Review: Panic Room
In Amerika zit de schrik voor ongewenste bezoekers er goed in: tijdens onze laatste doortocht op de New Yorkse luchthaven JFK dienden we, behalve ons colbertje en onze broeksriem, ook onze schoenen uit te trekken, en dat voor het oog van enkele tient...
In Amerika zit de schrik voor ongewenste bezoekers er goed in: tijdens onze laatste doortocht op de New Yorkse luchthaven JFK dienden we, behalve ons colbertje en onze broeksriem, ook onze schoenen uit te trekken, en dat voor het oog van enkele tientallen omstaanders ('Gelukkig heb ik geen gaten in mijn kousen,' hoorden we een meisje giechelen. De vernedering!). Amerikaanse burgers die beducht zijn voor indringers kunnen zich tegenwoordig ook een huis met een panic room aanschaffen, zoals Jodie Foster in de film: een panic room is een door vier kogelvrije wanden afgesloten, met aparte telefoonlijnen, voedselvoorraden, en videomonitoren uitgeruste high tech-bergruimte waarin u zich veilig kan verschuilen mocht Bin Laden, Sharon, de belastingcontroleur, of een cameraploeg van 'Het Hart Van Vlaanderen' uw huis binnendringen. Voor alle duidelijkheid: zulke panic rooms bestaan wel degelijk écht: ze kosten ongeveer honderdduizend dollar, en het zou ons niet verbazen mochten ze binnen afzienbare tijd even trendy worden als de atoomschuilkelder tijdens de Koude Oorlog ('Te koop: herenhuis met zes slaapkamers, drie badkamers, en één Taliban-bestendige panic room'). U kunt 'Panic Room' gerust bekijken als één grote metafoor voor de oplaaiende Amerikaanse paranoïa, maar toch blijft dit in de eerste plaats een retestrakke claustrofobische roetsjbaanthriller die u twee uur lang op het uiterste puntje van uw stoel zal doen zitten. Foster speelt een gefortuneerde dame die samen met haar tienerdochter (Kristen Stewart) haar intrek neemt in een riant huis in Manhattan, panic room inbegrepen. En ja hoor, al tijdens hun eerste nacht in het nieuwe huis breken er drie mannen in: geen Al-Qaeda-leden, maar drie grimmige homejackers die worden vertolkt door de als vanouds intriest voor zich uitkijkende Forest Whitaker, de onder een skimuts schuilgaande country-zanger Dwight Yoakam, en Jared Leto uit 'Requiem For A Dream'. Jodie en haar dochter vluchten in opperste staat van paniek de panic room binnen, waarna het slopende kat-en-muis-spel tussen de inbrekers en de bewoners kan beginnen. Hóe Jodie zich uit haar benarde situatie tracht te bevrijden en wát de inbrekers precies van plan zijn gaan we u uiteraard niet verklappen; laat me alleen vertellen dat de spanning in huis valt te snijden, maar dat er af en toe ook behoorlijk hard te lachen valt (Foster, via de intercom: 'Excuseer Heren, maar wat wíllen jullie precies van ons?'). 'Panic Room' telt slechts één locatie en de plot is dunner dan de string van Tanja Dexters, maar dat houdt regisseur David Fincher ('Seven', 'Alien 3', 'The Game', 'Fight Club' en straks 'Mission Impossible 3') allemaal niet tegen om bijwijlen adembenemende cinema te maken: hij pakt uit met een magnifieke begingeneriek, voorziet het verhaal van een duistere 'Seven'-look, en laat zijn camera meesterlijk doorheen muren, trapgaten, sleutelgaten en zelfs gasleidingen zweven. Groovy! De vertolkingen mogen eveneens gezien worden: tussen de drie bad guys hangt een aanstekelijk soort kibbelchemistry, maar dé attractie van 'Panic