Review: Roddy Doyle - Niet alleen voor Kerstmis
Nooit piept iemand over zijn verlangen naar wit roet, maar over een witte Kerst wordt uit volle borst gezongen, onder begeleiding van engelenkoren en belgerinkel. 't Doet misschien deugd even te geloven in onschuld, de goede wil van de mens of de hei...
Nooit piept iemand over zijn verlangen naar wit roet, maar over een witte Kerst wordt uit volle borst gezongen, onder begeleiding van engelenkoren en belgerinkel. 't Doet misschien deugd even te geloven in onschuld, de goede wil van de mens of de heilzame kracht van dennennaalden en kaarslicht. Maar eigenlijk is Kerstmis per definitie een zwarte aangelegenheid: het donkert dieper en langer dan de rest van het jaar, de eenzaamheid weegt zwaarder, en zwartgalligheid overwoekert fanatieker illusies. En bij sneeuw vermenigvuldigt de ellende zich sneller dan de doorsneemicrobe.
Er valt goddank geen sneeuw in 'Niet alleen voor Kerstmis', een verhaal van de Ier Roddy Doyle dat moeiteloos in een boekje ter grootte van een mannenhand past, door uitgeverij De Geus voor de gelegenheid feestelijk uitgegeven. Het begint aldus: 'Danny Murphy ging zijn broer ontmoeten. 'Acht uur: afspraak met mijn broer', schreef hij in zijn agenda.' De aanhef illustreert meteen de kracht van Doyles kale, korte zinnetjes; in al hun schijnbare duidelijkheid herbergen ze achteloos raadsels. Dat Danny de naam van zijn broer niet gebruikt om de afspraak in zijn agenda te noteren, verraadt een gekneusde intimiteit.
Algauw blijkt inderdaad dat de slechts één jaar schelende broers Danny en Jimmy Murphy elkaar eenentwintig jaar geleden uit het oog verloren zijn: Danny is hun geboortestad Dublin blijven wonen, Jimmy is naar Londen getrokken. Na al die tijd hebben de prille veertigers afgesproken in Café Todd, waar ze als minderjarigen hun eerste Guinness dronken. Op weg naar het café passeert Danny de plaats waar ze die weer uitgekotst hebben. Meer herinneringen borrelen op: de broertjes waren onafscheidelijk als een Siamese tweeling en deelden leven, liefdes en liederlijkheid. Tot omstreeks hun twintigste de verwijdering volgde.
Na vijf minuten en twee slokken is het alsof de broers nooit uit elkaar waren geweest: 'Het was haast niet te geloven. Ze zaten nu al te bakkeleien, nu al naar elkaar te happen.' Hun gekibbel raakt aan onbetrouwbare herinneringen en rakelt de onmin van vroeger op - net als toen spelen meisjes en messen de hoofdrol. Littekens jeuken, trauma's schrijnen, harten bonken. Een nieuwe verwijdering dient zich aan, tot Jimmy naar de noodrem grijpt en zijn broer meedeelt dat hij kanker heeft. Het gesprek stokt even en gaat vervolgens in overdrive. 'Ze dronken nog twee pinten, en nog twee, en daarna nog twee. Ze praatten en praatten maar. Ze praatten elkaar bij over alle ontbrekende jaren. Ze haalden de verloren tijd in, en ook de tijd die afliep.' Na sluitingstijd zetten de broers het gesprek verder aan de keukentafel van Danny. Tot aan de schrijnende ontknoping, waarin een verrassend pleidooi voor goede wil verscholen zit. De toon van Doyle in dit kleinood herinnert niet toevallig aan de geestige gevoeligheid van zijn met de Booker Prize bekroonde bestseller 'Paddy Clarke Ha Ha Ha'.
De eerste sluipende winterkou of de huiveringwekkende gedachte aan de nakende feestvreugde heeft misschien geholpen, maar mij heeft dit kerstverhaal over de cold turkey van het gemis kippenvel bezorgd. Ook al duurt 't amper een halve middernachtmis om 'Niet alleen voor Kerstmis' te lezen, ik kan me nauwelijks een alternatief voor een mooie Kerstavond voorstellen.