Review: Shins - Oh, Inverted World
Er zijn vast een paar duizend redenen te bedenken om 'Oh, Inverted World' compleet links te laten liggen. Geen beats zou er één kunnen zijn. Of de opnamekwaliteit, die niet meteen het niveau van de gemiddelde Steely Dan-productie haalt. Of ...
Er zijn vast een paar duizend redenen te bedenken om 'Oh, Inverted World' compleet links te laten liggen. Geen beats zou er één kunnen zijn. Of de opnamekwaliteit, die niet meteen het niveau van de gemiddelde Steely Dan-productie haalt. Of dat blauwe hoesje dat vloekt met uw nieuwe coiffure. Hoe het ook zij: blijkbaar heeft elk van u afgelopen zomer minstens één afdoende reden gevonden, want hoewel The Shins met de release van hun debuutplaat behoorlijk wat stof deden opwaaien in de V.S., veinsde u collectief neusbloedingen, zonneslagen en beten van dikke harige spinnen. De plaat deed hier absoluut niets.
Toegegeven, wij lagen tijdens die hete augustusdagen ook liever languit in onze hangmat naar 'Oh, Inverted World' te luisteren, dan er een recensie over te schrijven. Wat viel er tenslotte te vertellen? Vier jongens uit Albuquerque, New Mexico, waren uit het niets opgedoken met een popplaat onder de arm, die ze grotendeels in hun kelder hadden opgenomen, en waarop ze psychedelische garage uit de sixties met folky indierock van nu lieten reageren tot frisse gitaarpop met veel hooks en harmonieën. Eén keer draaien en ons hoofd zat vol namen: Guided By Voices, Zombies, The La's, The Magnetic Fields, Beatles, Apples In Stereo, vroege Pink Floyd. 'Know Your Onion!' vonden we pure Kinks for now people, terwijl het mooie 'New Slang' - met die stoomtreinkadans en die trillende gitaarsolo's - een liedje van Elliott Smith had kunnen zijn. 'Oh, Inverted World' mocht dan wel een geweldige klankband bij de zomer van 2001 vormen, echt revolutionair was het toch allemaal niet.
En toch bleven we luisteren. Openingstrack 'Caring Is Creepy' intrigeerde ons: deed James Mercers stem nu aan XTC, The Cure of Modest Mouse denken? Moeilijk te zeggen, en in track 2 klonk hij alweer helemaal anders. Bovendien bleek 'Oh, Inverted World' toch niet zo doordeweeks zonnig als we eerst gedacht hadden: in Mercers teksten zitten meer hoofrollen voor 'shut out, pimpled and angry' jongens en achterbakse meisjes met lippen als 'a mountain range on fire', dan voor surfboards, blauwe luchten en gebronsde vakantielieven. De band verricht ook kleine mirakels met strategisch aangewende, zorgvuldig afgemeten doses banjo, xylofoon, Casio-keyboards en geluidseffectjes: in het magnifieke, niet eens twee minuten durende 'Weird Divide' hebben The Shins genoeg aan hun stemmen, een akoestische gitaar en een ritmetrack die exact klinkt als de sprinkler op het gazon van je ouders, om heel even de Beach Boys van 'Pet Sounds' het vuur aan de schenen te leggen.
Het is intussen november en we draaien 'Oh, Inverted World' nog steeds zowat elke dag. De elf songs die aanvankelijk zo vertrouwd klonken, worden met elke beluistering ongrijpbaarder en klinken elke keer meer als The Shins, en dus steeds beter. Benieuwd waar dat gaat eindigen.