Review: Sufjan Stevens - Seven Swans
Nauwelijks zes maanden na zijn doorbraakplaat 'Michigan' is de mist van speculaties rond Sufjan Stevens alleen maar dikker geworden. De singer-songwriter-met-de-rare-voornaam zou te vondeling gelegd zijn in een melkkrat (niet waar), in zijn vrije tij...
Nauwelijks zes maanden na zijn doorbraakplaat 'Michigan' is de mist van speculaties rond Sufjan Stevens alleen maar dikker geworden. De singer-songwriter-met-de-rare-voornaam zou te vondeling gelegd zijn in een melkkrat (niet waar), in zijn vrije tijd blinden leren breien (waar) en op het podium bijgestaan worden door de Michigan Militia, een twaalfkoppig koor en orkest in padvindersuniform (voorlopig nog onbevestigd). Eén ding is zeker: hij houdt zich voorlopig niet aan zijn eigen, ambitieuze plan aan elke staat van de VS een cd te wijden: 'Seven Swans' is een hyperpersoonlijke plaat over liefde, familie, vriendschap en - vooral - God.
In 'The Dress Looks Nice on You' stelt hij nog gauw even een nieuwe norm voor liefdesliedjes (kan men meer to the point zijn dan 'I can see a lot of life in you / I can see a lot of bright in you / And I think the dress looks nice on you'?); in 'Size Too Small' is Stevens een huwelijksgetuige in een te krap pak, en in het Flannery O'Connor-verhaal 'A Good Man Is Hard to Find' is hij een moordenaar. Maar in alle andere nummers gaat het dus over Sufjan & God. En of hij nu de beproeving van 'Abraham' navertelt (zoals Leonard Cohen dat eerder deed in 'Story of Isaac'), zich verliest in koortsdromen over draken en heksen ('In the Devil's Territory'), even ontroerend als dubbelzinnig zijn trouw aan zijn Heer bezingt ('To Be Alone with You') of het relaas doet van een close encounter met de Goede Vader ('He Woke Me Up Again'), nergens klinkt hij prekerig of heb je de indruk dat hij je zieltje wil scoren. Anders had hij de griezelig indrukwekkende titelsong, een visioen over het einde der tijden dat eindigt in algehele chaos ('He will take you / If you run / He will chase you / 'Cause He is the Lord'), nooit op de plaat gezet: wij zijn na beluistering altijd weer blij om te zien dat onze gordijnen niét doormidden gescheurd zijn.
Op 'Seven Swans' heeft Stevens de weelderige arrangementen van 'Michigan' vrijwel geheel achterwege gelaten: hij beperkt zich tot akoestische gitaar, banjo, zijn eigen fluisterzang, backing-vocals van de helft van de Danielson Famile en een occasioneel orgeltje. 'Abraham' is niet meer dan een zanglijn over een weglekkende gitaar; het ingehouden, aan Elliot Smiths 'Either/Or' herinnerende 'To Be Alone with You' bevat geen noot, geen woord, geen zucht te veel; en het nagenoeg perfecte 'We Won't Need Legs to Stand' klinkt als Badly Drawn Boy na twee weken totale afzondering met niets dan een banjo en een gitaar als gezelschap en een hotelbijbel als inspiratie.
'Seven Swans' bevestigt - zie ook believers als Low, Stuart Murdoch van Belle & Sebastian, Woven Hand, Kanye West en een hele stoet R&B-sterretjes - dat niet de duivel, maar God tegenwoordig over de beste tunes beschikt. En aangezien Sufjan Stevens momenteel druk in de weer is met odes aan de staten Illinois, Rhode Island en Oregon, zal dat nog wel een tijdje zo blijven ook. Lucky us.