Review: Micachu & The Shapes - Never
Fait divers: in het repetitiekot van Micachu and the Shapes hangt het deksel van een conservenblikje aan de muur. 'n Cadeautje van Mica Levi's mama, waaraan volgend berichtje kleeft: 'Je zal nooit platina scoren, maar van mij verdien je plaatmetaal!'
Nee, eeuwige roem zal Levi (25) niet gauw ten deel vallen, maar dat zal haar worst wezen. Haar universum is een neonverlicht lunapark van zelfgemaakte gitaren en objets trouvés als drumkit, waar kaduke popsongs worden bekokstoofd, en hipster geen scheldwoord is.
Op 'Never', hun tweede, neemt ze met haar Shapes wel een valse start: in 'Easy' wordt slechts één stofzuiger mismeesterd, en het trio 'Never', 'Waste' en 'Slick' is een stuurloze rollercoaster met te veel (halve) ideeën, te dicht opeengepakt.
Maar daarna, als alles wél op zijn plaats valt, volgt een waanzinnige rit: 'OK' wordt aangestoken door een lome hiphopbeat en een drammerig, maar o zo catchy refrein, in 'Low Dogg' scheren fuzzy synths door het zwerk, en 'Holiday' is wonderlijke doowop, met een angel: check die scheefgebogen gitaartjes.
En wat te denken van 'Heaven': een potige garagerocksong, maar genadeloos door de blender én vijftig effectenbakken tegelijk gehaald.
'Never' is zware, haast ondoordringbare kost, maar wie het aandurft zal de hitparade van 2032 zien. Geef die vrouw een tinnen plaat!