Review: Umberto Eco - De geschiedenis van de schoonheid
Van gevierd auteur, hoogleraar en bon vivant Umberto Eco ligt een paar maanden na de ontgoochelende roman 'De mysterieuze roman van koningin Loana' alweer een nieuwe turf in onze overbevolkte boekhandels. 'De geschiedenis van de schoonheid' (Bert Bak...
Van gevierd auteur, hoogleraar en bon vivant Umberto Eco ligt een paar maanden na de ontgoochelende roman 'De mysterieuze roman van koningin Loana' alweer een nieuwe turf in onze overbevolkte boekhandels. 'De geschiedenis van de schoonheid' (Bert Bakker) is nu eens geen postmoderne fabel of semiotisch tractaat, maar een aanwinst voor de betere salontafel: een geleerd maar vooral weelderig geïllustreerd plaatjesboek over wat de westerse mens allemaal ooit mooi heeft gevonden en waarom.
In dit boek speelt Eco opnieuw en zonder moeite de rol van de erudiete leraar-verteller. Hij slaagt erin de sublieme schilderijen van Caspar David Friedrich van context te voorzien met didactische citaten van Aristoteles of David Hume zonder daarbij in onbegrijpelijk gezwam te verzanden - al gaat het allemaal soms wel erg snel. Friedrichs werk wordt daarbij overigens, net als de meeste andere meesterwerken, voor de verandering eens niet in een verrassende context geplaatst: hij illustreert het schoonheidsideaal van 'het sublieme', terwijl reproducties van Brueghel en Bosch korte teksten over 'de schoonheid van monsters' flankeren.
Eco (en coauteur Girolamo de Michele) spreken het dionysische (chaos) en het apollinische (orde) in ons aan, op pagina vijftien staat er al een vamp uit de Pirelli-kalender en nog geen dertig pagina's verder is er een kort intermezzo over de relatieve onvertaalbaarheid van het Griekse woord voor 'mooi' (to kalòn is 'dat wat behaagt'). Bij de 15de-eeuwse schilder Botticelli staat een stukje afgedrukt van de neo-Platonist Plotinus over 'bovenzintuiglijke schoonheid' en de erotische tekeningen van Aubrey Beardsley vinden echo's bij verwante auteurs als Baudelaire, Huysmans en Wilde. Het moge duidelijk zijn dat dit boek uw cursus esthetica niet zal vervangen, maar enige aha-erlebnissen en/of artistieke ontdekkingen vallen helemaal niet uit te sluiten.
Bij momenten wordt het overzicht wel erg klassiek en voor lezers die al eens een museum binnenstappen - het gebeurt in de beste families - zullen sommige verhaaltjes net iets te bekend zijn. Dat Eco bij zijn inleidende tijdsbalken de 'naakte adonis' laat beginnen bij een Griekse kouros en doet uitmonden bij Marlon Brando in 'Julius Caesar' en Arnold Schwarzenegger in 'Commando' doet daar weinig van af. Maar niets laat vermoeden dat dit esthetisch fotoboek de pretentie zou hebben om meer te zijn dan dat: een verzameling van - letterlijk - schitterende afbeeldingen van het beste van wat vooral plastische kunstenaars in de laatste vijfentwintig eeuwen hebben bijeengeknutseld. De bijpassende fragmenten uit de antieke, mystieke, verlichte of decadente literatuur krijgt u er zomaar bij: u hoeft niet eens op een link te klikken.