Revue Lanoye: 'Dreyfus of drollenvanger?'
Paranoia is een prima partydrug, het best genoten in het gezelschap van opgewonden gelijkgestemden.
Who the hell is Karl Drabbe? Net als u had ik er tot vorige week geen idéé van. En indien de goden van de geestelijke gezondheid ons welgezind zijn, zal Drabbe tegen volgende maand alweer uit ons geheugen zijn weggeëbd. In de tussentijd staat de brave man, die plots alom bewierookt wordt als een redactioneel genie en een ontroerend geschikte peer, centraal in een affairette die – al naargelang de observator – bestempeld wordt als ofwel ‘het 11 september van het Vlaamse boekenvak’, ofwel ‘een milde bries in een borrelglaasje spuug’.
Die dubbele inschatting is het enige interessante aan een zaak die, na een dagenlang opbod van collectieve hysterie en emotionele chantage, steeds meer begint te lijken op een ordinair ontslag, zoals er helaas wekelijks duizenden te betreuren vallen. Zij het met minder deining en manipulatie.
A SHOT OF SHIT
Graag zou ik u thans vervelen met een opsomming van alle feiten, maar ze blijven nog altijd te veel omgeven door ‘mitsen’ en ‘misschiens’, en ze worden sinds kort ook verstoord door ‘woord tegen woord’. Een fenomeen dat wel vaker optreedt bij vechtscheidingen, na jaren van hartelijke samenzang.
Dit weinige staat wél vast. Drabbe was jarenlang acquirerend redacteur bij uitgeverij Pelckmans uit Kalmthout, die in het verzuilde Vlaanderen van niet eens zo lang geleden een conservatief-katholiek imago bezat. In zijn vrije uren speelde Drabbe ook lange tijd eindredacteur voor de site doorbraak.be, die in het moderne België pronkt met een pur et dur flamingantisch cachet. Je zult er geen instemmend interview aantreffen met Daan, Marc Eyskens, Elio Di Rupo of een lid van het koningshuis.
undefined
'Misschien heeft Pelckmans na zeventien jaar domweg mot gekregen met Malle Drabbe'
Voor mij geen probleem. Ik gun ieder zijn obsessies. Uitgever Pelckmans had er wél problemen mee. Hij vroeg redacteur Drabbe om zijn activiteiten voor Doorbraak te milderen. Waarom? Misschien was hij als uitgever beducht voor een al te duidelijke band met slechts één club die behoorlijk monomaan naar de werkelijkheid staart. Terwijl hij net een veel ruimer publiek op het oog had. Of misschien vreesde Pelckmans dat redacteur Drabbe meer tijd zou verspelen aan Doorbraak-teksten dan aan Pelckmans-boeken. Wat gezien de kwaliteit van de meeste Doorbraak-teksten niet eens zo’n gekke vrees zou zijn.
De kwaliteit van de meeste Pelckmans-boeken ligt trouwens niet zichtbaar hoger. Wat de vraag doet rijzen of Karl Drabbe wel zo’n goede redacteur is in the first place, en of hij niet gewoon veel eerder de zak had moeten krijgen. Shit happens! Zeker in het boekenvak, een bedreigde sector zoals zo vele andere. Aanpassen en besparen vormen ook daar unisono de ondernemersboodschap.
BRAND GESTICHT, TAAK VERRICHT
De hysterie begon – hoe kan het ook anders, in deze tijden van gehaaste zelfenscenering? – met een tweet. Een woord waarvan het schriftbeeld niet toevallig rijmt op ‘scheet’. De ruft van dienst werd met kracht gelost door senior Knack-journalist Walter Pauli. ‘Even uit Twitterverlof wegens URGENT: uitgeverij Peckmans (sic, red.) heeft @KarlDrabbe ontslagen. Naar verluidt om zijn Vlaams-nationale overtuiging!’ Meteen daarna trok Pauli op rustvakantie. Kennelijk zeer verdiend, maar helaas zonder verdere info te verschaffen over dat stellige ‘naar verluidt’.
Of nee, excuus! Pauli pleegde nog twee ‘twexits’. ‘Drabbe is uitstekend uitgever. Zette uitgeverij Pelckmans/Polis op kaart. Maar Vlaamse overtuiging zou ‘imago’ schaden. #zumkotzen’ Vervolgens: ‘Heb Drabbe leren kennen als uitgever: hij is verdomd goed in zijn vak en dat helpt. Gecultiveerde man ook, dat helpt.’
