Metro Area-producer Morgan Geist - fan-tas-tisch. De tracks zijn nauwgezet opgebouwd met elementen uit drie decennia popmuziek: Stevie Wonder, Giorgio Moroder en Kraftwerk uit de seventies, avant-disco, new wave en de new romantics uit de eighties, en Daft Punk en minimale house uit de nineties. Hoogtepunt 'Here in the Night' is een pletwals in de traditie van Was (Not Was) of de disco-aliassen van Arthur Russell, maar de funky keyboard-breaks, de superstrakke handclaps en de diepe, rommelende bassalvo's zitten wél exact op de juiste plaats. En mocht Sufjan Stevens de aflevering New York van zijn muzikale reis door de States ooit willen beginnen met een ode aan de legendarische Studio 54, dan mag hij zich laten inspireren door opener 'Cosmological Constancy'.
Laat er geen twijfel over bestaan: 'LSOTHG' bevat vooral songs - met heuse hooks en teksten en refreinen - ook al zijn ze soms binnenstebuiten gekeerd, zoals 'My Beauty in the Moon', dat dankzij de honingzoete zanglijn veilig door een klikkend, sputterend en vonkend elektronisch landschap laveert. Polars delicate, hoge stemgeluid schippert tussen verleidelijk, berustend en een tikje sinister ('I don't want to share you / I just want to possess'). Een gevoel van isolement overheerst, en dat zit 'm vooral in de teksten: zinnetjes als 'As long as we're apart / There's no light in my heart' en 'Far from my eyes / Close to my heart' zijn op papier banaal, maar ze lichten op wanneer Polar ze uitstrooit over de tinkelende, aan Junior Boys herinnerende machinale soul van 'Matter into Energy'.
Wij zouden 'LSOTHG' graag eens horen op een discofeestje in de openlucht, ergens op een afgelegen plek in de sneeuw, waar het maanlicht weerkaatst wordt in een paar dozijn discoballen en waar je op je rug naar de neerdwarrelende vlokken kan liggen staren. Dat zou perfect zijn.