Review: Yeasayer - Fragrant World
Brooklyn ontwaakt. Anderhalve maand geleden bracht Dirty Projectors ‘Swing Lo Magellan’ uit, eind deze zomer wordt ‘Shields’ van Grizzly Bear verwacht en tussendoor is er nu Yeasayer met 'Fragrant World', hun derde.
Eén luisterbeurt leert dat Chris Keating, Ira Wolf Tuton en Anand Wilder nog altijd beseffen dat ze niemand – fans, designbladen, platenlabel – iets verplicht zijn, en dat ze het ménen als ze zeggen dat ze hun creativiteit 'door niets of niemand laten inperken’.
Twee jaar nadat ‘Odd Blood’ een deel van de fans van debuut ‘All Hour Cymbals’ ietwat verweesd heeft achtergelaten, bevinden ze zich opnieuw een paar stations verder.
‘Fragrant World’ blinkt uit in koude, onherbergzame, pulserende soundscapes, maar combineert dat met een zwak voor de suburbia-hits van Psychedelic Furs die hun zusters konden meefluiten.
Dat maakt van Yeasayer een popgroep, en geen studiebureau in keyboardexperiment. Zelf omschrijven ze ‘Fragrant World’ als een Aaliyah-plaat, maar dan ‘achterstevoren en op halve snelheid afgespeeld'. Z
e bedoelen: Yeasayer is de zoveelste indiegroep die R&B-invloeden kaapt om hun songs vaart te geven. Gevolg is dat de plaat – hoewel tot de rand gevuld met rafelige weerhaken, onbestemde achtergrondgeluiden en bruuske tempowisselingen – opvallend slick klinkt.
‘No Bones’ is het typevoorbeeld én – net als ‘Blue Paper’ en single ‘Henrietta’ – één van de hoogtepunten. Eén Amerikaanse recensente vergeleek ‘Longevity’ met Justin Timberlakes ‘Cry Me a River’. Ze had een punt, maar Yeasayer wint.
Wie zijn maag ineen voelt krimpen: de tribaldrums zijn er ook nog, er zijn sporen van industrial, elektrofunk, beklemmende Boards of Canada-beats, en eigenlijk alles waarbij gitaren niet levensnoodzakelijk zijn.
‘Demon Road’ komt van bij de eerste beluistering bekend voor, ook al lukt het je niet om er de vinger op te leggen - een achteloze déjà entendu. ‘Reagan’s Skeleton’ komt ons ook bekend voor, maar om andere redenen: turf de gelijkenissen met ‘Sweet Harmony’, de freakhit van The Beloved uit 1993, en bedenk dat alleen de saxsolo ontbreekt, en de bijbehorende clip met naaktmodellen. En wéér staat Yeasayer aan de goeie kant van de vergelijking.
Zestien keer beluisterd, en stilaan wordt duidelijk dat ze een overweldigende plaat hebben afgeleverd. Eén met bijtende teksten: ‘Reagan’s Skeleton’ klaagt aan dat Amerika’s veertigste president nu door neocons onterecht weer op een piëdestal wordt gezet; en ‘Folk Hero Shtick’ (met hypnotiserende zanglijnen die vanuit een kruipkelder lijken te komen) mikt met scherp op charlatans die muziek maken om foute redenen: ‘Please, pack it in.’
‘Fragrant World’ klinkt futuristisch en nostalgisch tegelijk. Catchy én veelgelaagd. Het vergt wat tijd om het nieuwe geluid te verteren, maar het loont: plots lijkt het alsof iemand in een donkere kamer het licht aanknipt.
Als het klopt dat de derde cd van een jonge groep de moeilijkste is – het nieuwe is eraf, de hype is overgewaaid, de criticasters slijpen de messen – dan zit voor Yeasayer het grootste werk erop.
undefined