Pauli’s winden gingen viraal en werden ongecheckt opgesnoven door diverse nieuwssites. Die van De Morgen op kop. ‘#Shame!’ klonk het daar uit meerdere monden. Shame indeed. Zich overhaast en ongefundeerd in gekke bochten kronkelen? Dag na dag? Om toch maar niet politiek correct te worden genoemd? Zo ziet de nieuwste politieke correctheid er blijkbaar uit.
In Knack, het blad waarvoor Pauli zelf geregeld redactionele stukken schrijft, werd Drabbes ontslag maar één enkele korte, droge vermelding waardig geacht. Ook de meeste andere printpublicaties brachten het bericht en sourdine. Er heerste voelbaar deontologische gêne om een overwerkte collega die reeds opinieerde vóór hij informeerde, aangaande een duidelijk uit de biecht klappende goede kennis die hij naar eigen zeggen ook nog ’ns zeer bewonderde. Goddank was Pauli op verlof vertrokken alvorens hij verplicht zou zijn te informeren over een heksenjacht die hij zelf had aangejaagd.
Hij liet weliswaar een roedel digitale collega’s achter die in zijn tweets het alibi vonden om zélf niet meer op feitenjacht te hoeven gaan. ‘Brand gesticht, taak verricht!’ Zo werd de rel een week na dato cynisch samengevat en afgebrand, op de site van alweer Knack zelf. Door Leo Neels. Docent mediarecht aan twee universiteiten, ex-voorzitter van de raad van bestuur van persagentschap Belga, huidig voorzitter van de Advisory Board van de Vlerick Business School en huidig algemeen directeur van de denktank Itinera. Niet echt een karakteristiek lid van de linkse falanx van onze samenleving.
MEGALOPOLIS
Neels’ analyse zal echter geen zak verschil uitmaken. In het parallelle universum genaamd ‘sociale media’, alsook in de gesloten afdeling genaamd ‘de Vlaamse beweging’, was het ontslag van Drabbe van meet af aan geen particuliere kwestie. Ze groeide direct uit tot een bizar gretig onthaalde nederlaag van de godganse flamingantische kerkfabriek. Een welkome kaakslag die haar – eindelijk, andermaal! – het morele recht moet verlenen om zelf nog harder te kunnen fulmineren tegen de eigen favoriete windmolens en ingebeelde demonen. Paranoia is een prima partydrug, het best genoten in het gezelschap van opgewonden gelijkgestemden.
Sinds de vorige verkiezingen nemen de traditionele flaminganten deel aan de macht op nagenoeg alle niveaus, met een overwicht en een geur van pluche en wierook waaraan ze blijkbaar zelf nog het meest moeten wennen. Vooral omdat het omkaderende verguldsel onmiskenbaar Belgisch is gebleven. Wie als flamingant het afgelopen jaar in die klatergouden spiegel keek, zag het aangezicht blinken van een gloednieuw establishment dat er – alleen al op het vlak van politieke benoemingen – verdacht veel uitzag als het gezicht van het oude establishment.
Dat is schrikken. Dat stemt onbehaaglijk. Dat moet bestreden worden. Met een bitterzoete juichkreet werd het ontslag van Drabbe dan ook ingehaald als het bewijs van herwonnen rebelsheid. Ook al werd dat ontslag gegeven door een uitgeverij die decennialang te boek stond als bevriend terrein.
De afkeer werd des te ferventer gespuid, in een uitverkoop van uitroeptekens. ‘Vlaamsvoelend zijn is blijkbaar nog steeds imago-bezoedelend!’ ‘Wie Vlaamsgezind durft te zijn, krijgt nog altijd de dood met de kogel!’ ‘Broodroof!’ ‘Drabbe: onverdoofd geslacht vanwege zijn overtuiging!’
Ook Peter De Roover, penningmeester van de N-VA, is zo’n oproerling met een partijkaart en een behoorlijke verloning door de Belgische staat. Ook hij is een vriend van Drabbe en een medewerker van Doorbraak. ‘Politieke correctheid dood? Niet in het boekenbedrijf!’ Zo luidde de kop van zijn gulzig-woedende opiniestuk in, alweer, De Morgen. Gek genoeg somde De Roover meteen een serie Drabbe-steunbetuigers op, die in kringen der Pallieterkes gebrandmerkt staan als koorleden van de politiek extreem correcte kerk. Van Dyab Abou Jahjah tot Dave Sinardet.
