Review: Young Fathers op Pukkelpop 2014 (Castello)
Gek.
Zaken waar een Young Fathers-optreden aan doet denken:
1) Dreigementen in een donkere steeg: tijdens ‘War’ werden de (voor de gelegenheid vier) Young Fathers vergezeld van een zangeres die werd aangekondigd met een kil uitgesproken ‘This... is my sister’. Het klonk als een waarschuwing: ‘Eén geile blik in haar richting en uw kloten eraf.’ Geweldige zangeres, trouwens. Kippenvel vanaf de eerste seconde. Beste song van het hele optreden, ook.
2) Mitrailleursalvo’s. Bij ‘No Way’ bijvoorbeeld, dat niet toevallig de zin ‘AK47 / Take my brethren / Straight to heaven’ bevat. Bam-bam-bam-bam-bam-bam-BAM. Young Fathers op hun indrukwekkendst: als ze hun beats persoonlijk in je oren komen duwen met een mojito-stamper.
3) Barbershoptrio’s, wanneer Hastings, Bankole en Massaquoi knus rond één micro stonden te zingen en rappen.
4) Eighties-MTV-clips. Op basis van de muziek en de geruchten verwacht je een heel wilde en ontregelde show, drie zotten die zich uitzinnig de longen uit het lijf rappen. In werkelijkheid was de show vandaag bijna gechoreografeerd te noemen, met rookmachines, flanellen hemden en geroutineerd positiespel. Het deed – toch op dat vlak – bijna denken aan Stromae: een compleet voorbereide en drie keer per week gerepeteerde podiumshow brengen (elk stapje had zijn eigen spreadsheet) maar toch twintig keer meer impact hebben dan een zogezegd spontaan optreden. Ook bij Young Fathers: het wérkt.
Young Fathers was visueel en qua podiumpresence trouwens het tegenovergestelde van Larry Gus, de Griek die net ervoor in de Castello stond (en toen overigens ook al goed was) en van spierspasmes en awkward bewegen een handelsmerk heeft gemaakt. Beste bindtekst van Gus: ‘Toen ik een paar dagen geleden in België aankwam, was ik blij dat het weer niet zo goed was. In Griekenland is het veel te warm. Warm is niet fijn: iedereen die net als ik moddervet en harig is weet wat ik bedoel.’
5) De hard-zacht-opbouw die de Pixies en de Smashing Pumpkins ons destijds leerden kennen, maar dan zonder gitaren en perfect vertaald naar het hiér en het nú. De Ferrero Rocher-sound: krokant vanbuiten maar smeuïg en romig vanbinnen. Eigenlijk draait de hele sound van Young Fathers op het bij elkaar brengen van tegenstellingen: snoeihard en zacht; luid en doodstil; van den aap zijn gat geblazen hiphop en r’n’b en triphop en crooning en punk; hondsbrutaal en melig (mantragewijs herhaalde zinnetjes als ‘Looking for love’, met veel boter erop). Soms vergaten Young Fathers hun krokante omhulsel en werd het net iets té smeuïg.
6) Collages. TV on the Radio. Massive Attack. Killer Mike. Pharoahe Monch. Ka. Evian Christ. The KLF. Shabazz Palaces.
7) Aangename verrassingen. Een topsong als ‘Low’ begint heel luchtig, bijna angeliek, maar de fun start wanneer je rond de tweede minuut plots een blok beton op de kop krijgt: een drop zo hard dat je je evenwicht verliest. Not miss.
Het moment
De songs die er bovenuit staken waren duidelijk ‘War’ en ‘Low’. En het feestje bij single ‘Get Up’.