Review: Peter C. Johnson - Soul Sherpa
Peter C. Johnson is al bijna veertig jaar muzikant, maar was de voorbije kwarteeuw hoofdzakelijk actief in kringen van dealers en afkickklinieken. 'Soul Sherpa', zijn vierde plaat, klinkt heel passend als een wandeling langs bouwvallige drugspanden...
Peter C. Johnson is al bijna veertig jaar muzikant, maar was de voorbije kwarteeuw hoofdzakelijk actief in kringen van dealers en afkickklinieken. 'Soul Sherpa', zijn vierde plaat, klinkt heel passend als een wandeling langs bouwvallige drugspanden en vitrines vol goedkope seks, met Johnson als verlopen gids: hij zingt als een kruising tussen Leonard Cohen en Hannibal Lecter. De muziek klinkt veraf en verdwaald: terloops aanwaaiende achtergrondzangeressen, iemand die in een metrogang zit te drummen, een bas op valium... Ambiance!
Maar Johnson is gelukkig niet vergeten er songs bij te schrijven. 'Beautiful in Blue' lijkt op iets van Johnny Dowd en Kim Sherwood-Caso, en 'Lower Power' (met Bonnie Raitt op tweede stem) is het vunzige tweelingbroertje van 'Walk on the Wild Side'. Ook niet mis: de Twin Peaks-blues van 'Shoot Anything That Moves', de gefluisterde covers van 'Black Sheep Boy' (Tim Hardin) en 'One Too Many Mornings' (Bob Dylan), en de Velvet Underground-achtige rocker 'Good Luck Girl'. Van 'Burka' onthouden we vooral hoe Johnson - het kwijl om de mond - een gesluierde moslimvrouw vraagt of ze haar benen scheert en of ze ooit een steniging heeft meegemaakt. In de sterke titelsong probeert Johnson in het reine te komen met zijn slechte karakter. Tevergeefs, natuurlijk: 'I'm just as slippery as an oil slick,' horen wij hem grommen.
Niet alles op 'Soul Sherpa' is even indringend: 'Plowing My Way' en 'Sandman' zijn meer sfeer dan song, en een bezopen countrynummer als 'Speedballs, Pretzels & Beer' schreeuwt om een échte zanger. Desalniettemin: interessant plaatje.