Review: Maxon Blewitt - Maxon Blewitt
Zita Swoon zendt haar zonen uit: Tom Pintens staat aan het hoofd van tweeduizend apen, Bjorn 'Wolf' Eriksson doet het met drie vrienden en zijn zus (Eva, ook bekend van Traktor en Maskesmachine), met de fantastische bekkende groepsnaam Maxon Blewit...
Zita Swoon zendt haar zonen uit: Tom Pintens staat aan het hoofd van tweeduizend apen, Bjorn 'Wolf' Eriksson doet het met drie vrienden en zijn zus (Eva, ook bekend van Traktor en Maskesmachine), met de fantastische bekkende groepsnaam Maxon Blewitt, en met een goeie, tot in de diepste gaten van elke song verzorgde popplaat. Zelf noemt Eriksson het 'liefdesliedjes met harde gitaren', maar het gitaargeweld treedt, een paar terloopse erupties (de slotminuut van 'Koffie & Konfetti') niet te na gesproken, slechts één keer echt op de voorgrond: in het manische 'Stupid Cupid', u allen vast bekend van de radio. Door de band genomen houdt hij het beest in zich aan de ketting, en dát vinden wij een beetje jammer: met de beste wil van de wereld geen slecht nummer ontdekt, maar ook net iets te weinig midscheeps getroffen door de boosaardige en opwindende vibes die hij - die stem! die look! - ongetwijfeld in zich draagt.
'We've Got All Our Lives to Celebrate' is de ideale openingstrack, en een popsong zoals we die ook van Zita Swoon kennen: beschaafd swingend en in alle plooien gevuld met geluidjes, met een samenzang (van broer en zus) om elkaars duimen en vingers bij af te likken. 'Fingerwaltz' is uitgeklede blues, speels en dreigend tegelijk, en bevat een uitmuntende akoestische intro. In 'Baby Lee', Jon Spencer op z'n Belgisch, gaat sexy gegrom hand in hand met vette gitaren, en in de nieuwe single 'As Happy As Can Be', superieure pop met handclaps, krijgen we gratis en voor niks een schitterende versiertruc mee: 'Why don't we go to my place? / I got a jukebox in the livingroom / We can sing along to B-sides / Alright? Let's go!' Nu alleen nog een Wurlitzer op de kop tikken en daar dan pakweg 'We Ain't Afraid of Heights (Daddy's Little Ditty)' op draaien. Waar wij dan eigenlijk over klagen? Over een tekort aan opwinding, en over de spijtige vaststelling dat onze aandacht halverwege al die sterke, beheerste popsongs tóch verslapt. Breng alle twaalf nummers op 'Maxon Blewitt' één voor één uit op single en we gaan gegarandeerd overstag, maar in één ruk is het een beetje van het goeie te veel. Dat, óf we hebben een slecht karakter.