Review: Lyle Lovett op Cactusfestival 2011
Trok daar een stoet geharnast kippenvel voorbij? Voelden we plots cowboyboots aan onze voeten groeien? En ging de wei van Cactus niet geuren naar barbecue, whisky en smeulend kampvuur? Yup: Lyle Lovett trakteerde op gulle countryblues die je niet van je lijf gewassen kreeg.
De songs van Lyle Lovett - met zijn karakterkop lijkt hij wel het ontbrekende personage in 'The Simpsons' - wonen in Amerikaanse negorijen. Ze kiemen er uit stoffige gronden. De zon zweet altijd hoog aan de hemel, de mannen worden niet gezien zonder flacon Jack bij de hand, en liefdesdisputen beslecht men nog weleens met een revolver.
Lovett zelf is de gentleman die zijn meisje vriendelijk vraagt of hij haar mag bestijgen, en zoja, hoe mevrouw het het liefst zou willen. Daarna rookt hij shag, en speelt hij countryblues voor lui bij wie het glas halfvol noch halfleeg is - gewoon half. Dat laatste deed hij ook op Cactus: vijfenzeventig hemelse minuten.
De verstilde weemoed van 'Private Conversation', 'If I Had a Boat' en bis 'She's No Lady' trok baantjes in ons bloed, en bij de hupse country van 'L.A. County', 'Cowboy Man' en 'Rollin' By' droomden we een cowboy die thuiskomt na nachten zwerven op de prairie - de ranch ruikt naar barbecuevlees, en vrouwlief krijgt een besmuikte kus.
Topconcert, quoi. Voor het eerst in ons leven gaven wij een denkbeeldig paard de sporen, en dribbelden we in galop de wei over. Gelooft u ons, een zicht was het niet.
Quote
'Zoveel mooie koppeltjes hier!' - bedankt om het er nog eens in te wrijven, Lyle.
Hoogtepunt
'I'll Come Knocking': kniehoog in de melancholie prevelden wij een flauw schietgebedje.