Review: The Brothers Grimm
Uiteraard kon Terry Gilliam er zelf niets aan doen dat de opnamen van zijn vorige film 'The Man Who Killed Don Quichote' - letterlijk - in het water vielen. Je kunt het hém niet kwalijk nemen dat zijn hoofdacteur last kreeg van een gezwollen pro...
Uiteraard kon Terry Gilliam er zelf niets aan doen dat de opnamen van zijn vorige film 'The Man Who Killed Don Quichote' - letterlijk - in het water vielen. Je kunt het hém niet kwalijk nemen dat zijn hoofdacteur last kreeg van een gezwollen prostaat, dat overvliegende straaljagers de geluidsband naar de knoppen hielpen, en dat een tsoenami zijn set wegspoelde (zie de nu al legendarische making of 'Lost in La Mancha'). En toch lijkt Gilliam dat soort rampspoed op één of andere manier over zichzelf af te roepen - alsof elke poging die hij onderneemt om een film te maken wel móét eindigen in een wanhopig gevecht met de studio, de geldschieters, de elementen en met zichzelf (herinner u de perikelen rond 'Brazil' en de uit zijn voegen gebarsten monsterproductie 'The Adventures of Baron Munchhausen'). Het is niet anders met 'The Brothers Grimm', een film die, zoals de meeste films van Gilliam, een half-briljante, half-gerateerde indruk maakt. Ja, Matt Damon en Heath Ledger zijn geweldig op dreef als twee in het negentiende-eeuwse Duitsland rondreizende oplichters die zich voordoen als ghostbusters en ineens te maken krijgen met de échte Koningin van Onderland. En sommige tableaus - die witte merrie die dwars door het gebladerte valt! - bewijzen dat Gilliam, samen met Tim Burton, nog steeds één van Hollywoods grootste fantasten is. Maar de speciale effecten lijken wel afkomstig uit één of andere digitale tweedehandswinkel (die weerwolf!), de plot verloopt even chaotisch als Gilliams gedachtestromen, en ook het knipwerk van Harvey 'Scissorhands' Weinstein (die onderweg ook de cameraman de laan uitstuurde) heeft zichtbaar sporen nagelaten. Gek genoeg zijn het de imperfecties die 'The Brothers Grimm' zo aandoenlijk en charmant helpen maken: je próéft het plezier van de dromer die all the way wou gaan en een grotesk, door rondschuifelende bomen en peperkoeken mannetjes bewoond sprookjesbos op het scherm wou toveren, en tegelijk zie je heel goed de technologische en logistieke beperkingen waartegen zijn hersenspinsels te pletter zijn gelopen. Gilliam is en blijft een tot helse uitputtingsoorlogen gedoemde chaoot die meer in het stof bijt dan dat hij van het hemelse manna mag proeven. Juist daarom houden we zoveel van hem, én van 'The Brothers Grimm'.