Review: Nick Cave & The Bad Seeds - B-sides & Rarities
Ik ben niet zo'n nerd die elke remix van elke outtake van elke scheet die zijn helden ooit hebben gelaten in huis moet hebben, en ik hamster crisisvoorraden gezond wantrouwen tegenover megalomanen die driedubbele cd's met overschotjes uitbrengen waar...
Ik ben niet zo'n nerd die elke remix van elke outtake van elke scheet die zijn helden ooit hebben gelaten in huis moet hebben, en ik hamster crisisvoorraden gezond wantrouwen tegenover megalomanen die driedubbele cd's met overschotjes uitbrengen waarmee ze, met hun pensioen in zicht, nog één keer langs de kassa willen passeren. Maar eerlijk is eerlijk: de kruimels van de Groten zijn beter dan andermans parels.
Mick Harvey heeft namens Nick Cave B-kantjes, outtakes, rarities, collector's items, flarden van soundtracks en coverversies verzameld, en daarvan valt, naast de verbijsterende productiviteit van de Bad Seeds, meteen ook de hoge kwaliteit op. Ik zou dit drieluik alleen al kopen voor de unplugged-versie van 'The Mercy Seat', maar er is meer moois. De Caveiaanse (Caveske?) songtitels bijvoorbeeld: 'Cocks 'n Asses', 'The Girl at the Bottom of My Glass', 'Opium Tea' of 'God's Hotel'. En wie had ooit durven wedden dat Cave een silly traditional als 'King Kong Kitchee Kitchee Ki-Mi' zou opnemen? 's Mans gevoel voor humor klinkt ook door in het laconieke 'Sheep May Safely Graze', een knipoog naar de gelijknamige hymne die nog steeds wordt gespeeld op begrafenissen van oversekste Australische schaapherders. Zelfs de running order is soms geestig: 'I Feel So Good' wordt gevolgd door 'Shoot Me Down'. En wat te denken van Caves 'uitleg' voor de aanwezigheid van 'Time Jesum Transeuntum Et Non Riverentum', de hidden track op de 'X-Files'-soundtrack: 'Dat nummer zat zo goed verborgen dat ik nooit iemand heb ontmoet die het had gevonden.'
Indrukwekkend is het mysterieuze, uit het Birthday Party-tijdperk daterende 'The Six Strings That Drew Blood': gepingel op topniveau. Het volledig geïmproviseerde 'That's What Jazz Is to Me' had van Tom Cave of Nick Waits kunnen zijn, en doet je om de paar seconden grinniken om frases als 'Ghettoblasting blasters blasting magnificently' of 'Crazy two-timing bitches running riot'. Ook knap en fel is 'Scum': venijn aangelengd met vitriool - je bent blij dat het niet over jou gaat.
Cave leidt z'n outlaws langs traditionals ('Rye Whiskey'), covers (een mooi 'Helpless', de benevelde country van 'Tower of Song', het met Shane McGowan gelalde 'What a Wonderful World' en het hilarische 'There's No Night Out in Jail'), demo's ('Where the Wild Roses Grow', met guide vocal van Herr Bargeld voor wie Kylie niet sexy genoeg vond), en natuurlijk de mooie ballads waar hij het patent op heeft ('Little Empty Boat', 'Come into My Sleep'). De fan krijgt en passant ook meer inzicht in waar Cave & co de mosterd halen (zie o.a. de 'Deanna/Oh Happy Day'-medley): zeldzaam voor een artiest die nooit in z'n kaarten laat kijken.
Er zijn popsterren, rocksterren, zangers, performers en artiesten; bij elke nieuwe release van Nick Cave wordt duidelijker dat hij in die laatste categorie thuishoort.