Review: The Dukes of Hazzard
Nee, wij zijn nooit echt gek geweest op de televisieserie 'The Dukes of Hazzard': wij zaten in het begin van de jaren tachtig liever met ons hoofd tussen de sterren ('Battlestar Galactica'! 'Kapitein Flam'! 'Blake's Seven'!) dan met de voet op het ga...
Nee, wij zijn nooit echt gek geweest op de televisieserie 'The Dukes of Hazzard': wij zaten in het begin van de jaren tachtig liever met ons hoofd tussen de sterren ('Battlestar Galactica'! 'Kapitein Flam'! 'Blake's Seven'!) dan met de voet op het gaspedaal. Een blij weerzien zouden we deze filmbewerking dan ook niet durven te noemen: in tegenstelling tot Apollo, Starbuck en Commandant Adama zijn Bo, Luke, Uncle Jesse, Boss Hogg, Enos en Roscoe nooit echt vrienden geworden (die Daisy daarentegen! Woe-ie!). Wij willen er trouwens onze oude fiets om verwedden dat ook de fans van het eerste uur deze van achterlijke nonsens overlopende film een onwaarschijnlijk piece of shit zullen vinden, tenzij ú zich kunt amuseren met twee irritante acteurs - Johnny Knoxville en Sean William Scott - die anderhalf uur lang niets anders over hun lippen krijgen dan 'Yeeeeeeee-Haaaaaawww!'; met een roodwitte Dodge Charger die onophoudelijk tututoetoe-tututoetoe-tututoetoetoe toetert; met een sheriff die, wanneer hij de Dukes weer eens in een stofwolk ziet verdwijnen, z'n hoedje woedend in het slijk smijt; en met een redneck die rondloopt met een overleden stinkdier op z'n kruin. Yeeeeeeee-Haaaaawww! Humor?