Review: Portico Quartet op Cactus festival 2013
'Portico Quartet sound like nothing you ever heard before.' Als u de spielerei van Mount Kimbie, het tactisch combinatiespel van Burial en de zonnebadende melancholie van James Blake niet meetelt, natuurlijk.
Portico Quartet, vier jonge lui uit het Londense, liepen zich suf aan het rondpunt waar klassiek goochelaar Steve Reich zich samen met Thom Yorke en These New Puritans als signaalgever had opgesteld. Het waren goedgeluimde wizzkids die hun beats droog serveerden, schattige poëzie kakten voor mensen die postdubstep als een nieuwbakken chlamydia koesteren, maar vooral songs brachten met de spanningsboog van een gepensioneerd koperpoetser.
Ze brouwden een geloofwaardige mengelmoes van jazz, kamerpop en nukkige elektronica, dat zeker, al kregen we het resultaat te vaak lauw gepresenteerd. En eenmaal Portico Quartet hoog in de bomen van het Minnewaterpark klom, speelde hun hoogtevrees mee. En toch: hoed af voor Duncan Bellamy, Milo Fitzpatrick, Keir Vine en Jack Wyllie. Ze deden het toch maar, zo met een saxofoon, contrabas, drum en een arsenaal aan blinkend percussiemateriaal. Liever dát en op je smoel gaan dan er als een labiele knoppendraaier staan.
Er waren songs, goeie zelfs - check 'Ruins' - maar Portico Quartet ziet u in het vervolg beter in het clubcircuit. Tenzij u wél graag onder het oog van honderden pottenkijkers poept?
Het moment
Dat ene nummer met de saxofoon en ploffende beats.
Het publiek
Koude pintjes, zon op het smoeltje, aardige achtergrondmuziek. U stond er wel, ja.
Quote
Tweet
Chillax. Goed bezig, Dimi!