null Beeld

Review: Sheila Divine - Where Have My Countrymen Gone?

Jaren geleden plachten wij na schooltijd Oom Karel op te wachten als die na de ochtendshift naar huis wandelde. Altijd viel er wel een grapje los te weken, tot die ene keer dat hem net een nieuwe job was toegewezen, ergens aan het einde van de lopend...

Luc Anciaux

Jaren geleden plachten wij na schooltijd Oom Karel op te wachten als die na de ochtendshift naar huis wandelde. Altijd viel er wel een grapje los te weken, tot die ene keer dat hem net een nieuwe job was toegewezen, ergens aan het einde van de lopende band. Sound quality check executive zou het nu heten, maar het kwam erop neer dat afgewerkte deurbellen op hun gestandaardiseerde ding-dong dienden gecontroleerd. Een opborrelende traan wegknippend, de ogen onafgebroken op de veel te nabije horizon, viel er slechts dat ene zinnetje uit zijn mond: 'Ach jongen, het lijkt allemaal toch zo vreselijk erg op elkaar.'

Krek hetzelfde luidde de terechte kritiek, ook al unisono, op het debuut van The Sheila Divine. Maar, werd er even terecht aan toegevoegd, toch mocht 'New Parade' er wezen met zijn méér dan een handvol prima stuff van het type Man met Aambeien-gitaarrock: aan de ene kant veel ballen, aan de andere heel gevoelig.

Een geslaagd initiatief dus, dat gewoon wordt voortgezet op hun tweede cd, 'Where Have My Countrymen Gone'. Níét nieuw is dat het met nogal wat nummers gesteld is zoals met nitroglycerine-ampullen die per ongeluk in het Parkinson-paviljoen zijn uitgedeeld: vroeg of laat ontploffen ze. Als bewijsstukken leggen wij u graag de resterende flarden van 'Vanishing Act' en 'Countrymen' voor.

De refreinen worden al eens opengetrokken tot pompositeit dreigt, maar doorgaans wordt er net op tijd op de rem geduwd. Luister maar eens naar 'Spirits', een volkslied voor een natie die zo snel mogelijk moet worden uitgevonden; ook hier vind je die merkwaardige combinatie van triomf à la U2 ten tijde van 'October', en de tegenzin waarmee de stembanden van Aaron Perrino steevast hun klanken lijken te lossen.

Gelukkig zit er, om met Oom Karel te spreken, bij wijze van vernieuwing ook al eens een déng of een dàng tussen, zoals bijvoorbeeld op het door witte nevelen zwevende 'Antidote' of het volledig uitklapbare 'Wanting is Wasted', twee songs die ons doen denken aan Thom Yorke die een interim bij Coldplay voor zijn rekening neemt. Mooi. En verder is het pure ambiance geblazen met 'Every Year', 'Ostrich' en het Psychedelic Furs-achtige 'Sideways'; van die dingen waarop iedereen tegelijk uit de bol gaat, een beetje als tegen het sluitingsuur van het Atomium.

Kortom, 'Where Have My Countrymen Gone' is voor 'New Parade' wat Donald Duck zou kunnen zijn voor George W. Bush: een voortreffelijke opvolger.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234