Revue Lanoye: 'State of the fart'
Een klein jaar geleden werden we gezegend met een minister van Cultuur die ook vóór zijn aantreden al eens werd gespot in schouwburgen, musea en cultuurpanels. Het betekende een trendbreuk die – gelet alleen al op zijn voorganger Joke Schauvliege – alle schalen en cimbalen van Richter deed rammelen.
Sven Gatz oogstte jaren geleden ook al eens keiveel respect. In een poging om de kloof met de burger te dichten stapte hij uit de politiek. Na wat aandringen liet hij zelfs de riante parlementaire opzegvergoeding vallen waar hij zélf jarenlang tegen had gepleit. Beginselvastheid in Vlaanderen? Het blijft een kwestie van aangeprate koppigheid, zeker bij liberalen.
Gatz oogstte andermaal ontzag – zij het niet bij partijconcurrenten als Noël Slangen en de familie De Gucht – door weer ín de politiek te stappen. Van eeuwig beloftevol parlementariër over onverwacht Belgisch bierbrouwer tot onverwacht Vlaams minister van Cultuur... Je moet inderdaad een glorieuze Brussel-bastaard zijn om zo’n meanderend parcours succesvol te doorlopen. Hopend dat er geen politie staat mee te kijken. Wie zo’n zigzaglijn bewandelt, wekt het vermoeden dat hij niet enkel bij een brouwerij gewérkt heeft.
Maar laten we niet vitten. Gatz komt niet belabberd uit zijn woorden, hij houdt niet op met claimen dat hij van zijn portefeuille houdt – waarmee hij allicht zijn bevoegdheden bedoelt: Jeugd, Media, Brussel & Cultuur – en hij mag, zonder zelf un objet d’art te zijn, toch fris en presentabel worden genoemd, zeker als hij naast collega’s plaatsneemt.
De verwachtingen waren dan ook hooggespannen.
De gramme huurling
Gatz heeft ze tot nu toe bijna allemaal naar de kloten gehakt en geleuterd, als de grijnslachende deurwaarder van een afbraakbeleid dat hij niet eens zelf mee heeft onderhandeld. Dat laatste is zijn vaste verdedigingsgordel geworden. ‘Ho maar! Ik heb niet zelf besloten wat ik uitvoer!’ Het klopt nog ook. Zijn partij, Open VLD, heeft zich de Vlaamse regering binnen gebluft nadat het regeerakkoord al lang en breed bedisseld was.
'De verwachtingen waren hooggespannen. Sven Gatz heeft ze tot nu toe bijna allemaal naar de kloten gehakt en geleuterd Als er in ons land vleespotten bestaan, vreet iedereen eruit mee, politieke partijen incluis. Toch worden alleen kunsthuizen en artiesten aangekeken op iedere vorm van steun'
En wat was de koevoet waarmee ze de toegangsdeur geforceerd heeft? Haar expertise? Haar ervaring? Haar netwerk of desnoods haar ledenlijst? Welnee. Ze beloofde aan de twee andere partijen een bijkomende coalitie op een hoger echelon, en dus meer macht voor alle drie. Het oudste beroep van de wereld was weer eens aan een herdefiniëring toe.
Politiek met cojones evenzeer. Onze sympathieke bierbrouwer knokte niet voor een hertekening van zijn portefeuille. Hij knikte zich de pleuris en betoonde zich sindsdien een uitgekookte huurling, die hengelt naar begrip voor maatregelen die het begrip te boven gaan. Het is een rol die hij – toegegeven – met verve en geschmier speelde, van bij zijn eerste interviews.
Iedereen Calimero
We mochten hem bekritiseren zoveel we wilden, zo kondigde hij ruimhartig aan – hij kon daar zelfs begrip voor opbrengen, zo vreselijk spijtig vond hij het zelf ook allemaal. Maar veranderen zou er niets. Qua happen en doorslikken moest de culturele sector maar een punt zuigen aan hemzelf en zijn even dociele collega-minister Annemie Turtelboom. Zonder bij dat zuigen – zo hoopte onze cultuurminister letterlijk – al te veel de Calimero uit te hangen.
Ik vond dat een pedante en gênante opmerking. Des te meer voor iemand die zo vaak de hardvochtigheid van zijn snoeiwerk – deels gestoeld op flamingantisch revanchisme, deels op kapdrift zonder visie of becijferde modellen – probeerde weg te retoucheren met de vochtigheid in zijn eigen blik. Want jazeker: hij had door het uitvoeren van zijn lastige plicht al een aantal vriendschappen verloren... Maar hij ging manmoedig door, hoor! Hij liet zich niet van de wijs brengen door de vereiste offers!
Hoe noem je zoiets? Geveinsde melancholie? Misplaatst machismo? Het is erger. Het is zelfbeklag als vervangspeen voor een echte discussie. Over blinde cijfers en sociale gevolgen. Over contraproductieve strategieën en over hardnekkige Vlaamse propaganda jegens al wat niet bij voorbaat naar baggerwerken, smoutebollen of schoenwinkels ruikt, maar naar – godbetert – iets kunstzinnigs...