Zelfs Vlaams minister-president Geert Bourgeois liet zich, tijdens een radio-interview over wereldproblemen, verleiden tot een reactie van het gehalte ‘Als mijn nonkel tieten had, dan zou hij weleens mijn tante kunnen zijn’. Hij begon nog met: ‘Ik heb natuurlijk geen inkijk in de effectieve redenen van Drabbes ontslag.’ Om te besluiten met: ‘Maar als dit waar is? Dan is dat een schandvlek voor die uitgeverij en anno nu totaal ondenkbaar.’ Míj lijkt het, anno nu, vooral ondenkbaar dat een regeringsleider één ondernemer kapittelt om één ontslag, terwijl hij in één adem toegeeft de effectieve redenen niet te kennen.
Uiteraard spande Bart De Wever, mijn burgemeester in bijberoep, de kroon. Op zijn oordeel over orthodox-joodse slachtrituelen is het nog eventjes wachten. Dit wilde hij wél al kwijt. Als hij dezer dagen een nieuw boek klaar mocht hebben – quod non – dan zou hij zijn relatie met zijn vaste uitgever Pelckmans herzien. Daarmee trapte De Wever, paradoxaal genoeg, de bodem uit een sowieso lege doos. Zijn reactie bewijst dat een auteur bij het kiezen van een uitgever wel degelijk rekening mag houden met diens handel en wandel.
Want dat was uiteindelijk de aantijging. De echte schandvlek heet Harold Polis, een nieuw aangetrokken uitgever náást Drabbe. Hij zou van sommige aspirant-auteurs te horen hebben gekregen dat het imago van Pelckmans hun nog altijd niet beviel. Of dat ze bezwaren hadden tegen sommige andere titels van sommige andere auteurs. Of tegen ál de titels. Of alleen de titels van de familie Van Rooy. We weten het nog altijd niet, we kennen zelfs niet één naam. Met als gevolg dat ineens álle namen van álle schrijvers circuleren, en dat zij met z’n allen moreel verantwoordelijk worden gehouden voor het ontslag van iemand die de meesten van hen niet eens kennen, door een uitgeverij waarvan de meesten niet eens de naam correct kunnen spellen.
Laat staan dat ze er hun geesteskinderen zouden willen publiceren.
HOGELIJK GEBLONDEERD
Ikzelf geef al dertig jaar uit in Amsterdam. Mijn uitgever publiceert ook Frits Bolkestein en Thierry Baudet, om maar eens twee volstrekt over het paard getilde conservatieve flapdrollen te noemen. Hij publiceert ‘Fifty Shades of Grey’ alsook ‘Geert Wilders, tovenaarsleerling’, een bespottelijk hagiografische levensbeschrijving van De Hogelijk Geblondeerde. Indien een auteur om die reden – of vanwege míjn aanwezigheid in die stal – mijn uitgever links zou laten liggen? Dan is dat misschien stupide, maar tegelijk zijn volste recht. Of hij nu Joost Vandecasteele heet of Joost van den Vondel. (Ik noem maar wat, hoor.)
Omgekeerd lijkt het me ook de vrijheid van iedere uitgever om zijn fonds te modelleren naar zijn smaak, met alleen bepaalde auteurs of een bepaalde doelgroep voor ogen. Zo werkt het boekenvak al eeuwen, en zo werkt ook een prachtblad als Humo, of een site als Doorbraak. In Duitsland bestaat een uitgeverij, Mare, die alleen boeken uitgeeft die iets te maken hebben met de zee. Het is ook het evidente voorrecht van een uitgever om van doelgroep te willen veranderen. Omdat, bijvoorbeeld, de beschutting van de vroegere verzuiling en het navenante lezerspubliek zijn weggevallen.
Maar we weten nog altijd niet of het dát is wat hier aan de hand is. Ondanks de persmededeling van meneer Pelckmans. Ze kwam te laat en ze was niet bijster puntig, al bestreed ze met klem de stelling van een politiek ontslag. Arme Pelckmans. De sympathie waar alle andere Vlaamse ondernemers gratuit op mogen rekenen, blijft hem flagrant ontzegd. Misschien kon hij zich gewoon geen twee uitgeverslonen veroorloven, en heeft hij er domweg eentje moeten uitkiezen om zijn andere tachtig werknemers te kunnen blijven betalen. Of misschien heeft hij na zeventien jaar domweg mot gekregen met Malle Drabbe.
We weten niets. Behalve dat Pelckmans en Drabbe inmiddels big time bonje hebben.’