Review: Michael Chabon - Zoon van de wolvenman
Volgens de achterflap van zijn zopas in vertaling verschenen verhalenbundel 'Zoon van de wolvenman' (Anthos/Manteau), woont Michael Chabon 'met zijn vrouw en hun drie kinderen' in Californië. Denk er gerust het uwe van; wij geven u enkel mee dat...
Volgens de achterflap van zijn zopas in vertaling verschenen verhalenbundel 'Zoon van de wolvenman' (Anthos/Manteau), woont Michael Chabon 'met zijn vrouw en hun drie kinderen' in Californië. Denk er gerust het uwe van; wij geven u enkel mee dat 'Zoon van de wolvenman' bol staat van door de huwelijkse staat gefnuikte verlangens, echtscheidingsperikelen en de ontwrichtende terugslag die dat alles op het nageslacht heeft.
Zo schiet het Daniel, het hoofdpersonage van 'Op huizenjacht', tijdens een gênante prospectie van een gezinswoning te binnen dat het huwelijk 'een zeereis' is, 'in een nooit uitgeteste boot over een vijandige oceaan, met een kaart die niet klopt en zonder bepaalde bestemming, behalve dan het graf.' Ook Jake en Grace uit 'Dat was ik' doen aan doe-het-zelf-therapie om over hun geknakte relatie heen te komen: na een nacht in de bar in het gezelschap van een bende losers die 'van generatie op generatie samen bouwen aan hun basiliek van de mislukking, met drukke reliëfs waarop zijzelf voorkomen in levendige faillissementsscènes, ontwenningskuren, softbaltaferelen en arrestaties', blijven ze eenzaam achter met een overdosis weemoed in de achterzak. Echte gensters slaan doet Chabon in het titelverhaal, waarin hij de lezer versgesneden plakken leven voorschotelt in een setting die zo uit 'Jambers.doc' weggelopen lijkt: een serieverkrachter krijgt bij Cara voor elkaar wat haar echtgenoot Richard al vijf lange huwelijksjaren probeert: haar zwanger maken. Minder dramatisch, maar net zo beklijvend is 'Spikes': een man laat zich meeslepen door zijn nooit eerder aangesproken vaderlijke gevoelens en haalt zich een boel onheil op de nek. Chabon doorbreekt de vloedgolf aan gal bruusk in de uitsmijter van de bundel, 'In de zwarte fabriek', waarin hij virtuoos maar ietwat opzichtig knipoogt naar de verhalen van zijn literaire idolen Edgar Allan Poe en H.P. Lovecraft.
Chabon mag dan al even lang in het vak zitten als Jay McInerney, Tama Janowitz en Bret Easton Ellis, aan 'Zoon van de wolvenman' te zien is hij nog even scherp en hongerig als in het begin. Jonge Amerikaanse beloftes over de korte afstand als Matthew Klam of Arthur Bradford mogen een tandje bijsteken.