En nooit is er eens een interviewer die vraagt: ‘Waarom bent u dan niet gewoon bier blijven brouwen, meneer Gatz?’ Nee, ze zitten net niet mee te snotteren met ‘de mens achter de politicus’. Terwijl ze door de politicus ín de mens worden gemanipuleerd waar ze bijzitten.
De man met de hamer
Het was niet altijd emotionele chantage waarmee Gatz ons om de oren sloeg. Nonchalant cynisme ging hem even vlot af. Soms had hij, naar eigen zeggen, het gevoel dat iedereen uit de culturele sector ‘met een hamer achter hem aanliep als achter een spaarvarken’.
Om de liefde Gods, Gatz... U kunt toch op zijn minst proberen geen karikaturen te bestendigen van een beroepsgroep die u beweert met liefde te vertegenwoordigen? Artistico’s vormen geen uitzondering: iederéén in Vlaanderen loopt met een hamer achter beleidsmakers aan met het oog op subsidiëring. Hoe noem je anders de notionele interestaftrek voor bedrijven – waarvoor in ruil niet eens de verplichte jobcreatie wordt geëist? Hoe noem je de groenestroomcertificaten voor kolossale zonnefarms als die van Fernand Huts? Ze zijn hem overigens gegund. Ik heb ook twee zonnepaneeltjes, en dan heb ik het niet eens over mijn bril. Net als iedereen geniet ik ook van tussenkomsten voor mijn dakisolatie en mijn dubbele beglazing, en dan heb ik het nog altijd niet over mijn bril.
'Als er in ons land vleespotten bestaan, vreet iedereen eruit mee, politieke partijen incluis. Toch worden alleen kunsthuizen en artiesten aangekeken op iedere vorm van steun'
Maar al wie lid is van een partij die nog met geen víngernagel durft te raken aan de gunstmaatregelen voor bedrijfswagens of de belachelijk lage ‘kadastrale inkomens’ van vastgoedeigenaren, hoort niet hoog van de toren te blazen over de habbekrats die beginnende illustratoren en jeugdauteurs krijgen.
Zij zijn de toekomst. Niet onze renteniers.
The fun, the hits, de guts
Niet overtuigd? Heb dan eens de liberale guts, Gatz, om naar de website van uw eigen regering te surfen en het woord ‘subsidie’ in te tikken. Hits: 441. Met de zoekterm ‘subsidiëring’ erbij: 536.
Jullie ondersteunen – ik citeer met natte vinger – havenkapiteindiensten en hemelwaterputten. Jullie betoelagen de Vlaams-Brabantse tafeldruif en het Brusselse grondwitloof. De mechanische onkruidbestrijding en de ‘verwarringstechnieken in de fruitteelt’. De genetische diversiteit van schapenrassen, rundveerassen en hoogstammige fruitbomen. De teelt van plantaardige eiwitbronnen en de agro-forestry, wathever that may be. Jullie betoelagen kmo-innovatieprojecten, ‘strategisch advies voor de kmo-portefeuille’ en opleiding annex advies voor kmo’s. Jullie betoelagen de scholing en de opleiding van startende ondernemers en een subsidiedatabank voor alle andere ondernemers. Jullie voorzien bijdrages in schoolmelk en compensaties van indirecte emissiekosten, jullie souteneren ‘toerisme voor allen’ (sic), heel veel sport en geruststellend veel palliatieve zorg... Waar steken jullie eigenlijk geen geld in? En dan had ik het nog niet eens over studiebeurzen, kindergeld en het parallelle palmares van de federale overheid.
Als er in ons land vleespotten bestaan, vreet iedereen eruit mee, politieke partijen incluis. Toch worden alleen kunsthuizen en artiesten aangekeken op iedere vorm van steun, ook al zijn ze inmiddels zo zelfbedruipend als de neten of als ik. De weinige steun aan kunst en cultuur? Die wordt in werkelijkheid al jaren afgeknepen, maar in de perceptie nog altijd astronomisch opgeblazen.
Dat is, behalve propaganda tegen te luide en kritische stemmen, natuurlijk een vorm van exorcisme. Het eigen krijg-patroon moet worden vergoelijkt door het uitvergroten van dat van een ander. Maar het zegt vooral veel over hoe de helft van de Vlamingen aankijkt tegen zijn historisch en hedendaags patrimonium. Voor hen is dat bij voorbaat geldverspilling, zonder nut en zonder doel. Iets wat ze zelden zullen zeggen over hun grondwitloof en hun tafeldruiven, laat staan hun indirecte emissiekosten.
