Review: Lhasa - The Living Road
U moet het ons vergeven, maar de debuut-cd van de Canadese migrante Lhasa (volledige naam: Lhasa De Sela) is ons vijf jaar geleden compleet ontgaan. Dat zij sindsdien geen plaat meer uitgebracht heeft en pas nu met een opvolger voor 'La Lhorona' op de proppen komt, heeft haar naambekendheid evenmin goed gedaan. Al hoort u haar wel te kennen: ze is de vrouwenstem in het hartbrekende Tindersticks-duet 'Sometimes It Hurts'.
'The Living Road' is een fijne cd, zij het net niet goed genoeg om van een volbloed aanrader, laat staan een meesterwerkje, te gewagen. Lhasa twijfelt nog te veel - gebrek aan ervaring wellicht. Dat komt ervan als men zolang wacht tussen twee platen!
De taal is bijvoorbeeld een probleem. Zowel het Spaans (Lhasa's vader is Mexicaan, haar debuutplaat was volledig Spaans), het Engels (haar moeder is Amerikaanse) als het Frans (de taal die ze in Canada tot de hare maakte) vloeien voorbeeldig uit de bevallige mond van de 32-jarige Lhasa, maar drie talen op één plaat, dat haalt de samenhang er een beetje uit.
Manco twee: Lhasa en haar entourage van grotendeels ouwe getrouwen mikken af en toe iets te nadrukkelijk op de mainstream: op die momenten zijn de songs van het belegen en niet van het beschaafd vinnige Radio 1-type, en dat is een wereld van verschil. 'My name', 'Pa' llegar a tu lado' en 'Para el fin del mundo o el año nuevo' gaan onder dat langoureuse gebukt.
In de begeleidende bio schermt de platenfirma met grote namen als Billie Holiday, Jacques Brel, Tom Waits en Björk. Luie recensenten nemen dat klakkeloos over, maar alleen in het innemende 'Small song' doet Lhasa ook wérkelijk aan één van die roemrijke voorbeelden denken, en wel door het oordeelkundige gebruik van de potten- & pannenpercussie, door Waits op 'Swordfishtrombone' geïntroduceerd. Elders zorgt de kruisbestuiving tussen de verschillende culturen waarin Lhasa zich van jongs af bewogen heeft - haar ouders pendelden jarenlang met een bus heen en weer van de VS naar Mexico - voor het piment (een pittige Mexicaanse jalapeño-peper). Norah Jones-met-zuiderse-inslag,zo zou je haar ook kunnen omschrijven. Een slimme keuze van instrumenten doet de rest en geeft de beste nummers een apart cachet: de trompet van Ibrahim Maalouf kleurt zowel 'La confession' als het radiovriendelijke 'La frontera', lap steel en strijkers dragen het openingsnummer 'Con toda palabra', een pedal steeldoet hetzelfde met 'Abro la ventana' en de guitare plastique van Rick Haworth fleurt 'J'arrive à la ville' op, om maar een paar voorbeelden te noemen. Samen is dat alvast goed voor een aangenaam cd'tje, dat Lhasa op 17 maart in het Brugse Concertgebouw komt voorstellen. Maar haar échte meesterwerk moet er nog aankomen.