Review: Terence Trent D'Arby - Introducing the Hardline According To...
Rap, scratch, hip-hop: geboren om te worden weggeworpen. Zij zijn op de belt ontstaan en tot de belt zullen zij wederkeren. Ik heb geen zin om door de business opgeklopte vullis als goudstof te erkennen en ik wil songs, stemmen en soul in de dansmuzi...
Rap, scratch, hip-hop: geboren om te worden weggeworpen. Zij zijn op de belt ontstaan en tot de belt zullen zij wederkeren. Ik heb geen zin om door de business opgeklopte vullis als goudstof te erkennen en ik wil songs, stemmen en soul in de dansmuziek. Van Prince kan ik het allemaal in gulle hoeveelheden krijgen, maar voor de rest zijn er te weinig eigentijdse zwarte zangers van enige betekenis. Ofwel laten ze hun soul tot levenloze electronica verwerken, ofwel hebben ze helemaal geen soul: geen mens kan met zekerheid zeggen wat het is, maar toch eis ik het van mijn beste vrienden: het is het hart op de tong, een diepere waarheid die als een innerlijke springvloed komt aanzetten. Soul is aangeboren en kan niet gesampled worden. Ik hoor en voel het bij Ray Charles, Otis Redding, James Brown, Sam Cooke, talloze Womacks, Sly Stone, Aretha Franklin. En nu ook, geheel onverwachts, bij de wonderjongen Terence Trent d'Arby. Een voortreffelijke zanger die zijn debuutelpee liet voorafgaan door twee veelbelovende singles: 'If you let me stay' en het heerlijke 'Wishing Well'. D'Arby is behoorlijk gezegend: hij beschikt over de wellustig opgehikte grom van James Brown, de warm vloeiende zangerigheid van Stevie Wonder en het vermogen tot romantisch duizelen van Smokey Robinson. Als je over zo'n stem beschikt is het logisch dat je ze wilt laten schitteren. Dat probeert d'Arby in het a capella-nummer 'As Yet Untitled': het begint aangrijpend, maar sleept te lang aan. Bij gebrek aan een climax ontstaat dan verveling. Ook in "Rain", niet veel meer dan een halve groove en de tamelijk kleffe ballad "Sign Your Name" kan d'Arby's stem niet alles redden. Eigenlijk zonde dat ze af en toe met een zwakke song wordt opgezadeld.
Maar er valt ook veel goeds over deze elpee te melden: "If you all get to heaven" en "Seven more days" zijn bezwerende, gloedvolle brokken muziek op de grens tussen blues en soul. De rinkelingen.en finesses van Paisley Park-arrangementen zaten al in "Wishing Well", maar je hoort ze nog duidelijker in "Dance little sister", waarin ook een deeltje van de James Brown-erfenis is opgeslagen. In "I'll never turn my back on you (Father's words)", over het aloude gewring tussen vaders en zonen, legt d'Arby moeiteloos en volkomen natuurlijk de afstand tussen James Brown en Smokey Robinson af. De elpee wordt meesterlijk afgesloten met een zeer gevoelige, bijna schorre versie van Robinsons "Who's loving you".
"Introducing the hardline according to" is een ernstig te nemen ouverture.