Review: The Strypes op Rock Werchter 2014
Smerig waren ze, The Strypes. Maar tandpasta is ook smerig, natuurlijk.
The Strypes - de package deal van Arctic Monkeys - - en u? - - ik weet het, ik ook niet - waren nog niet geboren toen Kurt Cobain besloot dat het goed was geweest met gitaarrock. Piepjong, quoi, maar toch geboren met de gitaar in de kop - en al voorzien van vuile manieren. Als daar zijn: The Barn openen, maar uit je ogen kijken alsof je een Main Stage-baas bent. Mondharmonica spelen, gewoon omdat het kan. Chewing gum kauwen tijdens het gitaarspelen. Een Mick Jagger-mondje hebben (ik heb je wel gezien, Ross Farrelly). Een song hebben die 'Angel Eyes' heet. Heel erg denken dat je The Who bent. Ach, laat me maar met m'n afgunst: The Strypes neuken op één Werchterdag meer dan ik in een semester. Ellie Goulding, watch your back!
Ze willen de romantiek van Echo and the The Bunnymen, de attitude van Black Rebel Motorcycle Club, het hoofdaandeelhouderschap van Ray-Ban. Flink is dat, lovenswaardig zelfs, maar ondertussen klonken ze wel zo retro dat ze de soundtrack hadden kunnen leveren bij de laatste kampioenstitel van Club Brugge. Of bij het spekbuikje van Bart De Wever. Ja, zó retro klonken ze dat ze Etienne Vermeersch zouden kunnen aanspreken met 'Weet je nog...?'
Aardig groepje, hoor, met lekker sporende songs, en het siert die knullen dat ze rock-'n-roll verkiezen boven Latijn-wetenschappen. Maar een beetje wiskundige weet: er gaat veel meer dan dertien in een dozijn.
Het moment
De galopperende gitaren in 'You Can't Judge a Book By The Cover' (Bo Diddley!) - waarheid als een flink vetgemeste koe, trouwens, weet ik sinds 'Tiny en de regels'. Ook fijn: de Ramonesachtige opwinding van 'Heart of the City' (Nick Lowe!).
Het publiek
Zette het op een charmant okselvijveren, en moshte zich in de finale zelfs een gebroken middenvoetsbeentje.
Tweet