Sporen van tenoren
Zonder de budgetten in gevaar te brengen zou een cultuurminister zijn geliefde bevoegdheden minstens verbaal kunnen verdedigen tegen die groteske vooroordelen. Als het over Brussel gaat, slaagt Gatz daar wel in, ogenblikkelijk en speels. Limburgse scholen en bange ambtenaren die onze hoofdstad liever mijden? Hij nodigt ze persoonlijk uit voor een geruststellende wandeling, tot in café Mort Subite. Ook in andere Brusselse dossiers, zoals bij het mogelijke museum in de voormalige Citroëngarage, zoekt hij de rol van scorende spits. Wees toch ook van heel onze kunst eens een bevlogen gids, Gatz! Treed in de voetsporen van tenoren die het buitenland ons benijdt – van Gerard Mortier over Jan Hoet tot Frie Leysen en Jan Goossens. Kom zélf eens met een visie, en geef lik op stuk waar nodig – in plaats van er zelf nog een paar denigrerende scheppen bovenop te doen. Zeg dus nooit meer, zelfs niet voor de lol: ‘De kunstenaar moet maar leren doen wat klein-links al jaren roept – het geld bij de rijken halen.’
Dat is, behalve bestuurlijke lafheid, een grap op uw eigen kap. Het geld bij ‘de rijken’ halen? Na LuxLeaks, OffshoreLeaks, de lege karaattaks voor de diamant, de al even dubieuze kaaimantaks, het nultarief voor Coucke, het ampertarief voor zo veel multinationals, het saboteren van een faire speculantenbijdrage... Waarom zouden artiesten moeten doen waar uw partij in haar twee ambrasregeringen niet in slaagt? En waar ze, volgens velen, niet eens in wíl slagen?
Benchmark this, bitch!
Twee jaar geleden schonk de Vlaamse overheid zichzelf, behalve een nieuw logo, een nieuwe slogan voor buitenlands gebruik: ‘State of the Art.’ Dat staat er echt. Op sites en officiële documenten. Jullie gebruiken zonder gêne mij, mijn collega’s en al onze voorgangers om jullie zelf buitengaats te definiëren en aan te prijzen…
'Neem uw verantwoordelijkheid en ontslag. En als het effe kan, man: zonder de Calimero uit te hangen'
Voor wat hoort wat, Gatz – een liberaal zal dat als eerste toejuichen. Wat spoorbaas Jo Cornu heeft laten doen voor onze IJzeren Weg, gaat u doen voor onze Schone Kunsten. De investeringen erin, en de return ervan? U gaat ze laten vergelijken met die van onze buurlanden. U mag dat zelfs ‘benchmarking’ noemen, indien vergelijken te gewoontjes klinkt voor maatschappelijke stakeholders die businessseats en Rotaryclubs frequenteren.
Uit zo’n benchmark zal blijken dat Nederland, zelfs na de harde besparingen die uw regering blindelings als voorbeeld nam, nog altijd twee tot drie keer meer investeert in kunst dan Vlaanderen. Niet nominaal. Procentueel. Met Duitsland – toch jullie grote gidsland als het aankomt op efficiëntie en het terugdringen van sociale voorzieningen – zal de vergelijking nog nadeliger uitvallen, op het potsierlijke af. In tegenstelling tot de meeste Vlamingen bezien Duitsers de kunstensector ook echt als een sector, waarin mensen werken en überhaupt een return kunnen opleveren, immaterieel en zelfs materieel.
Doe zelf iets goeds, Gatz: bewijs mijn ongelijk in dezen. Maar als ik tóch gelijk heb? Verhoog uw budgetten dan, tot ze procentueel het gemiddelde van Nederland en Duitsland halen. Indien dat niet lukt? Laat jullie slogan dan naar waarheid wijzigen in ‘State of the Fart’.
Het zal misschien nog meer publiciteit opleveren dan de oorspronkelijke kreet.
Besluit
Uzelf, daarna? Ook daar stel ik een afspraak voor, de wetten van het zakenleven indachtig. Uw regering hakt en snijdt, onder het motto ‘Snoeien om te groeien’. Dat blijkt, behalve een sussende leugen, steeds meer een contraproductieve schimmel. De koopkracht van modale gezinnen raakt aangetast, de lonen van werknemers en ambtenaren krimpen, de staatsfacturen blijven stijgen. Ik vat het maar even samen. Het leidt hoe dan ook tot een neerwaartse spiraal.
Uw regering heeft haar zogenaamd sluitende begroting nu reeds flink moeten bijstellen – in het rood. En binnen een jaar zit u zelf, zwetend en grijnzend en wel, een nieuwe besparingsnota voor te lezen, in plaats van een lijst met beloofde herinvesteringen.
Ik hoop oprecht dat ik ongelijk krijg. Indien niet? Denk die dag dan aan uw terzijde in de zakenwereld, en handel navenant. Managers van brouwerijen, zelfs trainers van een voetbalploeg: wie daar twee seizoenen in het rood verkeert, blijft niet lang meer de patron.
Hou die dag dus de eer aan uzelf. Neem uw verantwoordelijkheid en ontslag. En als het effe kan, man: zonder de Calimero uit te hangen. U zult er zelfs – wie weet? – mijn vriendschap mee verwerven.