Rock Werchter volgens Serge Simonart
Bij Humo’s Rock Rally werden lange tijd weddenschappen afgesloten over welke krankzinnige of over the top groepsnamen de kandidaten weer zouden verzinnen.
Als op Werchter op drie podia simultaan drie groepen speelden die ik nog nooit had gezien, koos ik steevast voor de meest inventieve of originele groepsnaam: zo zag ik The Ting Tings, Them Crooked Vultures, Porcupine Tree, Katzenjammer, Blonde Redhead en Gesaffelstein. Het viel altijd tegen. Maar ik ben niet de enige die zich verkijkt op groepsnamen, zie: het apestonede stel dat half opsteeg terwijl het naar The War On Drugs stond te kijken.
Niet alle artiesten treffen het met hun naam, zeker niet als Engels je moedertaal is (zelfs Nick Cave betekent eigenlijk ‘Steel een grot’). Ik benijd John Legend – wie doet beter? Of Billy Talent. Vergelijk dat met Just Jack – een underdog die zich in zijn eigen stront wentelt. Voor de trofee Ridicuulste Artiestennaam nomineer ik ex aequo T.Raumschmiere en Donavon Frankenreiter.
Ik zou graag beweren dat ik feilloos kan inschatten welke nieuwkomer na Werchter een briljante toekomst tegemoetgaat, maar ik zat er vaak naast. En zelfs Lady Gaga stond ooit op Werchter zonder dat iemand meer dan een doodlopend straatje van een jaar of wat in haar zag.
Toen ik de edities onlangs overliep, bleek mijn geheugen vol zwarte gaten te zitten: -Sugar, Senser, The Customers, Money Mark, The Rasmus, Flogging Molly, Modern Skirts... Heb ik die écht gezien? Klonken ze zo kleurloos en vluchtig? Of mag ik binnenkort naar een optreden van Alzheimer? Ook pijnlijk is het in de vergetelheid verglijden van artiesten die vijf seconden lang belangrijk leken: The Cranberries, KT Tunstall, Velvet Revolver en Blink-182 traden ooit op in Werchter, maar wie maalt nu nog om hen? Dat geldt helaas ook voor groepen als Gomez – gezegend met een schitterende zanger en goeie songs, maar totaal vergeten. Zelfs publiekslievelingen die lang een liefdesaffaire met Vlaanderen leken te hebben, zoals Therapy? of Manu Chao, zijn al lang van de radar verdwenen. Het wordt druk op het kerkhof van hasbeens: Kane, Bush, Kelis, Lamb, Counting Crows, Starsailor, Tool, David Gray, 16 Horsepower... Allemaal vergeten. Vergelijk dat met Steel Een Grot, die nooit top of the bill gespeeld heeft, maar met zijn Bad Seeds én met Grinderman altijd schitterde en elk volgend jaar iets legendarischer wordt.
Ah, Werchter... Al die mooie momenten. Dikwijls waren het details, en soms niet eens de muziek. De plotse regenbui tijdens ‘Weather with You’ van Crowded House, en hoe die de sfeer versterkte in plaats van verpestte.
Ooit zag ik backstage Steven Tyler van Aerosmith met één bril op zoeken naar z’n andere bril. Alles is relatief, zelfs als je een rockgod bent. Eén avond zag ik vleermuizen vliegen, tijdens de set van Iron Maiden –
toeval?
Hoe sluwe en kortzichtige Hollanders maanden vooraf ’s nachts op de festivalwei 200 blikjes Heineken begroeven, te dom om te beseffen dat die stunt hen aan benzine, parkeerboetes en tijd veel meer kostte dan ze zouden uitsparen. Hoe nog sluwere gierigaards zich verstopten in toiletten, daarin op de wei gerold werden en erin overnachtten, om de volgende ochtend alsnog ontdekt en van het festivalterrein verwijderd te worden. Of het moddergevecht tussen Iggy Pop en het publiek: een ongelijke strijd, één man tegen een hele wei, maar Iggy won op punten.
Hoe alweer Iggy het publiek aanzette tot het gooien van plastic flessen, en hoe enkele uren later, terwijl Sting zijn ‘Message in a Bottle’ zong, halfgevulde flessen op neuzen en schedels terechtkwamen, met neusbreuken en hersenschuddingen tot gevolg.
Hoe Sepultura zo loeihard ramde dat backstage autoalarmen afgingen. Maar ook het omgekeerde kan: diep slapen tijdens de set van Rammstein, op tien meter van het podium – dodelijk vermoeide Franse fans die 800 km hadden gereisd om Rammstein te zien.
Maar het mooiste moment was de ballon die vanop de wei tergend traag richting Willy DeVille dreef. Willy, every inch de louche oldskool entertainer, deed alsof hij de ballon niet zag komen en bleef zingen, maar positioneerde zich subtiel zo dat de ballon wel tegen zijn brandende sigaret uit elkaar moest spatten, tijdens de apotheose van de song. Vakmanschap is meesterschap. En ’t is een stuk subtieler dan vlammenwerpers, met witte vlaggen zwaaien of uit hefkranen springen.
Het schattigste moment gebeurde ook náást de festivalwei: ’s nachts waggelde een stomdronken jongen tot aan een geparkeerde politiecombi en vroeg daar met dubbele tong maar zonder een spier te vertrekken: ‘Eén hoorntje met stracciatella en eentje met mokka, alstublieft.’ Hij werd níét gearresteerd en de agent van dienst overhandigde hem een onzichtbaar hoorntje. Ook dát is Werchter.