Review: South San Gabriel - The Carlton Chronicles: Not until the Operation's Through
De nieuwe South San Gabriel gaat van a tot z over een kat. Erger nog: Carlton (zo heet het beest) is negen nummers en krap vijftig minuten lang zélf aan het woord. Gehinnik op alle banken, tot blijkt dat Carlton de kat meer dan één men...
De nieuwe South San Gabriel gaat van a tot z over een kat. Erger nog: Carlton (zo heet het beest) is negen nummers en krap vijftig minuten lang zélf aan het woord. Gehinnik op alle banken, tot blijkt dat Carlton de kat meer dan één menselijk trekje vertoont: Will Johnson, frontman van SSG én Centro-Matic én soloartiest (dat verhaal is intussen genoegzaam bekend), loodst de toehoorders van deze rockopera (ja!) door de odyssee van een huisdier, en confronteert ze gaandeweg op de grote en kleine kantjes die ze met de hoofdrolspeler delen. Drummer en vaste geluidsman Matt Pence heeft, erg knap, elk nummer voorzien van een andere klankkleur, die de gemoedstoestand van Carlton ook zonder tekst haarfijn weergeeft. Het eindresultaat houdt het midden tussen de fabels van La Fontaine, 'Greendale' van Neil Young, het beste van Smog en Sparklehorse (al mogen die vergelijkingen stilaan wegvallen) en uiteraard de zielenroerselen van Johnson zelf, die zich hier zowel als tekstschrijver, componist en zanger overtreft.
Eén advies: maak er tijd voor. Wie tijdens het luisteren nodig moet strijken, homebanken of autorijden, zal veel missen: het verhaal (al blijft de plaat ook zonder kaarsrecht overeind), maar net zo goed de nauwelijks hoorbare banjo's en mandolines, de gefluisterde tweede stem, de zorg waarmee de drums op band zijn gezet. In 'Charred Resentment the Same' richt Carlton zich tot een mus zoals een hard werkende burger tot een onbekommerd globetrottende, fluitend vaders rekening plunderende kennis, met een mengeling van minachting en onverholen afgunst: 'You in the air with your fluff and stink / I think I want nothing more'. Genoegdoening volgt in het prachtige, plechtstatige 'Predatory King Today', als de mus lunch wordt: 'It's so nice to be the Predatory King Today!'
Tijdgebrek en een fronsende hoofdredacteur nopen ons hier af te ronden, dus snel: 'The Dark of Garage' klinkt heel erg als Smog van tien jaar geleden; 'This Rookie Runs' verklankt griezelig perfect de mix van angst en bravoure die wij ons herinneren van ons eerste Groot Kamp; 'I Feel to Young to Die' is tegelijk het meest sobere (banjo & akoestische gitaar) en minst trage nummer van de plaat; en in de poppy, berustende afsluiter 'Sicknessing' ligt onze held weer te snorren voor de kachel, zich wentelend in een milde midlife-crisis. De nieuwe South San Gabriel is van a tot z een meesterwerk. Over een kat.