Review: Nine Inch Nails - The Fragile
Vroeger zong men 'I wanna hold your hand' naar de top van een hitlijst. In 1994 werd dat 'I wanna fuck you like an animal'. Dat komt door al die electronic body-romantiek die in de jaren tachtig naar het schijnt ergens in Aarschot is uitgevonden. En ...
Vroeger zong men 'I wanna hold your hand' naar de top van een hitlijst. In 1994 werd dat 'I wanna fuck you like an animal'. Dat komt door al die electronic body-romantiek die in de jaren tachtig naar het schijnt ergens in Aarschot is uitgevonden. En evolution is a motherfucker: Front 242 werd Ministry, en Ministry werd Nine Inch Nails. Die groepen hebben één ding gemeen: zelfs al zouden ze de beste drummers ter wereld rond zich kunnen verzamelen, dan nog zouden ze met een drummachine werken.
Ik herinner me van Nine Inch Nails de floorfiller 'Head like a hole' aan het begin van dit decennium: een Depeche Mode waarvoor je je niet hoefde te schamen. Er was ook het begin van 'The downward spiral', een heerlijk onverteerbare brok shockrock die de Amerikaanse hitlijsten nog maar eens dooreenschudde in het jaar waarin Kurt Cobain zelfmoord pleegde met zicht op de mooiste skyline van sneeuwbergen die ik ooit in een stad heb gezien. In Seattle werd gerouwd terwijl Trent Reznor van Nine Inch Nails zong: 'I want to break it down/ I want to smash it up/ I want to fuck it up/ I want to watch it come down.'
A new star was born, of toch bijna. Er was één probleem: Trent Reznor wilde geen voorspelbare ster zijn. Hij week uit naar smallere paden. De soundtrack van 'Natural born killers' die hij aan mekaar plakte, blijft beter dan de film. David Lynch wilde hem voor 'Lost highway'. 'Zie je die doos in die hoek?', vroeg Lynch hem. 'Er zitten slangen in, maar dat vertel ik niet. Ik wil wél het geluid horen. Maak het.' Reznor vond het fantastisch. Hij leerde nieuwe technieken. Controle werd voor hem wat marihuana was voor Cypress Hill. Hij leerde ook zichzelf beter kennen. Omdat hij zich ongeschikt voelde voor de roem van het popwereldje, stuurde hij een kloon van zichzelf de wereld in die wél zijn gat wilde vegen aan de Amerikaanse vlag: Marilyn Manson. Laat die janet de kogels van de moral majority maar ontwijken. Ondertussen sleutelde hij aan zijn beste ik. En weer dook een onverwacht probleem op: op de succesplaat 'The downward spiral' leefde hij zich in in de rol van een suïcidale loner, en dat was romantisch. Maar nu moest hij - eigen schuld - echt door die ingebeelde wereld, en dát was klote.
En zo zijn we er. De nieuwe Nine Inch Nails heet 'The fragile' en begint, nadat de zwartjas in ons vijf jaar op z'n nagels heeft moeten bijten, waar 'The downward spiral' eindigde. We bedoelen: 'The fragile' begint op de bodem. Neem dat gerust letterlijk: in opener 'Somewhat damaged' staat Trent Reznor thuis op zijn stoel, de koord hangt rond zijn nek, en voor hij de grond onder zijn voeten wegtrapt, start als bij wonder de metronoom. Van dan af zal hij twee jaar om zo te zeggen vakantie nemen, en tussendoor werken aan een plaat. Het gevolg is dat wij met een schitterende dubbel-cd zitten, die langer duurt dan 'The wall', onveiliger aanvoelt dan een Aeroflot-vlucht naar Grozny, en een geest uit de machine tovert die ons god weet waar naartoe voert. Er zijn songs bij die hoop en redding brengen, er zijn evenveel andere die zeggen dat dat zo makkelijk niet gaat, en fluisteren dat de scheermesjes in de badkamer liggen. That's entertainment!
Het magistrale zit 'm natuurlijk niet alleen in de plaat zelf. Reznor wordt, terwijl hij zich autobio graaft, door driekwart van Amerika de eigenlijke aanstoker van het tienerdrama in Liddleton, Colorado genoemd. En het 'beschaafde' deel van de rockwereld zal wel 'hype' blijven roepen. En tussen Limp Bizkit en Guano Apes past hij ook al niet op de radio. Goed zo!
De plaat is ambitieus, pretentieus, emotioneel en onzeker. De eerste nadruk ligt op de teksten, maar na vijf dagen NIN is dit evengoed een bijzonder clevere geluidstrip die z'n gelijke niet kent, gemaakt door iemand die koppig blijft vasthouden aan zijn eigen overtuiging. Het moeilijkste is voor Reznor - denk ik - niet eens de perceptie van de buitenwereld, maar wel dat hij telkens twintig ideeën heeft als hij er maar één mag hebben.
Op 'The fragile' staat bijvoorbeeld een stukje ukelele. Reznor flirt met 20ste eeuws klassiek, met marsmuziek van Pink Floyd, en met de bastaard die U2 was in die periode waarin The Edge naar industrial luisterde. Er staat spacey dreiging van Autechre en Aphex Twin op; een ritmebox die Prince heeft vergeten wordt op de kop getikt; een oud idee dat Bowie van Brian Eno heeft gekregen is Reznor op zijn beurt van 'Low' gaan stelen. Laat u ook niet afschrikken door stemmen in het Frans en door avantgarde die bewijst dat Einstürzende Neubauten al die jaren niet voor niks zichzelf gebleven is. Loop niet weg als blijkt dat teksten over oceanen gaan en oosters mysticisme opduikt. Nine Inch Nails heeft écht niks met Live te maken. En er wordt gerockt. Er zit soms zelfs een goeie melodie onder de drilboor in je living.
In 1996 zei Trent Reznor ergens dat hij nog steeds a fuckin' mess was. Waarop de interviewer vroeg: 'Beloof je dat je dat blijft?' 'Ja,' zei Reznor. Hij heeft woord gehouden.
Beestige plaat!